Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier beghint dye Propheet Habacuc.

Hi beclaecht voor God die boosheydt des volcx. Ende dreycht haer daeromme met die straffinghe Gods

Dat .I. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt is den last ende straffinghe, welcke dye propheet Habacuc ghesien heeft.

2

Ach HERE, hoe lange sal ic doch roepen dat ghi niet hooren en sult? Hoe langhe sal ick tot v roepen ouer tonrecht ende gheewlt, ende ghi en wilt niet helpen?

3

Waeromme laet ghi mi moeyte ende arbeydt sien? Waeromme toont ghi mi roof ende onrecht rontsom mi. Dat ghewelt gaet bouen recht.

4

Daeromme moet die wet wanckelen, ende daer en can geen recht totten eynde ghecomen,

5

Want die godloose bedriecht den rechten. Daeromme ist datter verkeerde vonnissen wtgaen.

Siet onder die heydenen, Siet, ende verwondert v, Want ic wil wat bi uwen tijden doen, dwelcke ghy niet geloouen en soudt alsment v seyde.

6

Want siet, ic wil die Chaldeen verwecken, een grouwelick bitter ende snel volc, dwelcke trecken sal door tlant so wijdt alst is om wooninghen in te nemen, die hem niet toe en behooren,

7

ende tsal grouwelijc ende veruaerlijck sijn, dwelcke gebiet ende dwingt, hoe dat wil.

8

Ga naar margenoot+Haer peerden sijn snelder dan die luypaerden, desghelijcx sijn si ooc bijtigher ende wreeder, dan die woluen aenden auont. Haer ruyters trecken met groote hoopen van verre daer henen, si vliegen ende haesten ghelijck als een Arent vlieget totten aes.

9

Si comen alle onrecht ende ghewelt doen. Waer dat si henen willen, daer ruysschen ende schoren si door ghelijc den Oosten wint, ende rapen die geuanghen ghelijck dat Ga naar margenoota sandt te samen waeyt.

10

Si bespotten die Coninghen, ende die eerlijcke Vorsten beghecken si. Alle warachtighe vesten sullen haer als een ghecsmeyr sijn, Wandt si beschantsense, ende nemense in

11

Als dan sullen si noch eenen nieuwen moet nemen, voort varen, ende haer besondighen. Ende dan moet sulcken macht ende victorie haren goden toeghescreuen sijn

12

Mer du O HERE mijn God, mijn heylighe, ghi die vander eewicheidt heyr sijt, en laet ons doch niet steruen, Mer O HERE laet haer ons slechts een strate sijn. Ende laetse O onse sekerheydt, ons slechts castijen.

13

Dijne ooghen sijn reyn, dat ghy dat boose niet sien, ende dat iammer niedt aenschouwen en moecht, Waeromme sietstu dan op die verachters? ende swijghet, ende sietstu door dye vingheren, dat die godloose verslint den genen die vromer is dan hi?

14

Ende ghy laet die menscen gaen, ghelijc die visschen inder zee. Ende gelijc die cruypende dieren, dat gheenen heere en heeft

15

Si trecken al met der angelen op, ende vangent met haren nette, ende brengent te samen in haer garen

16

Dies verblijden si haren nette, Ende roocken haren garen Want door die selue haer deele so veel, ende haer spise so wtgelesen ende vertaert is.

17

Daerom worpen si haer netten noch altoos wt, ende en willen niet ophouden die lieden te verworgen

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoota
Bi dat sandt verstaet dye grote menichte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken