Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van des HEREN bermherticheyt, In dien si anders oprecht sijn oft haer bekeeren, Ende van sijnder straffinge, In dien si niet gehoorsaem en sijn

Dat .xxx. Capittel.

1

ALs dit al op v coemt, het si die ghebenedijnge, oft die vermaledijdinge die ic v voor geseyt hebbe, ende als ghi in uwer herten gaet, waer dat ghi sijt onder die heidenen daer v die HERE v God henen verstooten heeft,

2

ende bekeert ghi v totten HERE uwen God, sijnder stemmen gehoorsaem sijnde, ghi ende uwe kinderen van gantser herten, ende van gantser sielen, in al dat ic v heden gebiede,

3

so sal die HERE v God, uwe geuangenisse keeren, ende uwer ontfermen, ende hi sal uwe vergaderinge weder brengen wt allen volcken, daer v die HERE v God henen verstroyt heeft.

4

Al waerdy aen des hemels eynde verstooten, soo sal toch die HERE v God, v van daer vergaderen, ende halen v van daer,

5

ende hi sal v laten comen in dat landt, Ga naar margenoot+ dat uwe vaderen beseten hebben, ende ghi sullet in nemen, ende hi sal v wel doen, ende vermeerderen bouen uwe vaderen,

6

Ende die HERE v God sal v hert besnijden, ende ws saets herte, op dat ghi den HERE uwen God muecht liefhebben van gantser herten, ende van gantser sielen, op dat ghi leuen muecht,

7

Mer alle dese vermaledijnghen sal die HERE uwe God op uwe vianden legghen, ende op die ghene die v haten ende veruolghen.

8

Ga naar margenoot+Ende ghi sult v bekeeren, ende hooren die stemme ws HEREN, doende alle sijn geboden, die ic v heden gebiede,

9

Ende die HERE v God, sal v laten oueruloedich wesen in alle die wercken van uwen handen, aen dye vrucht ws lichaems, aen ws vees vruchten, aen ws lants vruchten totten goeden, Want die HERE sal hem keeren, dat hi hem verblije vanden goede, als hi hem verhuecht heeft van uwen vaderen,

10

om dat ghi die stemme des HEREN ws Gods ghehoort hebt, houdende sijn gheboden ende seden, die gescreuen staen in dat boeck van deser wet, ist dat ghi v keert totten HEERE uwen God wt gantser herten ende wt gantser sielen

11

Ga naar margenoot+Want dat gebot dat ic v heden gebiede, en is v nyet te wonderlic, noch te verre,

12

noch inden hemel, dat ghi seggen moget, wie sal ons inden hemel voeren, ende halen ons, dat wijt hooren mogen ende doen?

13

Het en is ooc niet ouer geen side vander zee, dat ghi seggen moget. Wie sal ons ouer die zee voeren, ende halen ons, dat wijt hooren ende doen,

14

Want dat woort is na bi v, in uwen mont ende in uwer herten, op dat ghi dat doen moget

15

Siet, ic heb heden voor v geleyt, dat leuen ende goet, die doot ende dat quade,

16

Ga naar margenoot+die ic v heden gebiede, op dat ghi den HERE uwen God liefhebbet, ende wandelt in sinen wegen, ende sine geboden, ende seden ende rechten houdes, ende leuen muecht, ende vermeerdert worden, ende dat die HERE v God, v gebenedije, inden lande daer ghi in trect, om dat in te nemen

17

Mer ist dat ghi v herte keert, ende en hoort nyet, mer valdy af, dienende ander Goden, ende aenbitse

18

so vercondige ic v heden, dat ghi vergaen sult, ende ghi en sult niet lange blijuen in dat lant daer ghi henen

[pagina *]
[p. *]

trect ouer den Iordaen, om dat te besitten.

19

Ic neme heden, hemel ende aerde, ouer v tot getuygen, Dat ic v hebbe, dat leuen ende die doot, ghebenedijdinge ende vermaledidinge voor geleet, dat ghi dat leuen kiest, ende dat ghi, ende v saet, leuen moghet,

20

dat ghi den HERE uwen God liefhebt, ende sijn stemme hoort, ende hem aenhanget. Want dat is uwe leuen, ende uwe lange ouderdom, dat ghi inden lande woonen muecht dat die HERE uwen vaderen Abraham, Isaac, ende Iacob ghesworen heuet hen te gheuen

margenoot+
A vers 5

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken