Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hi vermaent haer die oude trouwe ende weldaden die hi haer bewesen heeft, oft hi haer doch weder brenghen mochte.

Dat .xj. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ICk hadde Israhel lief, Ga naar margenoot+ dye wijle dat hy noch ionck was, Ende ic riep mijnen sone wt Egipten lant,

2

Mer hoe ic haer meer riep, hoe dat si meer aftraden. Sy offerden den Godekens, ende roocten den beelden,

3

Ick leerde Ephraim gaen, Ic droech hem in mijnen armen, Maer si en woudens nyedt verstaen dat ick haer helpen woude,

4

Ick leyden met vriendelijcken banden ende met lieflijcke stricken, Ic was die ghene die haer dat iock op haren hals leyde,

5

Ick ghaf haer hare spijse, op dat si des te min in Egypten souden keeren, ende dat Assur sijn coninck nyet en soude worden, Mer si en wouden haer tot mi niet keeren,

6

Daerom sal dat sweert in haer steden opgeheuen worden, ende het sal den voorraedt oft prouisie (daer si haer op verlaten hebben) vernielen ende verslinden, ende dat van weghen haers raets, ende opstellinghen.

7

Ga naar margenoot+Mijn volck is gansch moede, Ga naar margenoot+ Daerom dattet hem tot mi niet en keert, Si roepen hen haestelijcken tot dat Iock, ende nyemant en isser, diet haer af neme oft verlichte.

8

Hoe groote dingen heb ic v gegeuen O Ephraim? O Israel hoe trouwelic heb ic v beschermt? Heb ic ooc met di omgegaen, als met Adama? Heb ic v ooc toebereet ghelijck Zeboim?

9

Iae mijn herte heeft hem omghekeert in mi, Ick ben in die bermherticheyt bernende gheworden, dat ic na die verbolgentheyt mijnder gramschappen mi niet ghekeert en hebbe tot Ephraim te verderuen, Want ick ben God ende gheen mensche, die heylighe onder v,

10

al en ghinc ick in die stadt niet. Die HERE brullet als een leeuwe op dat si hem souden na volghen, Iae ghelijck een leeu so brult hi, dat si verscrict souden worden, ghelijc die kinderen vanden Meyre,

11

op dat si van Egypten veruaert souden worden, ghelijc datmen die vogelen veriaecht, Ende vander Assyriers lant, gelijc alsmen die duyuen afiaecht, Ende dat al tsamen daeromme, dat icse thuys soude doen blijuen, Maer Ephraim omuangt my met loghenen, Ende dat huys Israhels met bedroch, Iuda alleen houdt hem sterckelijcken aen God, ende aen die rechte heylighe dinghen.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Mat. ij. exo. iij

margenoot+
B vers 7
margenoot+
Deut xxix.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken