Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Achas, Rasim, ende Ezechias.

Dat .xvi. Capittel

1

Ga naar margenoot+INden seuentiensten iare Pekah, Ga naar margenoot+ des soones Remalia wert coninck Ahas die sone Iotham, des coninckx Iuda,

2

Ahas was twintich iaer out, doen hi coninck wert, ende hi regneerde sesthien iaren te Hierusalem, ende hi en dede nyet, dat den HEERE sinen God wel behaechde, gelijc sijn vader Dauid, want hi wandelde op die wegen der coninghen Fsrael,

3

daer toe so liet hi sinen sone doort vier gaen na die grouwelen der Heydenen, die dye HEERE voor die kinderen Israel verdreuen hadde,

4

Ende dede offerhande, ende wierp wierooc op die Hoochten ende op alle houelen, ende op alle groene boomen.

5

Doen ter tijt troc Resin die coninc tot Syrien, ende Pekah die sone Remalia die Coninck in Israel, Ga naar margenoot+ opwaerts te Hierusalem om te strijden, ende beleegherden Ahas, si en constense niet gewinnen,

6

Ter seluer tijt bracht Resin die coninc tot Sirien Eloth weder aen Sirien, ende stiet die Ioden wt Eloth, mer die Siriers quamen ende woonden daer inne tot op desen dach.

7

Mer Ahas seynde boden tot Tiglat Pilesser den coninc tot Assyrien, ende liet hem segghen, Ick ben v

[pagina *]
[p. *]

knecht ende v sone, coemt opwaerts ende helpt my wt der hant des conincx te Sirien, ende des conincx Israel die hen teghen mi opgemaect hebben.

8

Ende Ahas nam dat siluer ende gout dat inden huyse des HEREN ende inden scatten des conincx huise geuonden wert, ende seynde den coninc tot Assyrien giften,

9

Ende die coninc tot Assyrien hoorde hem ende troc opwaerts tot Damascon, ende wontse ende voerdese tot Kira, ende doode Rezin.

[afbeelding]

10

Ga naar margenoot+Ende die coninc Ahas trock te ghemoete Tiglath Pilesser den coninc tot Assirien tot Damascon. Ende doen hi eenen outaer sach, die tot Damasco was, seinde die coninc Ahas des seluen outaers exemplaer, ende ghelijckenisse totten priester Vria, so den seluen ghemaect was,

11

ende die priester Vrias tymmerde eenen outaer, ende maecte dien gelijc die coninc Ahas tot hem gesonden hadde van Damasco, tot dat de coninc Ahas van Damasco quam.

12

Ende doen die coninc van Damasco quam ende den outaer sach, offerde hi daer op,

13

ende stack daer op aen sine brantoffer, spijsoffer, ende goot daer op sinen drancoffer, ende liet dat bloet der dootofferanden die hi offerde, opten outaer sprengen,

14

mer den metalen outaer die voor den HERE stont, dede hi wech, dat hi niet tusschen den outaer ende den huyse des HEEREN en stont, mer hi sette hem aenden hoecke des outaers Noortwaerts.

15

Ende die coninc Ahas geboot Vria den priester ende sprac, Ga naar margenoot+ Opten grooten outaer suldy aensteken dat brantoffer des morgens, ende die spijsoffer des auonts, ende de brantoffer des conincx ende sijn spijsoffer, ende die brantoffer alle des volcx inden lande, met haren spijsoffere, ende brantoffer, Ende allet bloet des brantoffers, ende alderhande offerbloet, sult ghi daer op sprengen, Mer metten metalen outaer sal ic my bedincken wat ick maken wil,

16

Vria die priester dede al wat hem die Coninc Ahas hiet.

17

Ende Ahas die coninc brac af, die siden aenden gestoelten, ende dede den ketel bouen daer af, ende die zee dede hi vanden metalen rinderen, die daer onder waren, ende settese op dat steenen plaueytsel.

18

Daer toe den preecstoel des Sabbaths, dien si aent huys ghetymmert hadden. Ende den ganc des conincx buytenwaerts keerde hi totten huyse des HEREN, om des Conincx tot Assyrien wille.

19

Wat meer van Ahas te segggen is dat hi ghedaen heeft, siet dat is gescreuen inde cronike der coningen Iuda.

20

Ende Ahas ontsliep met sinen vaderen, ende werdt begrauen bi sine vaderen in die stadt Dauid, ende Hiskia sine sone wert coninc in sijn plaetse.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
ij Para. xviij.a.

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 15


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken