Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe dat Hiram die Coninc, Dauidem den Coninc hout sant Ende hoe veel huysurouwen dat Dauid nam Ende hoe die Philistinen tegen hem streden, ende hoe hise verwint.

Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Hiram dye coninc tot Tyro, seynde boden tot Dauid, ende cederen houte, Ga naar margenoot+ metsers, ende timmerlieden, dat si hem een huys souden timmeren.

2

Ende Dauid merckte dat hem dye HERE tot eenen coninc ouer Israel beuesticht had, want zijn conincrijc steech op om zijns volcx Israhels wille,

3

Ende Dauid nam noch meer wiuen tot Ierusalem, ende wan noch meer sonen ende dochteren,

4

ende dye hem te Ierusalem geboren worden, hieten also

5

Samua Sobab, Nathan, Salomon,

6

Iebehar, Elisua, Elipalet,

7

Noga, Nepheg, Iaphia,

8

Elizamma, Bael, Iada, Eliphaleth

9

Ende doen die Philisteen hoorden, dat Dauid tot eenen coninc ghesalft was ouer geheele Israel, trocken si alle op, om Dauiden te soecken, Ga naar margenoot+ Doen dat Dauid hoorde, trock hi wt tegen hen, Ende dye Philisteen quamen ende daelden neder inden gronde of broecke Rephaim,

10

Dauid vraechde God ende sprac. Sal ick op trecken teghen die Philisteen, ende wildise in mijne hant gheuen? Die HEE seyde tot hem. Trect op ic hebse in uwen handen ghegeuen,

11

Ende doen si op trocken tot BaalPrazim, so sloechse Dauid aldaer. Ende Dauid sprack God heeft mijne vyanden door mijne handt ghedeelt, so hem dat water deelt. Daer af hieten si die plaetse BaalPrasim,

12

Ende si lieten hare Goden aldaer. Doe hietse Dauid met vier verbernen

13

Ga naar margenoot+Maer die Philisteen maecten hen weder op, ende deden hen neder inden gronde oft dale,

14

Ende Dauid vraechde Gode noch eens, Ende God sprac tot hem, Ghi en sult niet op trecken achter hem, mer wijct van hen dat ghi aen hen coemt tegen die peerboomen ouer

15

Als ghi dat ruysscen bouen op die peerboomen sult hooren gaen, so vaert daer wt totten strijde, Ga naar margenoot+ Want God is daer voor v wtgetrocken, om der Philisteen heyr te slaen,

16

Ende Dauid dede dat hem God beuolen had, ende si sloegen dat heyr der Philisteen van Gibeon aen, tot Gaser toe.

17

Ende Dauids name brac wt in allen landen, Ende die HERE liet sine vreese ouer alle heydenen comen.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
ij.re. vi a

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 13

margenoot+
D vers 15


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken