Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe datmen doen sal metten dooden lichaem eens verslaghenen inden velde gheuonden, Hoe met een vrouwe inden crijch gheuanghen, Hoe hem een man met twee wijuen ende zijn kinderen hebben sal, Men en behoort die doode lichamen niet ander galghen te laten hanghen.

Dat xx. Capittl.

1

Ga naar margenoot+ALsmen eenen verslagenen vint in dat lant, dat die HERE v God v gheuen sal om te besitten, ende leyt daer int velt, ende men en weet niet wien verslagen heeft,

2

So sullen dan die Ouders ende rechters wtgaen ende meten vanden verslagenen aen, alle die omliggende steden. Die stede die daer die naeste is,

3

dan sullen dye Ouders van deser seluer stadt nemen een ionge koe vanden runderen, daermen niet mede gearbeyt en heeft, noch iock ghetrocken en heeft,

4

ende si sullense af leyden tot eenen keyachtighen gront, die noch ghewonnen noch besaeyt en is, ende aldaer sullen si haer den hals afhouwen.

5

Ga naar margenoot+Ende daer toe sullen die priesters comen, die kinderen Leui (want die HERE v God heeftse vercoren, dat si hem dienen, ende sinen name louen, ende nae haren mont sullen alle saken, ende alle plaghen gedaen worden)

6

Ende alle die Ouders van dier stadt sullen comen totten verslaghenen, ende wasschen haer handen ouer die ionghe koe, die daer den hals af gheslaghen is inden keyachtighen gront,

7

ende si sullen antwoorden ende segghen, Onse handen en hebben dit bloet niet ghestort, ende onse ooghen en hebbent ooc niet gesien,

8

weest genadich uwen volcke Israel, dat welcke ghi die HERE verlost hebt, ende en rekent niet dit onschuldich bloet onder uwen volcke Israel. Ga naar margenoot+ Ende also sullen si van dien bloede versoent wesen,

9

Ende also suldi dat onsculdich bloet van v doen, doende dat ghene dat recht is, voor des HEREN ooghen.

10

Als ghi inden crijch trecken sult teghen uwe vianden, ende die HERE uwe God, gheeftse in uwen handen, dat ghi haer gheuanghen wech vuert,

11

ende siedi een schoon wijf onder die gheuangenen, ende hebdi lust tot haer, dat ghijse tot eenen wijue neemt,

12

so leytse in v huys, ende laetse scheren, ende haer naghelen corten,

13

ende legghen die cleederen af, daer si in gheuanghen is, ende latense sitten in v huys, ende beweenen een maent lanc haren vader, ende haer moeder, daer na beslaeptse, ende neemtse te houwelick, ende laetse v wijf sijn.

14

Ende als ghi haers niet meer en begheert, so suldyse wt laten, werwaerts dat si henen wille, ende en vercooptse niet om ghelt, noch en versettense ooc niet, Om dat ghijse vernedert hebt.

15

Ga naar margenoot+Als yemant twee wijuen heeft, eene die hi lief heeft, ende eene die hi haet, ende baren si hem kinderen, beyde die liefste, ende die hi haet, ist dat die eerstgeboren behoort der gheender die hi haet.

16

Ende als die tijt coemt, dat hi sinen kinderen die erue wtdeylt, soo en mach hi niet des liefsten wijfs soon, den eerstengeboren soon maken, voor der geenre eerstgeboren soon, die hi haet,

17

Maer hi sal bekennen der gheender soon die hi haet, dat hy die eerstgeboren is, ende gheuen hem dubbele ghifte, van alle dat hi heeft. Want dese is dat beghinsel zijns vermogentheyts, ende des eerstgeboren recht is sijn.

18

Als yemant eenen crijgelen ende onghehoorsamen soon heeft, die sijns vaders ende sijns moeders stemme nyet hooren en wilt, als si hem straffen,

19

so sullen hem sijn vader ende moeder nemen, ende hem totten Ouders vander stadt brenghen, ende totter poorten der seluer plaetsen,

20

ende sullen totten Ouders der stadt seggen. Dese onse soon is eygenwillich ende ongehoorsaem, ende hi en hoort onse stemmen niet, ende hi is gulsich ende een dronckaert,

21

So sullen hem dan steenen alle die lieden van dier stadt, tot dat hi sterue, ende ghi sult also dat quaet van v doen, dattet alle Israel hoore ende vreese.

22

Als yemant een sonde gedaen heeft, die waerdich is des doots, ende wort hi also ghedoot, datmen hem aen een hout hanct,

23

so en sal sijn lichaem aent hout niet bliuen ouer nacht, mer ghi sult hem van dien dage begrauen, Want vermaledijt is hi bi God, die daer hanckt inden houte, dat ghi v lant niet en ontreynicht, dat welcke v die HERE v God gheeft tot een erue.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 8

margenoot+
D vers 15


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken