Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat .iiij. Capittel.

1

OCh hoe is dat gout soo gansch verduystert? ende dat fijn gout so verwoest? ende die steenen des heylichdoms liggen op alle straten verstroyt?

2

Beth Die edele kinderen Zions, den goude gelijc geacht, hoe zijn si nv den eerdenen vaten gelijc, die de potmaker maect?

3

Gimel Die draecken reycken die borsten haren iongen ende suygense. Mer die dochter mijns volcx moet ongenadich zijn, gelijc als een struysse inder woestinen

4

Daleth. Den suygelingen cleeft haer tonge aen haren raecke van dorste, dye ionge kinderen heysschen broot, ende daer en is niemant diet haer breke

5

He. Die voormaels dat vertaerde oft dat leckerste aten, dye versmachten nv opter straten. Die voortijts in siden purpur opgeuoert sijn, die moeten nv inden dreck ligghen

6

Vau Die misdaet der dochter mijns volcx is groter dan die sonde Sodoma, die bottelijc omgekeert wert ende daer en quam niet een hant toe.

7

Sadain. Hare Nazareen waren witter dan die snee, ende witter dan melck, hare verwe was rootachtigher dan Corale, haer aensien was als een Saphirse

8

Heth. Mer nv is haer gesteltenisse gansch swart, datmense opter straten niet en kent. Haer huyt hangt aenden beenen, ende sijn so dorre als een hout

9

Thet. Den verslaghenen door tsweert gesciet beter, dan den genen die van honger steruen, ende die versmachten ende verderuen moeten vanden dieren tijt.

10

Iod Die wijfs die van natueren bermhertich zijn, hebben hare kinderen met haers selfs handen moeten coken, op dat si te eten hadden, in de iammerlijcke verderuinge des dochters mijns volcx.

11

Caph. Die HERE heeft sinen toorne volbracht, hy heeft sinen grammigen toorne wt geschut, hi heeft tot Syon een vier aengesteken dat oock haer fundament verteert heeft.

12

Lamed. Die Coningen opter aerden en haddens niet ghelooft noch alle die lieden inder werelt, dat die vianden ende wederpartie tot Ierusalem ter poorten souden in trecken

13

Mem. Het is gheschiet om der sonden wille haerder Propheten, ende om der misdaet wille haerder Priesteren, die daer inne der gerechten bloet ghestort hebben.

14

Nun. Si gingen herwaerts ende ghints opter straten, gelijc de blinden, ende waren met bloede besmet, ende en conden ooc der seluer cleederen niet aengeroeren.

15

Samech. Mer si roepen tot eenen yeghelijcken, wijct ghi onreyne, wijct, wijct, en roeres niet aen, Want si schouden haer, ende vloden voor haer, Datmen ooc onder die heydenen seyde, Si en sullen daer niet langhe blijuen.

16

Ain Daeromme heeft haer den thoorne des HEREN verstroyt, ende en wil haer niet meer aensien, Want si die priesteren niet en eerden, ende metten ouders gheen bermherticheyt gheoeffent en hebben.

17

Pe. Daeromme sterren ons noch onse ooghen, op die ydele hulpe, tot dat si tsamen moede worden, doen wy wachten op een volc dat ons doch niet gehelpen en conste.

18

Zade. Men iaechde ons, dat wi op onse straten niet gaen en dorsten. Doen quam oock ons eynde, onse daghen sijn wt, onse eynde is comen.

19

Cof. Onse veruolgers waren sneller dan den aernt onder den hemel, op die berghen hebben si ons veruolcht ende inder woestenije op ons laghen gheleyt.

20

Res. Die gesalfde des HEREN, die onsen troost was, is geuanghen geworden, doen si ons verstoorden, op wien wy ons verlieten, wi wouden onder sine schaduwe leuen onder die heydenen.

21

Schin. O du dochter Edom verblijt v, ende weest vrolick, die daer wonest inden lande Vtz, want den kelc sal v ooc ouer comen, ghi moet oock droncken ende gebloot worden.

22

Tau. O du dochter Sion, dijn misdaet heeft een eynde, hy en sal v nyet meer laten wech voeren. Mer dijn misdaet, O ghi dochter Edom die sal hi besoecken, ende dijn sonden ontdecken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken