Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hier worden bescreuen ende ghenoemt die in die ghemeynte des HEREN niet gaen en sullen, Ende andere gheboden gheordineert.

Dat .xxiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+GHeen ghelubde noch gheschuerde, en sal in die ghemeynte des HEREN comen.

2

Ende daer en sal ooc gheen hoerenkint Ga naar margenoota in die gemeynte des HEREN comen, noch na dat thiende lidt, maer het en sal gheensins in die gemeynte des HEREN comen.

3

Die Ammoniten ende Moabiten en sullen niet comen in die ghemeynte des HEREN, ooc noch na dat thiende lidt, mer si en sullen nemmermeer daer in comen,

4

om dat si v niet teghen en quamen met broode, ende met water inden wege, doen ghi wt Egipten troct, ende ooc wouden si Bileam Beors soon hueren teghen v, den bedieder van Mesopotania, dat hi v vermabedijen soude.

5

Mer die HERE uwe God, en woude Bileam niet verhooren, ende hi veranderde v die vermaledijdinghe in ghebenedijnghen, Om dat die HERE v God, v lief hadde,

6

Ghi en sult hen geluc noch salicheit wenschen, alle v leuen lanck eewelick.

7

Ga naar margenoot+Die Edomiten en suldy niet veronwaerden. Hi is uwe broeder. Den Egiptenaer en suldi ooc niet veronwaerden, want ghi hebt in haerder lant een vreemdelinc geweest.

8

Die kinderen die si int derde lidt winnen die sullen in die ghemeynte des HEREN comen.

9

Als ghi wten leger gaet teghen uwe vianden, so wacht v voor allen quaden.

10

Als yemant onder v is, die niet suuer en is, dat hem des nachts yet gheschiet is, die sal buyten inden legher gaen, ende niet weder in comen, tot dat hi hem met water voor den auont bade,

11

ende als die sonne onder gegaen is, so sal hi weder inden legher comen.

12

Ga naar margenoot+Ende ghi sult buyten den leger een plaetse hebben daer toe dat ghi nootlic gaen moet, ende ghy sult eenen steel aen v schuppen hebben.

13

Ende als ghi daer buyten sitten wilt, so suldi daer mede grauen,

14

Ende als ghi gheseten hebt, so suldi toe decken dat van v gegaen is, Want die HERE uwe God, wandelt onder uwen legher, om dat hi v verlossen soude, ende uwe vianden voor v gheuen. Daeromme sal v uwen leger heylich sijn, datter gheen schande onder v ghesien en werde, ende dat hy hem van v niet en keere.

15

Ghi en sult den knecht sinen heere niet leueren, die welcke van hem tot v gecomen is,

16

hi sal bi v blijuen in die plaetse die hi vercoren heeft, binnen uwe poorten, hi sal daer rusten, ende ghi en sult hem gheenen lachter doen.

17

Vanden dochteren van Israel en sal geen hoere sijn, Noch vanden sonen van Israel, geen hoeriager.

18

Ga naar margenoot+Ghi en sult gheen hoerenloon, noch honts gelts in dijns Gods, dijns HEREN huys brengen van eeniger gheloften, Ga naar margenoot+ Want dat is alle beyde onwaerdich voor uwen God uwen HERE.

19

Ghi en sult aen uwen broeder niet woeckeren, noch met gelt, noch met spijse, noch met al daermen mede gewoeckeren can.

20

Aenden vreemden moechdi woecke-

[pagina *]
[p. *]

ren, mer aen uwen broeder niet, op dat v die HERE uwe God gebenedie in alle dat ghi voor handen neemt, in dat lant daer ghy in comen sult om dat te besitten.

21

Als ghi den HERE uwen god, een gelofte doet, so en suldijt niet vertrecken te voldoen, want die HERE v God, salt van v verheysscen, ende het sal v een sonde wesen,

22

Ende en geloouet ghi niet, so en ist v geen sonde,

23

Mer wat wt uwen lippen ghegaen is dat suldy houden, ende daer na doen, soe ghi den HEERE uwen God vrywillich ghelooft hebt, dat welcke ghy met uwen monde ghesproken hebt.

24

Als ghi in ws naesten wijngaert gaet, so muechdi vanden druyuen eten, so dat v belieft, tot dat ghi veruult sijt, mer ghi en sult in dijn vat niet mede dragen

25

Als ghi in ws naesten saedt gaet, soo muechdijt metter hant af breken, maer metter sickelen nyedt daer inne maeyen.

margenoot+
A vers 1

margenoota
In dye ghemeynte comen dat is, geen officie ofte hoocheyt inder gemeynten hebben.

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 12

margenoot+
D vers 18
margenoot+
eccle. v.a


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken