Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een geslacht register vanden kinderen Ruben.

Dat .vi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIe kinderen Ruben des eersten soons Israel, want hi was die eerste soon, Maer om dat hi zijns vaders bedde veronreinichde, Ga naar margenoot+ so wert sine eerste geboorte den kinderen Ioseph des soons Israel ghegheuen, ende hi en wert niet gherekent totter eerster gheboorte,

2

Want Iuda die machtich was onder sine broederen, dien werdt dat prinschap oft vorstscap gegheuen voor hem, ende Ioseph, die eerste gheboorte.

3

Aldus zijn nv die kinderen Ruben, des eersten soons Israel,

4

Hanoch, Pallu, Hezron ende Charmi.

5

Die kinderen Iohel waren Semaia, zijn soon was Gog, zijn soon was Simei,

6

zijn soon was Micha, zijn

[pagina *]
[p. *]

soon was Reaia, sijn soon was Baal,

7

zijn soon was Beera, den welcken ThiglethPilnesser die coninc van Assirien wech geuangen leyde, Ende hi was een prince onder die Rubeniten,

8

Mer sine broeders onder sine geslachten, als si onder haer gheboorte gherekent worden, hadden si tot hoofden Ieiel, ende Zacharia.

9

Ende Bela die sone Asan, des soons Sema, des soons Ioel die woonde tot Aroer ende tot Nebo toe, ende BaalMeon toe,

10

Ende woonden tegen dat oosten, Ga naar margenoot+ tot datmen coemt aen die woestijne, aent water Phrath Want haers vees was vele inden lande Gilead.

11

Ende inden tijt Saul voerden si oorloge tegen die Hagariten, dat die gene vielen, door haer lant, ende woonden in gheender tenten tegen die gheheele oosten side Gilead.

12

Die kinderen Gad woonden tegen hen ouer inden lande Bazan, tot Salcha toe, Ioel die principaelste ende Sapha die andere, Iaenai ende Saphat te Bazan,

13

ende hare broeders des huys haers vaders, waren Michael, Mesullam, Seba, Iorai, Iaecan, Sia ende Eber die seuen.

14

Dit sijn die kinderen Abihail, des soons Huri, des soons Iaroah, des soons Gilead, des soons Michael, des soons Iesisai, des soons Iahdo, des soons Bus

15

Ahi, dye sone Abdiel, des soons Guni, was een ouerste inden huyse haerder vaders,

16

ende woonden tot Gilead in Basan, ende in haren dochteren, ende in haren voorsteden Saron tot aen haer eynden toe.

17

Dese worden al gherekent inder tijt Iotham des conincx Iuda, ende Ierobeam des conincx Israel.

18

Die kinderen Ruben, die Gadditen des haluen stams Manasse, wat strijtbaer mannen waren dye schilden ende sweerden voerden, Ga naar margenoot+ ende bogen ghespannen consten, ende die strijden costen, dier was .lxxiij.M. ende .vij. hondert, ende lx. die int heyr trocken.

19

Ende als si streden teghen die Hagariten, holpen hen Ietur, Naphes, ende Nodab,

20

ende gauen die Hagariten in haren handen, ende allet dat met hen was, Want si riepen tot God inden strijt,

21

ende hi liet hem verbidden, Want si betrouden hem, Ende si voerden wech hare vee, vijf duysent kemelen, twee hondert ende vijftich duysent schapen, twee duysent ezelen, Ende .C.M. menschen sielen,

22

want daer vielen veel gewonde, Want den strijt was van Gode, ende si woonden in haer plaetse totter tijt toe doen si gheuanghen worden.

23

Maer die kinderen des haluen stams Manasse, woonden inden lande van Basan aen tot BaalHermon, ende Senir, Ga naar margenoot+ ende den berch Hermon toe, want haerder was vele,

24

Ende dese waren die hoofden des huys haerder vaders Epher, Iesei, Eliel, Asriel, Ieremia, Hadowi, Iahdiel, machtige deghelijcke mannen, ende vermaerde hoofden inden huyse haerder vaders.

25

Ende als si hen aenden God haerder vaders vergrepen oft ontgingen, ende hoereerden na den afgoden, der volcken inden lande, die God voor hen wtgeroeyt hadde,

26

so verwecte die God Israel den gheest Pul, des conincx van Assirien, ende den gheest ThiglathPilnesser des conincx Assur, ende voerde wech die Rubeniten Gadditen, ende den haluen stam Manasse, ende brachtse tot Halah ende Habor, ende Hara, ende aent water Gosan tot desen daghe toe.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
ge. xlv c exo. vi b Numeri xxvi.a.

margenoot+
B vers 10

margenoot+
C vers 18

margenoot+
D vers 23


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken