Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Baesa sterft, sijn soon Ella regneert in sijn plaetse, Simri doot hem ende neemt dat rijc inne, Tvolck wordt ghedeelt, Ende Ahab wert coninc.

Dat .xvi. Capittel.

[pagina *]
[p. *]

1

Ga naar margenoot+INden .xxvi.sten iare Assa des Conincx Iuda, Ga naar margenoot+ wert Ella die soone Baesa Coninc ouer Israel, te Thirsa twee iaer.

2

Mer zijn knecht Simri de ouerste ouer die helfte der wagens, maecte een verbont tegen hem, Mer hi was te Tirza, hi dranc ende was droncken int huys Arza, des prouoost te Thirza,

3

ende Simri quam in ende sloech hem doot, int seuentwintichste iaer, Assa des conincx Iuda, ende wert coninc in sijn stede.

4

Ende doe hi coninc was, ende op sinen stoele sadt, so sloech hi dat geheele huys Baesa, ende en liet niet ouerblijuen, ooc dien die aen die wandt pisset daer toe sinen bloetwreker ende sine vrienden.

5

Also vernielde Simri dat geheele huys Baesa na den woorden des HEREN, die hi ouer Baesa gesproken hadde, door den propheet Iehu,

6

om alle der sonden wille van Baesa, ende sijns soons Ella die si deden ende deden Israel sondigen, om den HERE den God Israel te verthoornen door haer ydelheit.

7

Wat meer van Ella te seggen is ende wat hi gedaen heeft, siet dat is gescreuen inder croniken der coningen Israel.

8

Inden seuenentwintichsten iare Assa, des conincx Iuda, Ga naar margenoot+ wert Simri coninc seuen dagen te Thirsa, want dat volc lach te Gibbithon der Philisteen.

9

Mer doe dat volc inden leeger hoorde seggen, dat Simri een verbont gemaect hadde, ende den coninc ooc verslagen had, doe maecte geheel Israel inden seluen dage Amri den velthooftman tot eenen coninc ouer Israel inden legere,

10

ende Amri tooch op ende geheel Israel met hem van Gibbithon ende beleyden Thirza,

11

Mer doen Simri sach dat die stat gewonnen soude worden, ginc hi in dat paleys int huys des conincx, ende verbernde hem seluen metten huyse des conincx, ende sterf

12

om sijnder sonden wil die hi gedaen had, doende dat den HERE qualick behaechde, ende wandelde inden wech Ierobeam ende in zijn sonden die hi dede, dat hi Israel dede sondigen

13

Wat meer van Simri te seggen is, ende hoe hi een verbont maecte, siet dat is gescreuen inder croniken der coningen Israel.

14

Doe ter tijt deelde hem dat volc in twee deelen, deen helft hinc aen Thibni den sone Ginath, dat si hem tot eenen coninc souden maken, Mer die ander helft hinc aen Amri.

15

Ende dat volc dat aen Amri hinc, wert stercker dan dat volck dat aen Tibni hinc den sone Ginath, ende Thibni sterf, doen so wert Amri coninc.

16

Inden eenendertichsten iaer Assa des Conincx Iuda, wert Amri coninc ouer Israel tweelf iaer, ende regneerde te Tirza ses iaer,

17

hi cocht den berch Samaria van Semer, om twee pont siluers, ende timmerde opten berch, ende hiet die stadt die hi timmerde na den name Semer des heeren opten berch Samaria,

18

ende Amri dede dat den HERE qualic beuiel, ende was arger dan alle die voor hem geweest waren,

19

Ende hi wandelde ooc in allen die weghen Iereboam des soons Nebath, in sinen sonden, daer hi Israel mede dede sondigen, op dat si den HERE God Israel souden verthoornen in haren ydelheden.

20

Wat meer van Amri te seggen is, ende al wat hi gedaen heeft, ende sine macht die hi geoefent heeft Siet dat is gescreuen inder Croniken der Coningen Israel

21

Ende Amri ontsliep met sinen vaderen ende werdt begrauen tot Samaria

22

ende Ahab sine sone wert Coninc in sijn stede.

23

Inden achtendertichsten iare Assa des conincx Iuda, wert Ahab die sone Amri coninc ouer Israhel, ende regneerde ouer Israel tot Samaria .xxij. iaer, ende dede dat den HERE qualic beuiel, bouen alle die voor hem geweest waren,

24

ende het was hem cleyn dat hy wandelde inden sonden Ierobeam des soons Nebat, ende nam daer toe Iesebel die dochter Ethbaal, des conincx tot Sidon tot eenen wiue, ende ginc henen ende dyende Baal ende aenbede hem,

25

ende rechte Baal eenen outaer op inden huyse Baal, dat hi hem timmerde te Samaria,

26

ende maecte een boschken so dat Ahab meer dede om den HERE den God Israel te vertoornen, dan alle die coningen Israel die voor hem geweest waren.

27

Ter seluer tijt timmerde Hiel van Bethel, Ieriho. Het coste hem sinen eersten soon Abiram dat hy dat fundament leyde, ende sinen ioncsten soon Segub, dat hi die duere sette na die woorden des HEREN die hi gesproken had door Iosua den sone Nun.

[afbeelding]

margenoot+
A vers 1
margenoot+
In dese tijt so leefde Agesilaus die seste Coninc van Lacedimonien een Heydensche coninck mer een cristilijc prince hi was seer nerstich ende milde den armen mildelic te deylen sijn contracten hielt hy seer vast hy verboot dronckenscap binnen sinen rijcke, hi sliep op een slecht bedde, seggende dat de princen toebehoort den ondersaten te bouen gaen niet in wellusticheyt ende sachticheydt des lichaems mer in ghetempertheit ende soberheit des lichaems ende in sachticheydt des ghemoets hy was van sulcker reynicheyt dat hi met geenen vrouwen sprake en hielt in secrete plaetzen, maer altijt in openbare plaetsen, hi sadt xliiij. iaer met vreden in sijn rijc.

margenoot+
B vers 8


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken