Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vanden scheybrief, Ende van die vryheyt des nyeuwen ghehouden mans, Ende andere gheboden, die liefde des naesten aen gaende.

Dat .xxiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALs yemant een wijf neemt ende troutse, ende en vindt si gheen ghenade voor sijn oogen, om eeniger onlustenheyt wille, Ga naar margenoot+ so sal hi eenen scheybrief scrijuen, ende haer in die hant geuen, ende latense wt sinen huyse.

2

Ende als si wt sinen huyse ghegaen is, ende wech gaet, ende wortsi eens anders mans wijf,

3

ende die selue ander man wort ooc op haer gram, ende scrijft hi haer ooc eenen scheybrief, ende gheeften haer in die hant, ende laet hijse wt sinen huyse,

4

ende oft dese selue ander man sterft, diese tot eenen wijue ghetrout hadde, soo en machse noch die eerste man diese wt liet, niet wederom nemen, dat si sijn wijf si, na dien dat si onreyn is, ende een grouwel voor den HEERE, Op dat ghi dat lant niet en besondicht, dat welc die HERE v God v tot een erue ghegheuen heeft.

5

Ga naar margenoot+Als yemant een wijf nyeuwelinge genomen heeft die en sal niet int heyr reysen, ende men en sal hem niet op leggen, Hi sal vry in sijn huys sijn een iaer lanck dat hi vrolic si met sinen wijue die hi genomen heeft

6

Ghi en sult niet te pande nemen den ondersten ende den ouersten molensteen, want hy heeft v sijn siele te pande gheset

7

Als yemant beuonden wort die van sinen broederen een siele steelt wt den kinderen van Israel, ende versedtse oft vercooptse, alsulcke dief sal steruen, op dat ghi dat quaet van v doet.

8

Wacht v lieden voor die plagen der lazarien dat ghi met alder neersticheyt hout ende doet, alle dat v die priesteren, dye Leuiten leeren. Ende also si v gebieden, dat suldy houwen ende daer na doen.

9

Ghedenckt wat die HEERE v God MirIam opten wege dede doen ghi wt Egypten lant troct

10

Als ghi uwen naesten eenige scult borcht, so en suldy dan in sijn huys niet gaen, ende nemen hem eenigen pant

11

mer ghi sult buyten staen, Ga naar margenoot+ ende hi dien ghi borcht sal sijn pant buyten brengen tot v.

12

Mer is hi benoot so en suldy niet slapen gaen met sinen pande,

13

mer ghi sult hem sinen pant weder geuen als die sonne onder gaet, dat hi in sijn cleet slape, ende ghebenedije v, dat sal v voo uwen HEERE uwen God tot gerechticheyt gerekent worden

14

Ghi en sult niet vercorten dat loon des ghenen die benodicht ende arm is, onder uwe broederen ofte vreemdelingen, die in uwen lande, ende binnen uwer poorten is,

15

maer ghi sult hem sinen loon geuen, inden seluen dage, dat die sonne daer ouer niet onder en gae Want hi is benoedicht, ende hi onthoudt sijn siele daer op, op dat hi den HEERE niet aen en roepe tegen v ende dattet v een sonde si.

16

Ga naar margenoot+Die vader en sal niet voor die kinderen, noch dye kinderen voor den vader steruen, Maer een yeghelijck sal voor sijn sonde steruen,

17

Ghi en sult des vreemdelinghen, ende der weesen recht niet buyghen, Ende ghi en sult der weduwen cleet niet te pande nemen

18

Want ghy sult ghedencken, dat ghi in Egypten een knecht gheweest sijt, Ende dat die HEERE v God v van daer verlost heeft, daerom gebiede ic v dat ghi dat doet,

19

Als ghi op uwen acker geoogst hebt, ende hebt eenen schoof inden acker vergeten, so en suldi niet omme keeren om dien te halen, Mer hi sal den vreemdelingen behooren, den weesen, ende den weduwen, op dat die HEERE v God, v gebenedije in alle die wercken van uwen handen,

20

Als ghi uwen olijfboom af ghelesen hebt, soo en suldy daer na niet nauwer af lesen. Het sal der vreemdelingen, der weesen ende weduwen sijn.

21

Als ghi uwen wijngaert gelesen hebt, so en suldy daer nae niet nauwer af lesen, Het sal des vreemdelingen, ende des weesen ende der weduwen sijn, Ende ghy sult ghedencken, dat ghi in Egypten lant geweest sijt, daerom ghebiede ick v dat ghi dat doet.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
ma. v.e. ende xix.b mar. x.c.

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken