Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe datmen steenen op geen side der Iordanen oprechten sal, ende daer op die gheboden des HEREN scrijuen sal, Hoemen op die twee berghen goet ende quaet wenschen sal

Dat .xxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Mose geboot met den Ouders van Israel den volcke ende sprac, Hout alle die geboden die ic v heden ghebiede,

2

Ende tot dier tijt, Ga naar margenoot+ als ghi ouer die Iordane gaet in dat landt, dat die HERE uwe God v gheuen sal, so suldy groote steenen oprechten, ende wittense met kalcke,

3

ende scrijuen daer op alle die woorden van deser wet, als ghi daer ouer coemt, op dat ghi comen muecht in dat landt, dat die HERE uwe God v gheuen sal, een lant daer melc ende honich in vloeyt, also v die HERE uwer vaderen God, geseyt heeft

4

Ende als ghi nv ouer die Iordane gaet, so suldy alsulcke groote steenen oprechten (daer ic v heden af ghebiede) opten kerch Ebal, ende met kalcke witten,

5

Ga naar margenoot+ende ghy sult aldaer den HERE uwen God eenen steenen Outaer maken, daer en sal geen yser ouer gaen,

6

Van heelen steenen suldi desen Outaer den HEERE uwen God maken, ende ghi sult den HEERE uwen God daer op brantoffer offeren, ende ghi sult dootoffer offeren,

7

ende aldaer eten, ende vrolijc sijn voor den HERE uwen God,

8

ende ghi sult op die steenen scrijuen alle die woorden van deser wet, claer ende wel

9

Ende Mose metten priesteren, die Leuiten spraken tot alle Israel ende seyden. Merct ende hoort toe alle Israel, Heden sidi gheworden een volck des HEEREN ws Gods,

10

Ga naar margenoot+om dat ghi der stemmen des HEEREN ws Gods ghehoorsaem geweest zijt, ende dat ghi doet na sine gheboden ende seden, die ic v heden ghebiede

11

Ende mose gheboot den volcke inden seluen daghe, segghende.

12

Dese sullen staen opten berch Grisim, om te gebenedien dat volc, als ghi ouer die Iordane gegaen zijt, Simeon, Leui, Iuda, Isaschar, Ioseph, BenIamin

13

Ende dese sullen staen opten berch Ebal, om te vermaledijen. Ruben, Gad, Asser, Sebulon, Dan, ende Naphtali,

14

Ende die Leuiten sullen beghinnen ende seggen, tot alle man van Israel, met luyder stemmen.

15

Vermaledijt si, die een Godeken oft ghegoten

[pagina *]
[p. *]

beelt maect, een grouwelicheyt des HEREN, dat een werc is der wercmeesters handen, ende settet verborgen

16

ende alle dat volc sal antwoorden, ende seggen Amen

17

Ga naar margenoot+Vermaledijt si, die sijn vader oft moeder vloect, ende al dat volc sal seggen Amen.

18

Vermaledijt si, die sijns naesten palen engher maect, ende al dat volc sal seggen Amen

19

Vermaledijt si, die eenen blinden doet dolen inden wege, ende al dat volc sal seggen Amen

20

Vermaledijt si, die des vreemdelinghen recht, ende des weesen, ende der weduwen Ga naar margenoota buycht, ende al dat volc sal segghen Amen

21

Vermaledijt si, die bi sijns vaders wijf leyt, ende ontdect sijns vaders vlueghel, ende al dat volc sal seggen Amen

22

Vermaledijt si, die bi eenigh beeste leyt, ende al dat volc sal segghen Amen

23

Vermaledijt si, die bi sijn suster leyt, die sijns vaders oft sijns moeders dochter is, ende al dat volck sal segghen Amen

24

Ga naar margenoot+Vermaledijt si, die bi sijns wijfs moeder slapet, ende al dat volc sal segghen Amen.

25

Vermaledijt si, die sinen naesten heymelijc slaet ende al dat volc sal seggen Amen

26

Vermaledijt si, die ghiften neemt, dat hi slaen soude dat bloet vanden onsculdighen, Ga naar margenoot+ ende al dat volc sal segghen Amen.

27

Vermaledijt si, die niet en blijft in alle die woorden deser wet, ende die niet en volbrengt, ende al dat volc sal segghen Amen

margenoot+
A vers 1

margenoot+
Iosua. iiij.a.

margenoot+
ex. xx.d Iosue. viij.f.

margenoot+
B vers 10

margenoot+
C vers 17

margenoota
Recht buyghen, dat is, den sculdigen ontslaen ende los laten, ende den onschuldighen verdrucken

margenoot+
D vers 24

margenoot+
Gal. iij.a.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken