Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Een gheslacht register vanden kinderen Leui.

Dat .vij. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe kinderen Leui waren Gerson, Kahath, ende Merari,

2

Die kinderen Kahath waren Amram, Iizeha, Hebron ende Vsiel

3

Die kinderen Amram waren Aaron, Mose ende MirIam, Die kinderen Aaron waren Nadab, Abihu, Eleasar, ende Ithamar.

4

Eleazar genereerde Pinehas,

5

Pinehas wan Abisua, Abisua wan Buki, Buki wan Vsi,

6

Vsi wan Serahia,

7

Serahia genereerde Meraioth,

8

Meraioth genereerde Amaria, Amaria wan Ahitob, Ahitob wan Zadok, Zadok wan Ahimaaz,

9

Ahimaaz wan Asaria Asaria wan Iohanan,

10

Iohanan wan Asaria, die die priester was inden huyse dat Salomo timmerde te Ierusalem

11

Asaria wan Amaria, Amaria wan Ahitob,

12

Ahitob wan Zadok, Zadok wan Sallum,

13

Sallum wan Hilkia,

14

Hilkia wan Asaria, Asaria wan Seraia, Seraia wan Iozadok,

15

mer Iozadok wert mede wech gheuoert, doen die HERE die kinderen Iuda ende Ierusalem, door NebucadNezar wech gheuanghen liet voeren.

16

So sijn die kinderen Leui dese, Gerson, Kahath Merari,

17

So hieten die kinderen Gerson, Libni, ende Semei,

18

Ga naar margenoot+Mer die kinderen Kahath hieten Amram, Iezehar, Hebron ende Vziel,

19

die kinderen Merari hieten Maheli ende Musi, dat sijn die gheslachten der Leuiten onder haren vaderen ende familien.

20

Gersons soon was Libni, dies soon was Iahath dies soon was Sima, dies soon was Ioah, dies soon was Iddo, dies soon was Serah,

21

dies soon was Ieathrai, Mer Kahath soon was Aminadab,

22

dies soon was Korah, dies soon was Assur, dies sone was Elkana,

23

dies sone was Abiassaph, dies sone was Assir

24

dies sone was Thahath, dies soon was Vriel, dies soon was Vsia, dies soon was Saul,

25

Die kinderen Elkana waren Amasai ende Ahimoth dies soons was Elkana,

26

dies soon was Elkana van Zoph, Ga naar margenoot+ dies soon was Nahath, dies soon was Eliab

27

dies soon was Ieroham, dies soon was Elkana,

28

dies soon was Samuel, die eerstgeborene was Seni, ende Abia.

29

¶ Merari soon was Maheli, dies soon was Libni, dies soon was Semei, dies soon Vsa,

30

dies soon was Simea, dies soon was Haggija, dies soon was Asaia.

31

¶ Dit sijnse dye Dauid stelde te singhen inden huyse des HEREN daer die arcke ruste,

32

ende diende voor die wooninghe des tabernakel des ghetuyghenis met singen, tot dat Salomo dat huys des HEEREN tymmerde te Ierusalem, ende stonden nae hare wijse, aen haer officie oft dienste,

33

ende dit sijnse dye daer stonden ende haer kinderen. Vanden kinderen Kahath was Heman die sanger, die sone Iohel, des soons Samuel

34

des soons Elkana, des soons Ieroham, des soons Eliel, des soons Thoah,

35

des soons Zuph, des soons Elkana, des soons Mahath, des soons Amasai,

36

des soons Elkana, des soons Ioes, des soons Asaria, des soons Zephania,

37

des soons Tahath, des soons Assiri, des soons Abiassaph, des soons Rorah,

38

des soons Iesehar, des soons Kahath, des soons Leui, des soons Israel.

39

Ende sine broeder Assaph stont tot sijnder rechter siden, ende dye Assaph was een sone Berechia, des soons Simea, des soons Michael,

40

des soons Maesiea, des soons Malchija, des soons Athni,

41

des soons Serah, des soons Adaia, des soons Ethan,

42

des soons Sima, des soons Simei,

43

des soons Iagath, des soons Gerson, des soons Leui.

44

Ga naar margenoot+Mer hare broeders dye kinderen Merari stonden ter slincker siden, Ga naar margenoot+ te weten Ethan de sone Kusi, des soons Abdi, des soons Malluch,

45

des soons Hasabia, des soons Amasia, des soons Hilkia,

46

des soons Amsi, des soons Bani, des soons Samer,

47

des soons Macheli, des soons Musi, des soons Merari, des soons Leui.

48

Hare broeders die Leuiten waren ghestelt tot alderley dienst aender wooninghe des huys des HE-

[pagina *]
[p. *]

REN,

49

Maer Aaron ende sine sonen waren int officie om aen te steken opten outaer, des brandtoffers, ende op den roockoutaer, ende tot alderhande werck inden alderheylichsten, ende om te versoenen Israel, so Mose die knecht Gods gheboden hadde.

50

Dit sijn die kinderen Aaron, Eleazar zijn sone, zijn sone was Pinehas, sijn sone was Abisua,

51

zijn sone was Buki,

52

zijn sone was Vsi, sijn sone was Serahia

53

zijn sone was Meraioth, sijn sone was Amaria, zijn sone was Ahitob, sijn sone was Zadock, zijn soon was Ahimaaz.

54

Ga naar margenoot+Ende dit is haer wooninghe ende hare besittinghe in haren palen, te weten die kinderen Aaron des gheslachts der Kahathiten, Want dat lot viel hen,

55

Ende si gauen hen Hebron inden lande Iuda, ende der seluer voorsteden rontomme,

56

mer dat velt der stadt, ende hare dorpen, gauen si Chaleb den sone Iephune,

57

soo gauen si nv den kinderen Aaron die vrye steden, Hebron ende Libna met haren voorsteden,

58

Iathar ende Esthemoa Hilen, Dekir, Azan, ende Bethsemes met haren voorsteden,

59

Ende wt den stam BenIamin,

60

Geba, Alemeth, ende Anathoth met haren voorsteden, also dat alder steden in haren gheslachten derthien waren.

61

Mer den anderen kinderen Kahath van haren geslachte, vercregense wt den haluen stamme Manasse, Ga naar margenoot+ door tlot thien steden,

62

Den kinderen Gerson van haren geslachte, gheworden wt den stamme Isaschar, ende wt den stamme Asser, ende wt den stamme Naphtali, ende wt den stamme Manasse in Basan, derthien steden.

63

Den kinderen Merari, van haren gheslachte, gheworden door dlot wt den stamme Ruben, ende wt den stamme Gad ende wt den stamme Sebulon twaelf steden.

64

Ende die kinderen Israel die gauen den Leuiten oock steden met haren voorsteden,

65

te weten door dat lodt, wt den stamme der kinderen Iuda, ende wt den stamme der kinderen Simeon, ende wt den stamme der kinderen BenIamin, die steden die si met namen bestemden oft noemden,

66

Mer den gheslachten der kinderen Kahath, geworden steden haerder palen, wt den stam Ephraim.

67

Ga naar margenoot+So gauen si hen nv den geslachte der andere kinderen Kahath, die vrye steden, Sichem opten gheberchte Ephraim,

68

Geser, Iakmean,

69

BetHoron, Aialon, ende Gath, Rimon met haren voorsteden,

70

Daer toe wt den haluen stam Manasse, Aner ende Biliam, met haren voorsteden,

71

Mer den kinderen Gerson gauen si wt den gheslachte des haluen stams Manasse, Golan in Basan, ende Astharoth met haren voorsteden,

72

Wt den stamme Isaschar, Kedes, Dabrath,

73

Ramoth ende Anem met haren voorsteden,

74

Wt den stamme Asser, Masel, Abdon,

75

Hukok, ende Rehob, met haren voorsteden,

76

Wt den stam Naphtali, Kedes in Galilea,

77

Hammon ende Kiriathaim met haren voorsteden.

78

Den anderen kinderen Merari gauen si wt den stamme Sebulon, Rimono ende Thabor met haren voorsteden Ende ouer geen side der Iordanen teghen Iericho tegent oosten aen die Iordane, wt den stamme Ruben

79

Bezer inder woestinen Iahza, Redemoth, ende Mepaath, met haren voorsteden,

80

wt den stamme Gad, Ramoth in Gilead, Mahanam, Hesbon, ende Iaeser met haren voorsteden.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 18

margenoot+
C vers 26

margenoot+
D vers 44
margenoot+
D vers 44

margenoot+
E vers 54

margenoot+
F vers 61

margenoot+
G vers 67


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken