Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Als dat volck in die feeste der loouertenten vergadert was, doen las Esdras dat ghesedt, oft die wet Mose.

Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALs nv die seuenste maent aen quam, ende die kinderen Israel in hare steden waren

2

so vergaderde hem dat gheheele volc als een man, op een breede strate, voor die waterpoorte, ende spraken tot Esra, den schriftgeleerden, dat hi dat wetboec Mose soude halen, dat die HERE Israel geboden hadde.

3

Ende Esra die priester bracht die wet voor die ghemeynte, beyde mannen ende vrouwen, ende alle diet begrijpen consten inden eersten daghe der seuender maent,

4

ende las daer in, op de breede strate, die voor die waterpoorte was, van tsmorgens vroech totten middach toe, voor man ende wijf, ende wie dattet verstaen conste, Ga naar margenoot+ ende des geheelen volcx ooren waren totten wetboeck ghekeert.

5

Ende Esra die schriftgeleerde stont op eenen hoogen houten stoel, dien si ghemaect hadden, om daer op te prediken, ende neffens hem stont Mathithia, Sema, Anaia, Vria, Hilkia, ende Maesia tot sijnder rechterhant

[pagina *]
[p. *]

ende tot sijnder slincker handt, Pedaia, Misael, Malchia, Hasum, Hasbadana, Sacharia, ende Mesullam,

6

Ende Esra dede dat boeck open voor tgheheel volck, want hi stac wt ouer allet volc. Ende doen hijt op dede, stont alle dat volc,

7

Ende Esra loofde den HERE den grooten God. Ende allet volc antwoorde, Amen, Amen, met haren hande opwaerts, ende neychden ende aenbaden den HERE metten aensichte ter aerden,

8

Ende Iesua Bani, Serebia Iamin, Akub, Sabthai, Hodiaia, Maesia, Klita, Asaria, Iosabad, Hanan, Plaia, Ende die Leuiten deden dat volc op die wet aenmercken, dat dat volck op sine steden stont,

9

ende si lasen in dat wetboec Gods claerlijc, ende verstandelijc, datment verstont, doenment las.

10

Ga naar margenoot+Ende Nehemia die daer is Hathirsata, ende Esra die priester, die scriftgeleerde, ende die Leuiten, dye dat volc deden toehooren, tot alle den volc, Desen dach is heylich den HERE uwen God, daerom en sijt niet droeue, ende en weent niet, Want allet volc weende, doen si die woorden der wet hoorden,

11

daerom sprac hi tot hen, Gaet henen ende etet dat vette, ende drincket dat soete, ende seyndet den ghenen ooc deelen die voor hen seluen nyet bereyt en hebben, Want desen dach is heylich onsen HERE, daerom en becommert v niet, Want die blijscap aenden HERE is uwe stercheyt.

12

Ende dye Leuiten stilden allet volc, ende spraken, sijt stille, want den dach is heylich, en bedroeft v niet.

13

Ende allet volck ghinck wech, dat het soude eten ende drincken, ende deelen seynden ende een groote blijscap maken, Ga naar margenoot+ Want si hadden die woorden verstaen diemen hen vercondicht hadde.

14

Ende des anderen daechs vergaderden hen die ouerste vaderen onder dat gheheele volc, ende dye priesters ende Leuiten tot Esra den scriftgheleerden, dat hy hen die woorden der wet soude bedieden.

15

Ende si vonden gescreuen in die wet, dat die HERE door Mosen gheboden hadde, dat die kinderen Israel in louertenten souden wonen, opt feest inder seuenster maent,

16

Ende si lietent vercondighen ende wt roepen in alle hare steden, ende te Hierusalem, ende segghen, Gaet wt op dye bergen, ende halet olijftacken, myrtentacken, palmtacken, ende tacken van dichten boomen, datmen loouertenten make, so het bescreuen staet.

17

Ende dat volc ginc wt, ende haelden ende maecten hen louertenten, elc op sijn dack, ende in hare houen, ende inden houen aent huys Gods, ende op dye breede strate aen die waterpoorte, ende op die breede strate aen die poorte Ephraim,

18

Ende dye geheele gemeynte der geender die wt der geuangenissen weder waren gecomen, maecten loouertenten ende woonden daer inne, want dye kinderen Israhel en hadden sint ter tijt Iosua den sone Nun, tot desen dach toe nyet also gedaen, ende was een seer groote blijscap,

19

Ende alle dage wert int wetboeck Gods ghelesen, vanden eersten dach aen tottten lesten toe, Ende hielden die feeste seuen dagen, ende opten achtsten dach die vergaderinge also het behoort.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 13


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken