Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Vanden seuenden iare, ghelijc Leuitici. xxv. gheseyt is, Ende hoemen hem teghen den armen ende die eyghene liefde hebben sal.

Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+INden seuenden iare suldi een vry iaer maken, In deser manieren sal dat Vryiaer gheschien.

2

So wie van sijnder hant sinen naesten yet geborcht heeft, die en sal dat niet eysschen, van sinen naesten, oft van sinen broeder, want het heet dat Vryiaer den HERE

3

Van eenen vreemden muechdijt eysschen, mer den ghenen die v broeder is, suldijt onder laten.

4

Daer en sal gheensins eenighe arme onder v sijn Want die HERE sal v ghebenedijen inden lande dat die HERE v God v geuen sal, tot eender eruen te besitten,

5

ist nochtans dat ghi des HEREN ws Gods stemme hoort, ende hout alle dese geboden, dye ic v heden gebiede, daer na doende, Want dye HERE v God sal v gebenedijen, so hi gheseyt heeft, so suldi dan vele volcken leenen, ende ghi en sult van nyemanden ontleenen

6

Ghi sult ouer veel volcx heerscappie hebben, ende ouer v en sal nyemant heerschappie hebben.

7

Ga naar margenoot+Als eenich van uwen broederen arm is, in eenich vanden steden van uwen lande, dat die HERE v God v gheuen sal, dan en suldy v hert niet verherden, noch v hant niet toe houden, tegen uwen armen broedere

8

Maer ghi sultse hem open doen ende leenen hem na dat hi gebrec heeft.

9

Wacht v dat in uwe herte niet en si een Belials loosheyt oft listicheit, die daer spreect. Dat seuende iaer, dat Vryiaer naect, ende dat ghy uwen armen broeder onuriendelic aensiet, hem niet geuende so sal hi dan ouer v totten HERE roepen, ende so suldy sonde hebben.

10

Mer ghi sult hem geuen, ende en latent uwer herten niet verdrieten, dat ghi hem gheeft, Want om dies wille sal v die HERE uwe God seegenen in alle uwe wercken, ende wat ghi aenueert.

11

Het sullen altijt arme wesen inden lande, daerom gebiede ic v, ende segge, Ga naar margenoot+ dat ghi uwe hant op doen sult uwen broederen, die verdruct ende arm sijn in uwen lande.

12

Als hem v broeder een Hebreeusch ofte een Hebreuinne v vercoopt, Ga naar margenoot+ so sal hi die ses iaer dienen, inden seuenden iare suldi hem vry los laten gaen.

13

Ende als ghi hem vry los gheeft, so en suldy hem dan niet ydel van v laten gaen,

14

Mer ghi sult hem geuen van uwen scapen, van uwen dorschuloer, van uwer wijnperssen, geuende van dat gene, dat die HERE uwe God ghebenedijt heeft,

15

Ende gedenct ooc dat ghi in Egipten lant een knecht waert, ende die HERE uwe God heeft v verlost, daerom ghebiede ic v dit heden.

16

Ga naar margenoot+Mer ist dat hi seyt, Ick en wil niet van v trecken, want ic heb v ende v huys lief (ende want hi wel bi v is)

17

so neemt eenen priem, ende boort hem door sijn oore, aen dye duere, ende laet hem eewelijc v knecht sijn, met uwen ioncwiue suldi ooc also doen.

18

Ende en laet v niet swaer duncken, dat ghi hem vry los gheeft, want hy heeft v als een dubbel dachwercker ses iaren gedient, alsoo sal die HERE uwe God v seegenen in allen wat ghi doet.

19

Alle eerstgeboren, die onder uwe runderen ende scapen geboren worden, dat welcke een manneken is, dat suldy den HERE uwen God heylighen. Ghy en sult niet ploeghen met die eerstegeboren van uwen ossen, ende ghi en sult niet scheren die eerstelingen van uwen schapen,

20

voor den HERE uwen God suldyse iaerlicx eten, in dye stede die die HERE verkiest ghi ende v huys.

21

Mer heuet een gebrec, dattet hinct, oft blint is, of anders eenich quaet gebrec, so en suldijt niet offeren den HERE uwen God,

22

mer binnen uwer poorten suldijt eten, oft ghi suyuer oft onsuyuer sijt gelijc een Hert oft Hint.

23

Alleene dat bloet en suldy niet eten, maer ghietet opter aerden als water.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 11

margenoot+
Ex. xxi c

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken