Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe datmen inden oorloghe ende strijt handelen sal, Ooc in dat belech ende innemen der steden.

Dat .xx. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALs ghi inden crijch trect tegen uwe vianden, ende siet die rossen ende wagenen des volcx dattet grooter is dan ghi, soo en ontsiet hen niet, Want dye HERE v God, die v wt Egypten lant gheleydt heeft, die is met v.

2

Als ghi totten strijde comt, so sal die priester bi v comen, ende spreken metten volcke, ende seggen tot hen,

3

Israel hoort toe, ghi gaet heden inden strijt tegen uwe vianden, V herte en si niet versaeft, en vreest oock niet, ende en beeft niet, ende laet v niet grouwelen voor haer,

4

Want die HERE uwe God gaet met v, om voor v te strijden tegen uwe vianden, om v te helpen.

5

Ende die hooftlieden sullen metten volcke spreken, ende seggen, So wie een nyeu huys ghemaect heeft, ende en heuet noch niet inghewijt, die gae henen, ende bliue in sijn huys, op dat hi niet en sterue inden crijch, ende een ander wijet in.

6

Ga naar margenoot+So wie eenen wijngaert geplant heeft, ende en heuet hem noch niet gemeyn gemaect, die gae wech ende blijue thuys, dat hi niet en sterue inden crijch, ende datten een ander gemeyn make.

7

So wie een wijf ondertrout heeft, ende en heeftse noch niet thuys ghehaelt, die gae henen, ende blijue thuys, dat hi niet inden crijch en sterue, ende datse een ander thuys hale.

[pagina *]
[p. *]

8

Ga naar margenoot+Ende die hooftlieden sullen breeder totten volcke spreken ende seggen. So wie dat vreest, ende een versaeft herte heeft, die gae henen ende bliue thuys, op dat hi ooc sijnder broederen hert nyet en doe vreesen ghelijc sijn herte.

9

Ende als die hooftlieden wtgesproken hebben metten volcke, soo sullen die ouersten des heyrs, dat volc inder oorden stellen.

10

Als ghi voor een stadt trect, om die te bestrijden soo suldi haer vrede ontbieden.

11

Ist dat si v vredelick antwoorden, ende v die poorten open doen, so sal alle dat volc dat daer inne sal gheuonden worden, dat sal v onder tribuyt dienen, ende onderdaen sijn,

12

Mer en willen si met v niet vredelijck hanteren, ende willen si met v orloghen, so belegtse dan.

13

Ende alse die HERE uwe God v in die hant gheeft, so suldi al wat manlic daer in is, met des sweerts scherpte verslaen,

14

sonder die wiuen kinderen, vee, ende al wat in die stadt is, ende al den roof, suldi onder v wtdeylen, Ende ghy sult eten van uwer vianden ghedeylden roof, die die HERE uwe God v ghegeuen heeft.

15

Also suldi allen den steden doen, dye seer verre van v ligghen, ende die ghene die niet en sijn vanden steden van desen volcke.

16

Ga naar margenoot+Maer in die steden van desen volcke, dye welcke dye HERE uwe God, v tot eene erue gheuen sal, daer en suldi niet laten leuen, so wat eenen adem heeft,

17

Maer ghi sultse te nyete doen, te wetene, die Hethiten, Amoriten, Cananiten, Pheresiten, Heuiten, ende Iebusiten, also die HEERE uwe God v gheboden heeft,

18

op dat si v niet en leeren doen, alle die grouwelicheden, die si haren goden doen, ende dat ghi v ooc niet en Ga naar margenoota besondicht aenden HERE uwen God.

19

Als ghi voor een stede langhen tijt liggen moet daer ghi teghen strijdt, om die te winnen, so en suldi die boomen niet verderuen, varende metter bijlen oft aexen daer aen, Wandt ghi condt daer af wel eten, daerom en suldijse niet wtdoen, wandt het is doch hout des velts, ende geen mensch, ende si en connen niet ghecomen, ende worden v bolwerc tegen v,

20

Mer dat boomen sijn, die ghi weet datmen daer niet af en eet, dye suldi verderuen ende wtworpen, ende maken daer af bolwerck tegen die stadt, die tegen v oorloocht, tot dat ghi haers machtich wort.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
C vers 8

margenoot+
D vers 16

margenoota
besondicht, dat is ongeloouich wordt


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken