Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat lant Canaan wort wt gedeylt met sinen palen, Ende de namen worden ghetelt, der geenre dier wtdeylen.

Dat .xxxiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HERE sprac met Mose seggende. Ghebiet den kinderen van Israel, ende segt,

2

Als ghi int lant Canaan coemt, so sal dat landt, dat v tot eenen erfdeel valt inden lande Canaan sijn palen hebben,

3

Den hoec tegent zuyden sal beginnen aen die woestine Zin bi Edom, dat v die palen vanden suyden sijn, vanden eynde vander souter zee, die tegent oosten leyt,

4

ende dat die selue palen reycken vanden suyden, op dat opgaen tot Acrabim, ende gaen door Zinna, ende sinen wtganc vanden suyden aen tot KadesBernea, ende reycken aen HazorAdor, ende gaen door Asmona,

5

ende comen van Asmona aen dye beke van Egypten, ende deynde si aen die zee.

6

Ende die palen vanden westen sullen dese sijn, te weten die grote zee, die sal uwe pale sijn tegent westen

7

Ga naar margenoot+Die palen vanden noorden sullen dese sijn, ghy sult meten van aen die groote zee, tot aen dat geberchte Hor,

8

ende van Hor aent geberchte suldy meten, tot datmen coemt te Hamath, dat sinen wtganc si, dye palen Sedada,

9

ende des selfs palen sullen eynden te Siphron, ende sijn eynde sal sijn aen HazorEnam,

10

Dat sullen v palen sijn teghent noorden.

11

Ende ghi sult v meten die palen tegent oosten, van HazorEnan tot Sepham,

12

die palen nederdalende, van Sepham tot Ribna, tot Ain ten oosten waerts, Daer na comen si af ende reycken op die side vander zee Chinereth, teghen den Oosten, ende comen af aen dye Iordane, dat sinen wtghanck si, dye soute zee, Dat sal v lant sijn met sinen palen al omme

13

Ende Moses gheboot den kinderen van Israel ende sprack. Dat is dat lant dat ghy metten lote, onder v lieden deylen sult, Ga naar margenoot+ dat welcke die HERE geboden heeft, den .ix. geslachten, ende den haluen gheslachte te gheuen.

14

Van Rubens kinderen na haerder vaderen familien, ende dat geslachte van Gads kinderen, na haerder vaderen familien, ende dat halue gheslachte Manasse hebben hebben haer deel ontfaen.

15

Also hebben die twee geslachten, ende dat halue geslachte haer erfdeel wech, ouer dese side vander Iordanen, Ga naar margenoot+ teghen Iericho tegen dat oosten. Ga naar margenoot+

16

Ende die HERE sprac met Mose seggende,

17

Dit sijn die namen der mannen die dlant onder v deylen sullen. Die Priester Eleazar ende Iosua Nuns sone

18

Ooc suldy nemen van elcken geslachte, dye hooftmannen, om dat lant te deylen,

19

Ende dyer mannen namen

[pagina *]
[p. *]

sijn dese, Caleb Iephunes sone vanden geslachte Iuda,

20

Semuel Amihud sone vanden geslachte Simeonis.

21

Eliad Cislons soon vanden geslachte BenIamin,

22

Buki Iagli sone, die hooftman vanden geslachte der kinderen Dan,

23

Hanniel Ephads sone, die hooftman vanden geslachte der kinderen Manasse, Van Iosephs kinderen,

24

Kemuel Siphtan sone, hooftman vanden geslachte der kinderen Ephriam,

25

Elizaphan Parnachs sone, hooftman vanden geslachte der kinderen Sebulon,

26

Palthiel Asans soon, hooftman vanden geslachte der kinderen Isaschar,

27

Abihud, Selmani sone, hooftman vanden geslachte der kinderen Asser

28

Pedahel Ammihuds sone, hooftman vanden geslachte der kinderen Naphthali,

29

Dit sijn dye gene dyen die HERE geboot, dat si die erue wtdeylen souden den kinderen van Israel, int lant Canaan.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 13

margenoot+
D vers 15
margenoot+
io. iiij.a.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken