Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Den prophete wort ghetoont in een gesichte, oft visioen, met wat straffinghe dat God dat volc wil te nyeute maken

Dat .v. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde ghy menschen kint, Neemt een sweert scherp gelijc een scheermesse, ende vaert daer mede ouer dijn hooft ende baert, Ende neemt een weechschale ende gewicht, ende deelt dat hayr daer mede,

2

Dat een derdendeel verbernt met vier midden inder stadt, als die dagen des belegts voleynt sijn, Dat ander derdendeel neemt, ende slatet metten sweerde rontsomme, Dat leste derdendeel stroyt inden wint, dat ic dat sweert achter haer wttrecke

3

Mer neemt daer af een cleyn weynichken, ende bindet in deyndeken van uwen mantel,

4

Ende neemt wederomme sommighe daer van, ende worpet in een vier, ende verbernet metten viere. Daer af sal een vier wt comen ouer dat ganssche huys Israels

5

Also spreect die HERE God, dat is Hierusalem die ic onder die Heydenen geset hebbe, Ga naar margenoot+ ende die landen rontsomme haer,

6

Maer si heeft mijn wet verwandelt in een godloose leere, Ga naar margenoot+ meer dan die heydenen, ende mijne rechten, meer dan die landen die rontsom haer liggen, Want si verworpen mijn wet, ende en willen nae mijne rechten niet leuen.

7

Daeromme spreect die HEERE God also, Aengesien dat ghi groter boosheyt doet dan die Heydenen, die rontsomme v sijn, ende na mijn geboden niet en leeft, Ga naar margenoot+ ende na mijne rechten niet en doet, Maer nae der heydenen wijse, die rontsom v sijn. Daeromme seyt die HERE God alsoo

8

Siet ic wil ooc aen v, ende wil dat recht ouer v laten gaen, dat die Heydenen toesien sullen,

9

Ende ic wil also met v om gaen, gelijc ic noyt gedaen en hebbe, Ga naar margenoot+ noch voort meer doen en sal, om alle dijnder grouwelen wille,

10

Dat onder v, die vaders hare kinderen, ende die kinderen haer vaders eten sullen, Ende ic wil alsulcken recht ouer v laten gaen, dat alle dijne ouergebleuen in alle winden verstroyt sullen worden.

11

Daeromme so waerlic als ic leue spreect die HERE Godt, om dat ghi mijn heylichdom met dijne grouwelen, ende beelden veronreynicht hebbet, so wil ic v ooc wech scauen, ende mijn ooge en sal v niet sparen, noch voorby gaen.

12

Dat derdendeel van v sal vander pestilentien steruen, ende door honger vergaen. Ende dat ander derdendeel sal door tsweert steruen, rontsomme v Ende dat laetste derdendeel wil ic in alle winden verstroyen Ende dat sweert achter haer wt trecken

13

Ga naar margenoot+Also sal mijnen toorne voleyndt, ende mijn verbolgentheyt ouer haer volbracht worden, alsoo dat ic mijnen moet coele, Ende si sullent beuinden dat ict die HERE in mijne zeloersche ernstige liefde gesproken hebbe, als ic mijnen toorne aen haer volbracht hebbe,

14

Ic wil v tot eender woestenie, ende tot een versmaetheyt setten voor alle heydenen, die rontsom v sijn, voor den ooghen aller die daer voor bi gaen,

15

Ende ghi sult een verachtinge, spot, exempel ende wonder sijn allen Heydenen, die rontsom v sijn. Tot dier tijt als ick ouer v dat recht laet gaen met toorne, gramscappe, ende met een toornich kijuen, Dat segge ic die HERE. Ende als ic boose pijlen des hongers onder haer schieten sal, die seer scadeliken sijn sullen, ende icse wt schieten sal v te verderuen,

16

Ende den honger ouer v altijt laet groter worden, ende den voorraet des broots wech neme

17

Ia honger ende boose wilde dieren wil ic onder v seynden, dye sullen v erueloos maken. Ende daer sal pestilentie ende bloetuerghieten onder v omgaen. Ende ic wil dat sweert ouer v brengen, Ic die HERE hebt geseyt.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
Ioan. xiiij.

margenoot+
leu. xviij

margenoot+
C vers 9

margenoot+
D vers 13


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken