Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boas wort metten rechte als naeste bloet Ruths gehoude man, dye welcke hem baerde den man Obed, welc was Dauids grootuader.

Dat .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+BOas ginc op in die poorte, ende sat aldaer, ende siet, doen die Naman of maech voorbi ginc, sprac Boas tot hem ende seyde. Coemt ende sidt hier so hi hiete, ende hy quam ende sadt,

2

ende hi nam thien mannen vanden ouders der stadt ende hi seide sidt hier, ende si saten.

3

Doen sprac hi totten Naman oft maech Naemi, die vanden lande der Moabiten gecomen is, biedt te cope dat stuc velts, dat ons broeders was EliMelech,

4

daerom dacht ict voor uwe ooren te brengen ende seggen, wildijt lossen so coopet voor die borgers, ende voor den ouders mijns volcx, Mer en wildijt niet lossen, so segget mi dat ict wete. Want daer en is geen Naman oft maech dan ghi ende ic na v, Hi sprac ic wilt lossen.

5

Ga naar margenoot+Boas seyde, op welcken dach ghi tvelt copet, vander hant Naemi, so moet ghi Ruth dye Moabitin des verstoruens wijf ooc nemen, op dat ghi den gestoruenen eenen name verwect op sijn erfdeel,

6

Doen sprac hi, Ic en cans niet gelossen, op dat ic misscyen mijn erfdeel niet en verderue, losset ghi, al wat ick lossen soude, want ic en cans niet gelossen.

7

Mer dat was van outs af een gewoonte in Israel, ouer die lossinge, ende ouer den wissel, op dat alderhande sake vast soude sijn, so troc deen sinen schoen wt, ende gaf hem den anderen. Dat was dat getuygenissen in Israel

8

Ende die Naman sprac tot Boas, coopt ghijt, ende troc sinen scoen wt,

9

ende Boas sprac totten ouders, ende tot al den volcke, ghi sijt heden getuygen dat ict al gecocht heb, Ga naar margenoot+ dat Elimelech toebehoort heeft ende al wat Chilion ende Mahelon vander hant Noemi,

10

daer toe ooc Ruth de Moabitinne, Mahelons wijf neme ic tot eenen wijue, op dat ic den dooden eenen naem verwecke op sijn erfdeel, ende dat sinen naem niet wtgeroyt en worde onder sinen broederen, ende wt der poorten sijnder placken getuygen sijt ghi des huyden.

11

Ende alt volc dat inder poorten was metten Ouders spraken. Wi sijn getuyghen Die HERE make dat wijf, dat in v huys coemt als Rael ende Lea, dye beyde dat huys Israel getymmert hebben, ende doe redelijc in Ephrata, ende si vermaert tot Bethlehem,

12

Ende v huys werde als dat huys Perez, dien Thamar Iuda baerden vanden sade dat v die HEERE geuen sal van deser deernen.

13

Ga naar margenoot+Aldus nam Boas Ruth, dat si sijn wijf wert, ende doen hi bi haer lach, so gaf haer die HEERE dat si beurucht wert, ende baerde eenen soon.

14

Doen spraken die vrouwen tot Noemi. Gelooft si die HERE die v niet en heeft laten afgaen eenen Naman in deser tijt, dat sinen naem in Israel soude blijuen,

15

die sal v leuen weder brengen, ende v ouderdom besorgen, want ws soons wijf, die v bemint heeft, die heeft hem ghe-baert, die beter is dan seuen sonen.

16

Ende Noemi nam dat kint ende settet op haren scoot ende wert sijn amme oft voester,

17

ende hare naburinnen gauen hem eenen name, ende seyden. Noemi is een kint geboren, ende hietent Obed. Die is die vader Isai, dye welcke Dauids vader is.

18

Dit is die geboorte Perez, Perez wan Hezron, Hezron wan Ram, Ram wan AmiNadab, AmiNadab wan Nahesson, Nahesson wan Salma, Salma wan Boas, Boas wan Obed, Obed wan Isai, Isai wan Dauid

Hier eyndet dat boeck Ruth.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 9

margenoot+
D vers 13


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken