Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hi verwijt haer sine weldaden, ende hare ondancbaerheydt op dat hijse tot wederkeeren verwecke.

Dat .vi. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe ouerheeren in Iuda sijn den genen gelic die die lantpalen versetten. Daeromme sal ic mijnen thoorne ouer haer als water wtscudden,

2

Ephraim lijdt gewelt, ende wort geplaecht, daer aen gesciet hem recht, Want hi heeft hem gegeuen tot menschen geboden. Daeromme ben ic den Ephraim gelijc een motte,

3

Ende den huyse Iuda ghelijc als eenen houtworm ende plaghe.

4

Als Ephraim sijn crancheyt, Ende Iuda sinen wonden voelden, So tooch Ephraim tot Assur, Ende seinde totten Coninc Iareb, Maer hy en conde v niet heelen, noch v van dit wee niet ontlasten,

5

Wandt ic ben den Ephraim ghelijc eenen lupaert, Ende den huyse Iuda gelijc als eenen leeuwe, Ick, Ic, wilse verschoren, ende daer af gaen, Ic wilse wech voeren, Ende nyemant en machse bescermen, Ick sal ooc weder op mijn plaetse gaen, tot dat si hare schult bekennen, ende mijn aensicht soecken.

6

Ga naar margenoot+Inden ancxte sullen si mi vroech soecken, Alst haer qualiken gaet, Ga naar margenoot+ so sullen si mi soecken moeten, ende seggen, Wel op, laet ons wederomme totten HERE keeren Want hi heeft ons verschoort, Hi sal ons ooc heelen, Hi heeft ons gewont, hi sal ons ooc verbinden,

7

Hy sal ons ooc Ga naar margenoota helpen binnen twee daghen, Op dat lancste sal hy ons op den derden dach weder heelen, Ia dat wi voor hem gesont sijn sullen,

8

Dan sullen wijt verstaen, ende onse neersticheyt doen om den HERE te bekennen, Sijnen wtganc is gelijc die morghenstont, Hi sal tot ons comen, ghelijc als den morghen, ende den auont reegen opter aerden,

9

O Ephraim hoe sal ick met v doen, O Iuda hoe sal ic mi met v houden? In dien uwe goetheyt is, ghelijc een morghenwolcke. Ende ghelijc een dauwe dye tsamen inden morgen wech gaet.

10

Daeromme hebbe ic die Propheten geslagen, ende om mijnder woorden wille laten dooden, op dat uwe straffinge openbaer mocht worden, Ga naar margenoot+ ende int licht quame,

11

Want ic doch een welbehagen ende lust hebbe, aen vriendelijcheyt, ende goet doen, ende niet aen offerhande, Ende aen die kennisse Gods vele meer, dan aen brantofferen,

12

Maer si hebben mijn verbont ghebroken, gelijc als Adam, ende mi voorbi gegaen.

13

Gilead is een stadt der misdadigher, der ghewelt bedrijuers, ende bloetstorters.

14

Der pristeren hoop is ghelijc een rot oft bende der roouers Ende hare armen gelijc als der moordenaren, ende als eenen bloetharst, Want si volbrengen alderhande scalcheit.

15

Veruaerlijcke dingen hebbe ic inden huyse Israels ghesien, Ephraim hoereert aldaer, Ende Israhel is ontsuyuert,

16

Iuda heeft ooc ghesaeyt dat hi eenen oogste heeft om te maeyen, als ick mijn volck betalen sal, van haer afkeeringhe.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6
margenoot+
Psalm. lxxiiij Iob. v.

margenoota
Binnen twee oft dri dagen wort verstaen eenen langhen tijt, ghelijc esaie vi.d.

margenoot+
ma. ix.d Luce. x.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken