Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ God seyndet den Propheet in des potbackers huys, daer thoont hi hem sijn voornemen ende opset, wt den welcken dye Propheet onderwesen, vermaent dat volck tot beteringhe, met een openbaringhen der straffingen Gods.

Dat .xviij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt is dat woort dat gheschiede vanden HERE tot Hieremiam.

2

Maect v op, ende gaet af in des potbackers huys, aldaer wil ic v mijne woorde laten hooren.

3

Ende ic ginc henen af in des potbackers huys. Ende siet, hi arbeyde op dat radt oft wiele,

4

Ende den pot die hi maecte wt leeme, die brack hem onder die handen. Doen maecte hi wederomme eenen anderen potte, so dat hem beliefde.

5

Doen geschiede des HEREN woort tot mi ende seyde.

6

En can ick oock alsoo met v niet omme gaen? O ghi vanden huyse Israels gelijc als dese potbacker, seyt die HERE, Siet gelijc dat leem is in des potbackers hant, also sijt ooc ghi vanden huyse Israels in mijnder hant.

7

Ga naar margenoota Onuoorsiens spreke ic tegen een volc ende conincrijck, dat ict wtroeyen, verwoesten, ende verderuen wille

8

Mer in dien dattet hem bekeert van sijnder boosheyt waer tegen dat ic spreke. So sal mi ooc berouwen dat ongeluc, dat ic haer dacht aen te doen.

9

Ende bottelijcken spreke ic van eenen volcke ende conincrijcke, dat ic dat planten ende stichten wille.

10

Mer in dien dattet dan quaet doet voor mijnen ooghen, also dattet mijnder stemme niet gehoorsaem en is, so sal my ooc berouwen dat goet, dat ic haer belooft hadde te doen

11

Daeromme so spreect nv tot die van Iuda, ende tot den borgeren in Hierusalem. Also seyt die HERE, siet, ic bereyde v een ongeluck toe, ende ic heb gedachten teghen v. Daeromme keere een yeghelijck van sinen bosen wegen, ende betert v wesen ende doet recht.

12

Mer si spreken, ey laet doch dat varen, wi willen nae onse ghedachten wandelen, ende een yeghelic doen na dat goetduncken sijns boosen herten.

13

Daeromme spreect die HERE. Vraghet doch onder die heydenen, oft yemant des gelijcx gehoort heeft, so grouwelijcken dinc als die dochter Israels doet.

14

En sal den sneeuwe die op dye steenrootsen Libani versmelt, die velden niet veruochtighen?

15

Oft

[pagina *]
[p. *]

moghen die fonteynaderen, ende waterpijpen in die maniere afghegrauen worden, dat si niet meer en loopen, ende vruchtbaer en maken? Ende mijn volc heeft mijns in die maniere vergeten, dat si den afgoden, ende beelden wieroocken, ende gheuen argernisse altijt, ende gaen onghebaende straten,

16

op dat haer landt tot eender woestijne worde, haer tot eewiger schande, also dat wie dat daer voorby gaet hem verwonderen, ende dat hooft schudden sal,

17

Want ic wilse door eenen oosten wint verstroyen, voor haren vianden. Ic wil haer den rugge bieden, ende niet dat aenschijn, Ga naar margenoot+ als haer verderuer coemt.

18

Maer si seggen, † Coemt ende laet ons teghen Hieremiam eenen raet houden, want dye priesters en connen inder wet niet dwalen. Ende dye ouden (ende raedtsheeren) en mogen niet missen inden raet (oft wijsheyt) Ende die propheten en connen niet ongerecht gheleeren. Coemt herwaerts, ende laet ons hem metter tongen dootslaen, ende geen acht hebben op alle sine redenen.

19

O HERE ghedenct mijnder, Ga naar margenoot+ ende hoort doch die stemme mijnder vianden.

20

Ist oock recht, dat sy tgoet met quaet betalen? want si hebben mijnder sielen een graft ghegrauen. Weest doch gedachtich hoe ic voor haer ghestaen hebbe, om dat beste te spreken, op dat ghi uwen thoorne soudt van haer keeren.

21

Daeromme straft nv haer kinderen met hongher, ende laetse int sweert comen, dat haer wijuen ende weduwen sonder kinderen sijn, ende haer mannen doot gheslagen worden, ende dat haer iongelinghen inden strijdt doort tsweert vermoort worden,

22

also dat een ghecrijsch wt haren huysen ghehoort worde, hoe dat ghy onuoorsiens hebt crijschsuolck ouer haer laten comen, Want si hebben eenen cuyle ghegrauen om mi te vanghen, ende ooc mijnen voeten eenen strick gheleghet.

23

Ende ghi wetet ende aensiedt O HERE alle haer opsetten teghen my, dat si mi dooden willen, so en vergheeft haer hare misdaet niet, ende en laet haer sonden voor dijn aenschijn niet wtghedaen worden, Maer laetse voor di verdaen worden, ende gaet met haer omme na dijnder gramschappen. *

margenoot+
A vers 1

margenoota
Onuersiens dat is in mijnen toorne psal. ij.d. Rom. ix.

margenoot+
C vers 17

margenoot+
Ghebet Hieremie teghen sine vyanden


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken