Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die coninc Nabuchodonosor verwint Ioiakim den coninck Iuda, ende voert sinen sone Ioiachin tot Babel.

Dat .xxiiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+TOt sijnder tijt troc op NebucadNezar de coninc tot Babel, ende Ioiakim wert hem onderdanich drie iaer ende hi keerde hem omme, ende viel van hem,

2

Ende die HERE liet crijschknechten om hem comen wt Caldea, wt Sirien, wt Moab, ende wt den kinderen Ammon ende lietse in Iuda comen op dat si hem te niet souden doen na den woorde des HEREN, dat hi gesproken hadde door sine knechten die propheten,

3

Het geschiede Iuda also na den woorde des HEREN, dat hijse van sinen aensichte soude doen, om die sonden Manasse, die hy gedaen hadde,

4

Ooc om des ontsculdigen bloets wille dat hi storte, ende maecte Ierusalem vol met ontsculdigen bloede, en wildet die HEERE niet vergheuen.

5

Wat meer te seggen is van Ioiakim, ende al wat hi gedaen heeft, Ga naar margenoot+ siet dat is gescreuen inder Croniken der Coningen Iuda,

6

Ende Ioiakim ontsliep met sinen vaderen, ende sijn sone Ioiachin wert coninc in sijn plaetse,

7

Ende die coninc in Egipten en troc niet meer wt sinen lande, Want die coninc tot Babel hadde hem genomen allet wat des conincx in Egypten was, van die beke Egipti aen, tot den water Phrath toe.

8

Ioiachin was .xviij. iaer out, doen hi coninc wert ende regneerde drie maenden te Ierusalem, Sijn moeder hiet Nehusta, Ga naar margenoot+ een dochter Elnatan van Ierusalem,

9

Ende dede dat den HERE qualijc beuiel, gelijc sijn vader gedaen hadde.

10

In dier tijt trocken op de knechten NebucadNezer des conincx tot Babel, te Ierusalem, ende quamen aen de stadt met bolwerc.

11

Ende doen NebucadNezar totter stadt quam, ende sine knechten, belegerde hijse,

12

Mer Io-iachin die coninc Iuda ginc wt totten coninc van Babel, met sijnder moeder, met sinen knechten, met sinen ouersten, ende camerlingen, Ga naar margenoot+ ende die coninc van Babel ontfinc hem int achste iaer sijns conincrijcx.

13

Ende nam van daer wt alle die scatten inden huyse des HEEREN, ende inden huise des conincx, ende sloech in stucken alle gulden vaten die Salomo de coninc Israel gemaect had inden tempel des HEREN, so die HERE gesproken had

14

ende voerde geheel Ierusalem wech alle ouerste, alle machige, thien dusent geuangen, ende alle timmerlieden, ende alle smeden, ende en liet daer niet ouerblijuen, dan tslechste volc des lants.

15

Ende voerde Ioachin wech tot Babel, die moeder des conincx, die wijuen des conincx, ende sijn camerlingen, daer toe die machtige inden lande leide hi ooc geuangen van Ierusalem tot Babel,

16

ende wat der bester lieden waren seuen dusent, ende die timmerlieden ende smeden dusent, alle stercke crijschmannen,

17

Ende de coninc van Babel brachtse tot Babel, ende die coninc van Babel maecte Mathania, zijns vaders broeder, tot eenen Coninc in sijn stede, ende veranderde sinen name Sidekia

18

Sidekia was .xxi. iaer out, doe hi coninc wert ende regneerde te Ierusalem .xi. iaer. Sijn moeder hiet Hamital, een dochter Ieremie van Libna,

19

Ende hi dede dat den HERE mishaechde, also Ioiakim gedaen had,

20

want het gesciede also met Ierusalem ende Iuda, wt de gramscap des HEREN, tot dat hise van sinen aensicht wierp, ende Sidekia viel vanden coninc te Babel.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 8

margenoot+
D vers 12


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken