Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Voorder vanden Conincrijcke Assa.

Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde den gheest Goods quam op Asaria den sone Obed,

2

dye ghinck wt Assa te ghemoete, ende seyde tot hem, Hoort na mi Assa ende gheheele Iuda, ende BenIamin, Die HEERE is met v, want ghi met hem sijt, ende als ghi hem soect, so sal hi hem van v laten vinden, mer dat ghi hem verlaet, so sal hi v ooc verlaten.

3

Daer sullen veel daghen zijn in Israel, datter gheen recht Gods, geen priester die daer leere, ende geen wet zijn en sal,

4

ende als si hen in haerder noot totten HERE den God Israel bekeeren, ende soecken hem, soo sal hi hem laten vinden,

5

In die tijt en salt niet wel gaen dien, die wt ende in gaet, want daer sullen groote getuymelen oft rumoeren zijn, ouer alle die opter aerden woonen,

6

Want deen volc sal dander verslaen, ende deen stadt die andere, Want God salse veruaren met alderhande benautheden,

7

mer sijt ghi ghetroost, ende en doet uwe handen niet af, want uwe werck heeft sinen loon.

8

Ga naar margenoot+Doen Assa dese woorden ende dese prophecie Obed des propheten hoorde, so wert hi ghetroost, ende dede wech die grouwelicheden oft afgoden wt den gheheelen lande Iuda ende BenIamin, ende wt den steden dye hi gewonnen hadde opt geberchte Ephraim, Ende vernyeude den outaer des HEREN, die voor dat poortael des HEREN stont,

9

ende vergaderde dat geheele Iuda ende BenIamin, ende die vreemdelinghen bi hem wt Ephraim, Manasse ende Simeon, want daer vielder vele tot hem wt Israel, als si sagen dat die HERE zijn God met hem was,

10

ende si vergaderden hen te Ierusalem, inder derder maent, inden vijfthienden iare des conincrijcx Assa,

11

ende offerden op den seluen dach den HERE vanden roof dien si gebracht hadden, seuen hondert runderen, ende seuen duysent scapen.

12

Ga naar margenoot+Ende si Ga naar margenoota traden int verbont dat si den HERE haerder vaderen God souden soecken wt geheelder herten ende wt gheheelder sielen.

13

Ende so wye den HERE den God Israhel niet en socht, soude steruen, beyde cleyn ende groot, beyde man ende wijf,

14

ende si swoeren den HERE met luyder stemmen, met geluyde oft geclanc met trompetten ende basuynen,

15

ende geheel Iuda was vrolijc, om den eedt dye si wt geheelder herten ghesworen hadden. Ende si sochten hem wt geheelen wille, ende hi liet hem van hen vinden, ende dye HERE gaf hen rontsomme ruste.

16

Ooc sette Assa die coninck, Maecha sijn moeder af vanden officien dat si gesticht hadde inden Boschkens Miplezeth Ende Assa roeyde haren Miplezeth wt, ende stieten in stucken, ende verbernden in die beke Kidron,

17

mer die hoochten en werden niet af gedaen wt Israel, Nochtans was dat herte Assa volcomen sijn leuen lanck,

18

ende hi brocht in, wat sijn vader geheylicht hadde, ende wat hi geheilicht hadde, int huys Gods, siluer, gout, ende vaten,

19

Ende daer en was gheenen strijt, tot inden vijuendertichsten iaer des Conincx Assa.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 12
margenoota
Int verbont treden, dat is den Here sweeren, ende dat is hem seluen ouer geuen tot Goods wet wt gantscer herten, dat welcke die warachtige aenbidders Godes doen. Psam. c.xxxi. mer biden here sweren, dat is den heere aen te roepen als tot eenen getuyge ende eenen rechter. Iosu. ij c


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken