Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die priesters ende die Leuiten worden hier ghenoemt, die met zorobabel op ghetoghen waren, vander wijdinghe der mueren, van Hierusalem.

Dat .xij. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIt sijn die priesters ende Leuiten, die met Serubabel den sone Sealthiel ende Iesua op trocken, Seraia, Ieremia, Esra,

2

Amaria, Malluch, Hattus,

3

Sechania Rheum, Meremoth,

4

Iddo, Ginthoi Abia,

5

Meiamin, Maadia, Bilga,

6

Semaia, Ioiarib Iedaia,

7

Sallu, Amok, Hilkia, ende Iedaia.

8

Dit waren die hoofden onder die priesteren ende haren broederen, inden tijden Iesua.

9

Maer die Leuiten waren dese, Iesua, Bennui, Kadmiel, Serebia, Iuda ende Mathania, ouer dat dancofficie, hi ende sijn broeders,

10

Bakbukia, ende Vnni hare broeders waren om haer ter hoedinghe.

11

Iesua genereerde Ioiakim, Ioiakim wan Eliasib, Eliasib wan Ioiada,

12

Ioiada genereerde Ionathan, Ionathan wan Iaddua.

13

Ende inden tijt Ioiakim waren dese ouerste vaderen, onder den priesteren te weten van Seraia, was Meraia, van Ieremia, was Hanniaia,

14

van Esras was Mesullam, van Amaria Iohanan,

15

van Malluch was Ionathan, Van Sebania was Ioseph,

16

Van Harim was Adna, Van Meraioth, was Helkai,

17

Van Iddo was Sacharia, Van Ginton was Mesullam,

18

Van Abia was Sichri, Van Meiamin Moadia, die was Piltai,

19

van Bilga was Sammua, Van Semaia was Ionathan,

20

Van Ioiarib was Mathnai,

21

van Iedia was Vsi, Van Sallai was Kallai, Van Amok was Eber,

22

Van Hilkia was Hasabia, Van Iedaia was Nethaneel.

23

Ende inden tijden Eliasib, Ioiada, Iohanan, ende Iaddua, worden die ouerste vaders onder die Leuiten ende die priesteren bescreuen, Ga naar margenoot+ onder den conincrijcke Darios, des Perzers.

24

Die kinderen Leui die ouerste vaderen worden bescreuen in die Cronike, totter tijt Iohanan des soons Eliasib toe.

25

Ende dit waren waren die ouerste onder die Leuiten Hasabia, Serebia, ende Iesua die sone Kadmiel, ende hare broederen neffens hen te louen ende te dancken, alsoot Dauid die man Gods gheboden had. Deene hoede neffens dye andere,

26

Mathania,

[pagina *]
[p. *]

Bakbukia, Obadia, Mesullam, Talmon, ende Akub, waren poortiers aen die hoede, aenden dorpel in die poorten.

27

Dese waren inden tijden Ioakim des soons Iesua des soons Iozadok, ende ten tijden Nehemia des landtgraefs ende des priesters Esras des scriftgheleerden

28

Ende inder wijdingen der mueren tot Ierusalem sochtmen die Leuiten wt allen haren plaetsen, datmense te Ierusalem soude bringen, om in bliscappen wijdinge te houden, met dancken, met singen, cymbalen, psalteren, ende harpen.

29

Ende die kinderen der sangers vergaderden, ende vanden omliggenden lande om Ierusalem, ende vanden houe Nethophati,

30

ende vanden huysen Gilgal, ende vanden ackeren te Gibea ende Asmaueth, Want die sangers hadden hen houen ende lanthuysen getimmert rontsom Ierusalem.

31

Ende die priesters ende die Leuiten reynichden hen ende si reynichden dat volc, die poorten ende die mueren.

32

Ga naar margenoot+Ende ick liet die vorsten Iuda bouen op dye mueren climmen, ende ic stelde twee grote danc chooren, die gingen henen ter rechter siden bouen op die mueren ter mestpoorten waert,

33

ende hen ghinc na Hosaia, ende die helft der vorsten Iuda

34

ende Azaria, Esra, Mesullam, Iuda BenIamin, Semaia ende Ieremia,

35

ende sommighe der priesters kinderen met trompetten, te weten Sacharia die sone Ionathan, des soons Semaia, des soons Mathania, des soons Michaia, des soons Sachur, des soons Assaph,

36

ende sijn broeders, Semaia, Azareel, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel ende Iuda, Hanani, metten musijcspelen Dauids des mans Gods, Esra die scriftgeleerde voor hen, ter fonteynpoorten waert,

37

ende ghinghen neffen hen op die trappen totter stadt Dauid, die mueren op, totten huyse Dauids toe, tot aen die waterpoorte teghent oosten.

38

Den anderen danc choor, ghinc tegen hen ouer, ende ic nae hen, Ende die helft des volcx aen die mueren op die ouens poorte, tot aen die breede mueren,

39

ende tot op die poorte Ephraim, ende tot die oude poorte, ende tot die vischpoorte, ende totten thoren Hananeel, ende totten toren Mea, tot aen die scaepspoorte, ende bleuen in die kerckerpoorte,

40

ende die twee dancchooren stonden also inden huyse Gods, ende ic ende die helft der ouerster met mi,

41

ende die priesters, te weten ElIakim, Maesia, MinIamin, Michaia, Elioenai, Zacharia, Hanania, met trompetten,

42

ende Maesia, Semaia, Eleazar, Vsi, Iohanan, Malchia, Elom, ende Azer, Ga naar margenoot+ Ende de sangers songen luyde, ende Iesrahia was die voorstaende.

43

Ende inden seluen dage, werden groote offerhanden gheoffert, ende waren vrolijc, Want God had hen een groote blijscap ghemaect, also dat hen, beyde wijuen ende kinderen verblijden. Ende men hoorde die blijscap van Ierusalem verde.

44

In dier tijt werden mannen ouer die schatkisten gheoordineert doen die Heffen, eerste vruchten ende thienden in waren, dat sise vergaderen souden van dye ackeren om die stadt, om wt te deelen na die wet voor die priesteren ende Leuiten, Want Iuda hadde een blijschap aen die priesteren ende Leuiten, dat si stonden ende bewaerden die bewaringhe haers Gods, ende die bewaringhe der reyninghen.

45

Ende die sangers ende poortwachters stonden nae den ghebode Dauid ende sijns soons Salomo,

46

Want inden tijden Dauid ende Assaph, so werden die ouerste sangers gesticht, ende lofliedekens ende danc tot God

47

Ende geheel Israel gaf den sangers ende den poortwachters deelen inden tijden Serubabel ende Nehemia, elcken dach sijn deel, ende si gauen gheheylichde voor die Leuiten, Ende die Leuiten ghauen gheheylichde voor die kinderen Aaron.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 23

margenoot+
C vers 32

margenoot+
D vers 42


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken