Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van die straffinghe der Ioden, ende die oeffeninge Hierusalems der kercken Gods.

Dat .xiiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+SIet den dach des HEREN coemt datmen v tot eenen roof ende buete wt deelen sal.

2

Want ic wil alderley heydenen tegen Hierusalem versamen te strijden. Ende die stadt sal gewonnen, de huysen geplondert, ende die wijuen gheschent worden. Ende die helft der stadt sal geuangen wech geuoert worden. Ende dat ouer-gebleuen volc en sal wt der stadt niet verdreuen worden.

3

Mer na dien sal die HERE wt trecken teghen die selue volcken, ende strijden ghelijc alsmen plach in eenen slach te strijden.

4

Ende sine voeten sullen staen op dye tijt op den Olijfberch, die tegen Hierusalem Oostwaerts leyt. Ende den Olijfberch sal hem midden in tween clieuen vanden opganc der sonnen, al totten nederganck toe seer wijt van malcanderen. Alsoo dat deene helfte des berchs Noordtwaerts, ende dander helfte Suydtwaerts wijcken sal.

5

Ende ghy sult vlieden voor sulcken dal, tusschen mijne berghen. Want dat dal tusschen den berghen sal na aen Azal reycken, Iae vlieden sult ghi, Ga naar margenoot+ ghelijck ghi voortijts vloodt voor die aertbeuinghe, ter tijt Vsie des Conincx Iuda, daer sal dan comen, die HERE mijn God, ende alle heyligen met hem.

6

Tot dier tijt en salder geen licht sijn, mer cout ende vorst,

7

Ende het sal eenen principalen bysonderen dach sijn, die alleen den HERE bekent is, Het en sal noch dach noch nacht sijn. Maer ontrent den auont salt licht werden,

8

Ter seluer tijt sullender Ga naar margenoota versche leuende wateren van Hierusalem wt vlieten Die helfte tegen die Ooostersce zee, Dander helft tegen dat buytenste meyre, Ende sal dueren beyde somer ende winter.

9

Ende dye HERE sal een coninck sijn ouer dat ganssche aertrijc. Op die tijt en salder mer een eenich HERE sijn, ende sinen naem maer eenen eenighen name,

10

Ga naar margenoot+Ende men sal inden ghasschen lande rontomme gaen, gelijc als op een velt, van Gibea tot Rimon toe, ende teghen dat Suyden tot Hierusalem, Want si sal verheuen ende bewoont worden in hare plaetsen, van die poorten BenIamins aen, tot die plaetse der eerster poorten toe tot aen dye hoecpoorte, ende vanden thoorne Hananael tot aen des conincx wijnpersse,

11

Daer salmen in woonen, Ende daer en sal voortaen geenen ban meer sijn, mer Ierusalem sal sonder sorge woonen

12

Ende dat sal die plage ende straffinge sijn Waer mede die HERE alle volcken plagen sal, die tegen Ierusalem gestreden hebben, te weten, haer vleessce sal verdwijnen ende verrotten. Also dat si nochtans op hare voeten staen sullen, die oogen sullen haer in die gaten ontbreken ende veruuylen? Ende ooc die tonge in haren mont.

13

Ga naar margenoot+Op die tijt sal de HERE een groot oproer onder haer aenheffen, dat deene den anderen bider hant nemen, ende sijn hant op des anderen hant leggen sal,

14

want Iuda ooc tegen Ierusalem oorloghen sal, Also ooc dat vergadert sullen worden, dat goet ende die macht alder heydenen rontomme, gout, siluer, cleederen bouen maten vele,

15

Ende also sullen ooc die Peerden, Muylen Kemelen, Ezels, ende alderley beesten, die in dese leyghers sijn sullen, dye sullen met ghelijcker plaghen ghestraft worden

16

Die dan wt alle heydenen die teghen Ierusalem toghen, ouerghebleuen sijn, dye sullen alle tsamen Iaerlicx hier op comen, dat si den Coninck den HERE der heyrscharen aenbeden ende eeren mogen Ende op dat si houden dat louerfeest.

17

Ende so wat gheslacht wt alle gheslachten opter aerden, niet optrecken en sal tot Ierusalem om te aenbeden den Coninck den HERE der heyrscharen, ouer die en sal gheenen reghen comen

18

Ende in dien dat gheslacht der Egyptenaers niet op en trect, ende comt So en salt ooc op haer niedt regenen. Dat sal die plage sijn waer mede die HERE straffen sal alle heydenen, die hier op niet en comen, om te houden dat Louerfeest

[pagina *]
[p. *]

19

Op die selue tijt sullen ooc die bereetselen ende spanselen aen die peerden den HERE heylich sijn.

20

Ende de siepotten inden huyse des HEREN sullen sijn gelijc dye waterbeckens, voor dat outaer.

21

Want alle siepotten sullen dan beyde tot Hierusalem ende in Iuda den HEERE der heyrscaren heilich sijn. Also dat alle dye daer offeren willen die sullen comen, ende die selue nemen, ende daer in coken. Ende daer en sal voortaen geen Cananite meer sijn, op die tijt inden huyse des HEREN der heyrscharen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
iij.Regum xiiij

margenoota
Versce wateren dat sijn oprechte predicatien der Euangelien

margenoot+
B vers 10

margenoot+
C vers 13


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken