Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier verhaelt hi haer den voorledenen iammer, ende die geuangenisse, op dat si die toecomende sonden waer nemen Van dye toecoemst ende dat rijcke Christi, Hy verwijt haer haren hoochmoet, ende vercondicht Gods straffinghe.

Dat .ix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+HEt volck dat in duysternisse wandelt, dat siet een groot licht.

2

Ende ouer den ghenen dye daer in duysteren landen woonen schijnet een claerheyt. Ghy maect der heydenen veel, ende daer bi en maect ghi der vruechden nyet veel. Van dijnent wegen salmen vrolijck sijn, ghelijck alsmen blye is inden oogste. Ende gelijc alsmen vrolijck is, alsmen die buete wtdeelt.

3

Wandt ghi hebt het Iock haers lasts, ende die Ga naar margenoota roede haerder schouderen, ende den stoc haers Ga naar margenootb drijuers gebroken, gelijck als inder tijt Midian.

4

Want alle oorlogen ende oproer, ende die bebloede cleederen sullen verbrant, ende metten viere verteert worden.

5

Want ons is een kint geboren, eenen soon is ons gegeuen, Wiens heerscappie op zijn scouderen is, ende hi heet, Wonderlijc, Raet, Cracht, Ruese, Eewich vader, Een vreedtsaem Prince,

6

op dat sine heerscappie groot worde, ende des vreedts geen eynde, op den stoel Dauids ende sijn Conincrijck, op dat hijt bereede ende stercke, met gerecht ende gerechticheyt, van nv aen tot inder eewicheit. Die ernstighe zeloersche liefde des HEREN der heyrscaren sal sulcx doen

7

Die HERE heeft een woort ghesonden in Iacob, ende dat is in Israel gecomen,

8

Ga naar margenoot+dattet alle tvolck van Ephraim, ende die borgheren van Samaria weten souden, die daer seggen in hoochmoedicheydt ende in eenen stouten sinne,

9

Die tichelsteenen sijn geuallen, mer wi willent met viercante ende gehoudene steenen weder tymmeren. Men heeft die moerbesieboomen afgehouden, maer wi willen Cederboomen in die plaetse setten

10

Want die HEERE sal des Rezin crijschuolc tegen haer verheffen, ende haer vianden te hoope vergaderen,

11

also dat die Syriers van voren ende die Philisteen van achter aencomen, op datse Israel also met een volle kake inslocken mogen. Ende indien alle, so en laet sinen thoorne noch niet af, ende zijn Ga naar margenootc hant is noch wtgestrect.

12

Want dat volc en keert hem noch niet totten ghenen diese slaet. Ende si en vragen nae den HERE Sebaoth niet

13

Daeromme sal die HERE afhouden van Israel beyde dat hooft ende den steert, beyde den stronc ende die tacken op eenen dach.

14

Die oude eerlijcke lieden dat sijn die hoofden. Die propheten die daer valschelijck leeren, die sijn den steert, Ende die voorgangers des volcx dat sijn verleyders, Ga naar margenoot+ Ende die haer laten leyden, dat sijn die verslondene.

15

Daeromme en can dye HERE aen haer iongelingen geen blijschap ghehebben, noch haerder weeskens ende weduwen niet ontfermen,

16

Want si sijn alte samen geueynst ende boos, ende alder menscen mont spreect dwaesheydt Ga naar margenoot+ Ende in dien allen en laet sinen thoorne noch niet af ende sijn hant is noch wt ghestrect.

17

Want dat godloose wesen is ontsteken als een vier, ende het verteert doornen ende heggen, ende het bernt, als in een dick wout, ende het geeft eenen hoogen rooc,

18

Want dat lant is verduysterr inden thoorne des HEREN der heyrscharen, Ende dat volck is ghelijc als spijse des viers, Nyemant en sal sinen naesten sparen,

19

Mer siet yemant af totter rechter hant so lijdt hi honger, Oft eten si opter slincker hant, so en worden si niet versaet. Een yegelijc sal tvleesch van sinen Ga naar margenootd arme eten,

20

Manasse den Ephraim, ende Ephraim den Manasse. Ende si alle beyde tsamen Iudam. In dyen alle en laet sinen thoorne niet af, ende sijn hant is noch wt ghestrect.

margenoot+
A vers 1

margenoota
Roede dat is stercte daer si in betrouden
margenootb
Drijuers dat sijn de gene die ondrachlijcke lasten haren ondersaten op legghen. Matthe xxiij.a

margenoot+
B vers 8

margenootc
Wtgestreckte handt is hier, den grooten thoorne Gods ouer dye godloose hie. xviij

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 16

margenootd
tvlees van sinen arme eten dat is sinen naesten beroouen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken