Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat .v. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ACh HERE ghedenct doch hoe dattet ons gaet, Siet, ende aenschout onse versmaetheyt,

2

Onse erffenisse is den vreemden te deel geworden, ende onse huysen den wtlandighen.

3

Wy sijn weesen, ende en hebben gheen vaders, onse moeders sitten als die weduwen.

4

Onse eyghen water moeten wi om ghelt drincken. Onse hout moeten wi om ghelt coopen.

5

Men iaecht ons opten hals na, Ende als wi al moede sijn, soo en laetmen ons nochtans gheen ruste hebben.

6

Wy hebben ons moeten Egipten ende Assirien ouergheuen, op dat wy doch broots ghenoech souden hebben te eten.

7

Onse vooruaders hebben ghesondicht, Ga naar margenoot+ ende si en sijn nv niet meer tegenwoordich, ende wy moeten hare misdaet ontgelden.

8

Die knechten regneren ouer ons. Ende daer en is nyemandt, die ons van haerder hant verlosse.

9

Wi moeten ons broot met pericule ons leuens halen voor dat sweert inder woestijne.

10

Onse huydt is al waerse in eenen ouen verbrant vanden grouwelijcken hongher.

11

Ga naar margenoot+Si hebben die wijuen tot Syon ghescheyndt, ende die ionghe maechden in die steden Iuda,

12

Die vorsten sijn van haer ghehanghen, ende die persoonen der ouder eerbaren en heeftmen ooc niet ghespaert.

13

Die ionghelinghen hebben moeten molensteenen draghen, ende dye knechtkens hebben ouer thout dragen moeten struyckelen.

14

Die ouden en sitten niet meer onder die poorte, Ende die ionghelinghen en bedrijuen gheen musijcspel meer,

15

Ons herten vruechde heeft een eynde,

16

ons danssen ende reyen is in droefheyt verkeert. Den cranse ons hoofts is verwelct ende afgheuallen, O wee ons dat wi ye so ghesondicht hebben.

17

Daeromme is ooc ons herte bedroeft, ende onse ooghen sien iammerlijcken,

18

om des berges Sions wille, dat hi so woest leyt dat ooc die vosschen daer op rontsomme loopen.

19

Maer du O HERE die inder eewicheydt blijft ende dijnen throone altijt ende eewelijc,

20

Waeromme wilt ghi onser so gheheel vergheten? ende ons so langhen tijt verlaten?

21

O HERE bekeert ons tot v, so worden wi bekeert. Vernieut onse dagen gelijc van oudts herwaerts,

22

want ghi hebt ons nv lange ghenoech verworpen, ende sijt langhe ghenoech ouer ons toornich gheweest.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
Ex. xx. Deu. v. Hiere. xxxi. ezechie. xviij.

margenoot+
B vers 11


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken