Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Rehabeam die coninck verthoornt dat volck, ende hi beswaertse, ende hi doetse van hem afuallen.

Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+REhabeam troc tot Sichem, Want geheele Israel was te Sichem ghecomen, om hem coninck te maken.

2

Ende doen dat Ierobeam hoorde, die sone Nebath, dye in Egypten was, daer hi voor den Coninc Salomo geulucht was, quam hi weder wt Egipten,

3

Ende si seynder derwaerts, ende lieten hem roepen Ende Ierobeam quam metten gheheelen Israel, ende spraken met Rehabeam seggende,

4

V vader heeft onse ioc te hart ghemaect, dus verlicht ghi nv den harden dienst ws vaders, ende dat swaer iock dat hi op ons geleyt heeft, so willen wi v onderdanich zijn,

5

Hi sprac tot haer, Coemt ouer drie dagen weder tot mi, Ende dat volc ghinc wech.

6

Ende dye coninc Rehabeam vraechde raet den ouders die voor sinen vader Salomo gestaen hadden, doen hi noch leefde ende sprack, hoe raet ghi dat ic desen volcke antwoorde?

7

Si spraken met hem ende seyden, Ist dat ghi desen volcke vriendelijc sijt, ende dat ghise goetelick tracteert, ende hen goede woorden geeft, so sullen si v altoos onderdanich sijn,

8

Mer hi verliet den raet der ouders, dien si hem gegeuen hadden, ende ghinc metten iongen te rade, die met hem opgewassen waren, ende voor hem stonden,

9

ende sprack tot hen, Wat raet ghy dat wi desen volcke antwoorden die met mi ghesproken hebben, Ga naar margenoot+ ende seggen, verlicht dat iock dat v vader op ons gheleyt heeft.

10

Die iongers die met hem ophewassen waren, spraken met hem, seggende, Dus sult ghi seggen totten volcke, dat met v gesproken heeft, ende geseyt, V vader heeft ons iock te swaer ghemaect, maect ghi onse iock lichter, ende segt tot hen, Mijnen cleynsten vingher sal dicker

[pagina *]
[p. *]

zijn, dan mijns vaders lendenen,

11

heeft nv mijn vader te swaren iock op v geladen, so wil ic ws iocks meer maken, Mijn vadere heeft v met pesen ghecastijt, maer ic met scorpioenen.

12

Ga naar margenoot+Als Ierobeam, ende allet volck tot Rehabeam quam, opten derden dach,

13

so die coninc geseyt hadde, coemt weder tot mi opten derden dach, so antwoorde hen die coninck hardelijc. Ende die coninck Rehabeam verliet den raet der ouders,

14

ende sprack met hen nae den raet der ionghen segghende, Heeft mijn vader v iock te swaer gemaect, so wil icker noch meer toe doen, Mijn vader heeft v met pesen oft zenuwen gheslaghen, mer ick met scorpioenen,

15

Also en gaf die coninc den volcke geen gehoor, Want het was also van Gode beschict, op dat die HERE beuestigen soude, dat hy gesproken hadde door Ahia van Silo, tot Ierobeam den sone Nebath.

16

Mer doen geheel Israel sach, dat hen die coninck geen gehoor en gaf, Ga naar margenoot+ so antwoorde dat volc den coninc ende sprack, Wat hebben wi deels aen Dauid? oft erffenisse aenden soon Isai? Elc van Israel treck tot sinen tabernacule, So siet ghi nv tot uwen huyse Dauid. Ende gheheel Israel ghinc tot sinen tabernaculen,

17

also dat Rehabeam niet meer dan ouer die kinderen Israel en regneerde, die inden steden Iuda woonden,

18

Dye Coninck Rehabeam sandt Hadronam den rentmeester, mer die kinderen Israel steenden hem ter doot, Ende die Coninck Rehabeam steech rasch op sinen waghen, dat hi vluchten soude te Ierusalem,

19

Also viel Israel af vanden huyse Dauid tot op desen dach.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 12

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken