Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hier vermaent ende waerschout ons die wijsheyt, dat wi ons voor boose wijuen wachten sullen, Ende daer nae bescrijftse eenen beeldenaer, oft beworpsel van eender eerbaerder vromer ghehouder vrouwen.

Dat .xxxi. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIt sijn die woorden des conincx Lamuel Die leeringhe die hem sine moeder leerde

2

Och mijn wtuercorene O ghi sone mijns lichaems, Och mijne ghewenschte sone.

3

En laet der vrouwen v vermogen nyet noch uwen wech den coninghen te verdoene.

4

O niet den coninghen, Lamuel en gheeft den Coninghen niet wijn te drincken, noch den princen stercken drancke.

5

Si mochtent drincken ende der rechten vergheten, ende veranderen die sake ergents, der allendiger kinderen.

6

Ga naar margenoot+Gheeft stercken drancke, den ghenen die verdaen sullen worden, ende den wijn den bedroefden sielen,

7

op dat si drincken, ende haerder armoeden vergeten, ende haers ongelucx niet meer en gedencken.

8

Doet uwen mont open voor den stommen ende voor die sake alder kinderen die verlaten sijn.

9

Doet uwen mont open, ende oordeelt recht, ende wreket den allendighen ende armen.

10

Ga naar margenoot+† WIe wil een redelick wijf vinden, Sy is edelder dan peerlen.

11

Haers mans herte derre hem op haer verlaten, ende neeringhe en sal hem niet ghebreken,

12

Si doet hem goet, ende gheen quaet sijn leuen lanck

13

Si gaet met wolle ende vlasch omme, Ende arbeydet gheerne met haren handen.

14

Si is ghelijc eens coopmans schip, Dat sine comanschap van verre brengt.

15

Sie staet tsnachts op, ende geeft voetsel haren huys, Ende teten haren deernen.

16

Ga naar margenoot+Si dinct na eenen acker ende coopt dien, Ende plantet eenen wijnberch vanden vruchten haerder handen.

17

Sy gordet haer lendenen vaste, ende stercket hare armen.

18

Si geuoelet dat hare hanteringe goet is, hare keersse en gaet tsnachts niet wt.

19

Si strect hare handen na den spinroc, ende hare vingheren aenueerden die spille.

20

Sy bereydet hare handen wt totten armen, Ende reycket hare hant tot den behoeuenden.

21

Ga naar margenoot+Si en vreest voor haren huyse niet voor den sneeu. Want hare gheheele huys heeft twee gheuoederde cleederen.

22

Si maect haers selfs een cieragie, Witte side ende purpuren is haer cleet.

23

Haer man is vermaert inder poorten, Als hy sidt bi die ouders des lants.

24

Si maect siden doecken, ende vercoopt dye, een gordel gheeft si den cremer.

25

Stercheyt ende cieragie is haer cleet, ende sal namaels lachen.

26

Si doet haren mont open met wijsheyt, Ende op haer tonghe is die wet der goetheyt.

27

Ga naar margenoot+Si schouwet op die ganghen haers huys, Ende en etet haer broot niet met luyheyt.

28

Hare sonen comen op, ende prijsense salich, Haer man looftse.

29

Vele dochteren bringhen rijcdom te samen, Mer ghi gaetse alle te bouen.

30

Gonste is valsch, ende scoonheyt is ydel, Een wijf die den HERE vreest salmen louen.

31

Gheeft haer vanden vruchten haerder handen, Dat si hare wercken louen in die poorten. *

¶ Eynde des boecx der Sentencien Salomo.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
A vers 10

margenoot+
B vers 16

margenoot+
C vers 21

margenoot+
D vers 27


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken