Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Moyses gheeft hier den volcke eenen goeden wensch, ende een seegeninghe, als voor sijn laetste adieu.

Dat .xxxiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt zijn die reysen der kinderen van Israel die wt Egypten lant getrocken sijn, nae haren heyren, door Mose ende Aaron,

2

ende Mose bescreef haren wtganc, hoe si trocken na den beuele des HEREN, Ende sijn dese, te weten, die reyse haers wtgancx,

3

Si trocken wt van Raemses inden vijftienden daghe, des eersten maendts des tweeden daechs des Passah, door een hooge hant dat al die Egyptenaers sagen,

4

ende begroeuen doen haer eeerste geboren die de HERE onder hen geslagen hadde, want die HERE had ooc aen haer goden recht gebesicht

5

Als si van Raemses wt trocken maecten si haren leger in Suchoth.

6

Ga naar margenoot+Ende si trocken wt van Suchoth ende maecten haren leger in Etham, welcke leyt aen dat eynde der woestijnen,

7

Van Etham trocken si wte, ende bleuen in die leechte Hahiroth, dat welcke leyt tegen BaalZephon, Ende si maecten haren leeghere teghen

[pagina *]
[p. *]

Migdal,

8

van Hahiroth trocken si wt, ende gingen midden door die zee in die woestine, ende reysden drie dachreysen in die woestine Ethan, ende maecten haren leeger in Marach,

9

Van Marach reysden si ende quamen te Elim, Ga naar margenoot+ daer waren .xij. fonteyn wateren, ende seuen palmboomen, ende maecten haren leger aldaer

10

Van Elim trocken si ende maecten haren leeger aen die roode zee,

11

Vander rooder zee trocken si ende maecten haren leegher in die woestine Sin,

12

Van die woestine Sin, trocken si ende maecten haren leger in Daphka,

13

Van Daphka reysden si ende maecten haren leegher in Alus,

14

Van Alus reysden si ende maecten haren leeger in Raphidim, Ga naar margenoot+ daer en had dat volck gheen water te drincken.

15

Van Raphidim reysden si ende maecten haren legher in die woestine Sinay.

16

Van Synai reysden si, ende maecten haren leeger in die Lustgrauen,

17

Van die Lustgrauen reysden si, ende maecten haren leegher in Hazeroth,

18

Van Hazeroth reysden si, ende quamen in Rithima,

19

Van Rithima trocken si wt, ende si maecten haren leeger te RimonParez,

20

Van RimonParez quamen si in Libna,

21

Van Libna quamen si te Rissa,

22

Van Rissa quamen si ende maecten haren legher in Kehelatha,

23

Van Kehelatha trocken si wt ende maecten haren leeger int gheberchte Sapher,

24

Ga naar margenoot+Van dat gheberchte Sapher quamen si ende maecten haren leeger in Harada,

25

Van Harada quamen si ende maecten haren leger in Makeheloth,

26

Van Makeheloth quamen si te Tahath,

27

van Tahath quamen si ende sloeghen hare tenten in Tharath.

28

Van Tharath quamen si ende maecten haren leger in Mitka,

29

Van Mitka quamen si ende maecten haren leger in Hasmona.

30

Van Hasmona quamen si ende maecten haren leeger in Mozeroth,

31

van Mozeroth quamen si ende maecten haren leger in BneIaekon,

32

Van BneIaekon qnamen si ende sloegen hare tenten in Horgidgad,

33

Van Horgidgad trocken si ende maecten haren leegher in Iathbatha,

34

van Iathbatha trocken si ende maecten haren legher in Abrona,

35

van Abrona quamen si te Ezeongaber,

36

van Ezeongaber quamen si, ende maecten haren leger in die woestine Zin dat is Kades,

37

Ga naar margenoot+van Kades quamen si, ende maecten haren leegher aenden berch Hor, aen die palen des lants Edom,

38

Daer ghinc die priester Aaron opten berch Hor, na den beuele des HEREN, ende sterf daer inden xl. iare des wtgancx der kinderen van Israel wt Egypten lant, inden eersten dage des vijfsten maents,

39

als hi hondert ende .xxiij. iaer out was.

40

Ende Arad die Coninck der Cananiten, dye daer woont tegent zuyden vanden lande Canaan, hoorde dat die kinderen van Israel quamen.

41

Ende vanden berge Hor, trocken si ende maecten haren leegher in Zalmona,

42

van Zalmona trocken si ende maecten haren leger in Phunon,

43

Ga naar margenoot+van Phunon trocken si ende maecten haren leger in Oboth,

44

van Oboth trocken si, ende maecten haren leger in Igim, aen Abarim, inder Moabiten palen,

45

Van Igim trocken si ende maecten haren legher in DibonGad,

46

Van DibonGad trocken si ende maecten haren leeger in Almon, Diblathama,

47

van Almon Diblathama trocken si ende maecten haren leeger int gheberchte Abarim, tegen Nebo,

48

vanden gheberchte Abarim trocken si, ende maecten haren leger inder Moabiten velden, aen die Iordane tegen Iericho.

49

Si maecten haren leger van Bethhaiesmoth, tot aen die breede plaetse Sittim der Moabiten velde.

50

Ende die HERE sprac tot Moyse inder Moabiten velden, aen die Iordane tegen Iericho, ende seyde

51

Ga naar margenoot+Spreect metten kinderen van Israel ende segt hen, Als ghi ouer den Iordane gecomen sijt, int lant Canaan

52

dan suldy al die inwoonders verdrijuen voor v aensicht, ende al haer pilaren ende gegoten beelden, breeckt die ende alle haer hoochten, te niete doen,

53

dat ghi alsoo dat lant in neemt, ende daer in woont, Want v heb ic dit lant ghegeuen, dat ghijt in nemen sult,

54

Ende ghi sult dat lant wt deylen met den lote onder v geslachten, den genen die daer veel sijn, suldy des te meer toe deylen, ende den minsten tminste deel, soot lot eenen yegelijcken valt, so sal hijt hebben, na den geslachten haerder vaderen.

55

Ist dat ghi die inwoonders van dien lande nyet en verdrijft van v aensicht, so sullen v, dye ghy laet ouer blijuen, doornen worden in v ooghen, ende lancien in v siden, ende sullen v verdringen int lant daer ghi in woont,

56

ende dan sal geschien, dat ic v so doen sal, als ic haer lieden dacht te doen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
ex. xxv d

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 24

margenoot+
E vers 37

margenoot+
F vers 43

margenoot+
G vers 51


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken