Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Van Micha ende sinen afgoddisschen beelde, ende sinen lijfrock

Dat .xvij. Capittel

1

Ga naar margenoot+DOen was een man opten gheberchte Ephraim geheeten Micha,

2

die sprack tot sijnder moeder. Die .M. ende .C. silueren penningen die ghi tot v genomen hebt, ende gesworen, ende gheseit voor minen ooren. Siet dat selue gelt is bi mi, ic hebt tot mi genomen, Doen sprac sijn moeder. Geseegent si mijn soon den HERE.

3

Also gaf hi sijn moeder die dusent ende hondert silueren penningen weder, ende sijn moeder sprack, Ic heb dat gelt den HERE geheylicht van mijnder hant voor mijnen soon, datmen een gegoten beelt soude maken, daeromme so geue ict v nv weder Maer hi gaf sijnder moeder dat gelt weder.

4

Ga naar margenoot+Doen nam sine moeder .ij. hondert silueren penningen ende dedese totten goutsmit die maecte haer een gegoten beelt, dat was daer na inden huyse Micha.

5

Ende die man Micha had also een Gods huys ende maecte eenen lijfroc ende eenen afgod, ende vulde een van sinen sonen die hant, dat hi priester wert,

6

In die tijt en was geen coninc in Israel, ende elc dede dat hem recht dochte.

7

Ga naar margenoot+Daer was een ionghelinck van Bethlahem Iuda onder dat geslachte Iuda, ende hi was een Leuijt, ende was daer vreemt.

8

Hi reysde wt der stadt Bethlahem Iuda, om te wandelen werwaerts hi conste. Ende doen hi opt gheberchte Ephraim quam totten huyse Micha, dat hy sinen wech soude gaen,

9

so vraechde hem Micha, Van waer coemt ghi, Hi antwoorde hem, Ic ben een Leuijt van Bethlahem Iuda, ende wandele werwaerts ic mach,

10

Micha sprack tot hem blijft bi mi, ghy sult mijn vadere ende mijn priester sijn. Ic wil v iaerlicx .x. silueren penningen geuen, ende besproken cleederen, ende ic wil v voeden,

11

ende die Leuijt ginc henen.

[pagina *]
[p. *]

Die Leuijt terde aen, om te blijuen biden man, ende hi hielt den knecht als een soon.

12

Ende Micha vulde den Leuijt die hant, dat hi sijn priester wert.

13

Ende was also inden huyse Micha. Ende Micha seide, Nv weet ic dat mi die HERE wel doen sal, om dat ic eenen Leuijt tot eenen priester hebbe.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 7


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken