Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier beghint dat eerste deel des boecx Samuel. Ende datmen noemt dat eerste boec der Coningen.

Van Helkana ende sine twee wiuen, ende van haerder ernstigher liefden tot God, God geeft Hanna eenen soon Samuel gheheeten die welcke wort den HERE toegeeygent ende belooft.

Dat .I. ca

1

Ga naar margenoot+DAer was een man van Ramathaim Sophni, Ga naar margenoot+ vanden gheberchte Ephraim, die hiet ElKana, een soon Ieroham des soons Elihu des soons Thohu, des soons Zuph, die welc een Ephratijt was, ende hi hadde twee wiuen, deen hiet Hanna, Die ander hiet Peninna

2

Mer Peninna hadde kinderen, ende Hanna en hadde gheen kinderen,

3

Ende die selue man ghinc op van sijnder stadt, tot sijnder tijt dat hi soude aenbeden, ende offeren den HERE Sebaoth tot Silo, Daer waren priesters des HEREN Sophni, ende Pinheas, dye twee sonen Eli.

4

Doen den dach quam dat ElKana offerde, ghaf hi sinen wiue Peninna, Ga naar margenoot+ ende al haren sonen ende dochteren deelen.

5

Maer Hanne gaf hi droeflijc een deel want hi had Hanna lief.

6

Mer dye HEERE had haer lijf besloten, ende haer benijdersse queldese, ende si werp haer ooc voor hare onuruchtbaerheit, als dat die HERE haer lichaem besloten hadde.

7

Also dede si alle iaer als si opginc tot des HEREN huyse, ende terchdese also. So weendese dan, ende si en adt niet

8

Mer Elkana haer man sprac tot haer, Hanna waerom weent ghi? ende waerom en eet ghi niet? ende waerom heeft hem v herte so qualijc? en ben ic v niet beter dan thien sonen.

9

Doen stont Hanna op, na dien dat si gheten hadde, ende gedroncken tot Silo, Eli die priester sadt op eenen stoel, aenden poste des tempels des HEREN

10

Ende si was vol bedroefnissen inder herten, ende badt totten HERE ende weende,

11

ende geloofde een gelofte ende sprac, HERE Sebaoth, ist dat ghi uwer maerten allendicheit aensiet, ende mijns gedenct, ende uwer maerten niet en vergetet, ende geeft uwer maerten eenen soon, so wil icken den HERE geuen zijn leefdage lanc, ende daer en sal gheen scheermesse op sijn hooft comen.

12

Ga naar margenoot+Ende doen si lange badt voor den HERE, soe nam Eli haers monts ware.

13

Want Hanna sprac met haerder herten, Alleen haer lippen roerden haer, ende men en

[pagina *]
[p. *]

hoorde haer stemme niet. Doen meynde Eli dat sy droncken waer,

14

ende sprac tot haer, Hoe lange suldy droncken sijn? Laet den wijn van v comen, dien ghi bi v hebt,

15

Hanna antwoorde ende sprack, Neen mijn here Ic ben een bedruct wijf, wijn ende stercken dranc en heb ic niet gedroncken, maer heb mijn hert voor den HERE wtgestort,

16

En wilt uwe maerte niet achten als een dochter Belial, want ic heb wt minen swaren gedachten ende leet gesproken tot noch toe.

17

Eli antwoorde haer ende sprac. Gaet henen met vreden, Ga naar margenoot+ Die God Israel sal v uwe bedinge geuen die ghi van hem gebeden hebt.

18

Si sprac, laet v maerte genade vinden voor uwen oogen. Also ginc dat wijf henen haers weechs, ende adt, ende sach niet meer so droeflick,

19

ende des morgens vroech maecten si hen op, ende doen si aengebedet hadden voor den HERE, keerden si wederom ende quamen thuys tot Ramathaim.

20

Ende Elkana besliep sijn wijf Hanna, ende die HERE gedacht haerder, ende doen sommige dagen om waren, wert si beurucht, ende baerde eenen soon, ende hiet hem Samuel, want ic heb hem vanden HERE gebeden.

21

Ende doen die man ElKana op troc met alle sinen huyse op dat hi den HERE dat offer soude offeren ter gewoonlijcker tijt, ende sijn geloofte,

22

so en trac Hanna niet mede op. Maer si sprac tot haren man, Tot dat het knechtken gespeent worde, so wil ic hem brengen dat hi voor den HERE openbare, ende bliue daer eewelick.

23

ElKana haer man sprac tot haer, so doet alst v gelieft, bliuet tot dat ghi hem speent, mer die HERE beuestige dat hi gesproken heeft.

Alsoo bleef dat wijf, ende soochde haren soon, tot dat si hem speende.

24

Ende bracht hem met haer op, nae dien si hem gespeent had, met drie varren, met eenen Ephi meelbloemen, ende een flessche wijns, ende bracht hem in dat huys des HEREN te Silo, Ga naar margenoot+ Mer dat knechtken was noch ionc.

25

Ende si sloeghen dye varren ende brachten dat knechtken tot Eli,

26

ende si sprac, Ach mijne Here, so warachtelic als uwe siele leuet mijn Here, Ic ben dat wijf dat hier bi v stont, ende badt den HEERE, doen ic om dit knechtken badt,

27

Nv heeft die HERE mijn bedinge gegeuen, die ick van hem badt,

28

daerom heb ic hem den HERE ouer gegeuen so lange hi den HERE geleent is, ende si aenbaden den HERE aldaer. Ende Hanna badt ende seyde.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Ontrent deser tijt soo ghebuerden die historie van Ruth voor cristus gheboorte M.c. ende lxxiiij. als dye weerelt gestaen had vier M.xxv iaer inden tijt van Heli den xvi. rechcer van Israel. Eli dye xvi. rechter

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 12

margenoot+
D vers 17

margenoot+
Dat Conincrijc van Vrancrijcke beghint in deser tijt Brutus Eneas van Troien soon regneert eerst in Britanien, ende Enghelant, ende britanien heeft sinen naem van hem hy veriaechde ende versloech de Ruesen in engelant ende behiel die heerscappije.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken