Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Die oude Tobias looft God den HERE, ende verwect oock die andere, hem te louen ende te eeren

Dat .xiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde die oude Tobias dede sinen mont open, Ga naar margenoot+ ende gebenedide den HERE, ende seyde HERE ghi zijt groot inder eewicheyt, ende v rijc is vander eender tijt totter ander tijt,

2

want ghi geesselt ende behout, ghi leyt Ga naar margenoota ter hellen, ende leyt daer weder wt, ende daer en is niemant die v handt ontulie.

3

Belijdt den HERE, ghi kinderen Israels, ende looft hem in die tegenwoordicheyt der heydenen,

4

daerom heeft hi v verstroyt onder die heydenen, die hem niet en kennen, dat ghi sine wonderlijcke daden soudt vercondighen, ende hen doen weten, datter gheen ander almachtich God en is, dan hi.

5

Hi heeft ons gecastijt om onse ongerechticheden, ende hi sal ons behouden om sine ontfermherticheyt

6

Daerom aensiet die dingen die hi met v gedaen heeft, ende belijdt hem met vreesen ende beuen, ende verhoocht den coninc der werelden, in uwen wercken

7

Maer ic wil hem belijden inden lande mijnder geuanckenissen, want hi heeft zijn maiesteyt getoont in dat sondige volc

8

Hierom, O ghi sondaers wert bekeert, Ga naar margenoot+ ende doet rechtuaerdicheyt voor Gode, geloouende dat hi zijn ontfermherticheyt met v doet

9

Mer ic, ende mijn siele sullen ons in Gode verblijden

10

Gebenedijt den HEERE alle sine wtuercorene Houdt dagen der blijscappen, ende belijdt hem.

11

Ierusalem ghi stadt Gods, die HERE heeft v gecastijt, inden wercken uwer handen. Belijdt den HERE in uwen goeden,

12

ende gebenedijt God der werelden, op dat hi zijn tabernakel weder in v timmere, ende dat hi alle die gheuanghenen weder tot v roepe,

13

ende dat ghi v moet verblijden inder eewicheit. Ghi sult met een schijnende licht blincken, ende alle eynden der aerden sullen v eeren.

14

Daer sullen volcken van verre tot v comen, ende si sullen gauen brenghen,

15

ende

[pagina *]
[p. *]

sullen den HERE in v aenbeden, ende si sullen v lant voor heylichmakinge houden, want si sullen den groten naem in v aenroepen.

16

Ga naar margenoot+Ende si sullen veruloect zijn die v versmaden, ende si sullen al verdoemt zijn die v lasteren, Ende si sullen gebenedijt sijn, die v tymmeren

17

Maer ghi sult v verbliden in v kinderen, want si sullen alle gebenedijt werden, ende totten HERE vergadert

18

Salich zijn si alle die v lief hebben, ende die hen verblijden ouer uwen God.

19

Mijn siele gebenedijt den HERE, want die HERE onse God heeft Ierusalem zijn stadt van allen haren tribulatien verlost, Ic sal salich zijn, ist dat mijn saet ouerblijft, om te sien die claerheyt Ierusalem.

20

Die poorten Ierusalem sullen van Saphyren, ende Smaragden werden getimmert, ende alle den omganc haerder mueren, van costeliken gesteente.

21

Alle haer straten sullen met witten marmer steenen werden geplaueyt, ende door haer steechskens sal Haleluya gesongen werden,

22

Ghebenedijt si die HERE, diese verhoocht heeft, dat zijn rijck si inder eewicheyt ouer haer.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
i.re. ij.a. Sapien. xvi.b.

margenoota
Ter hellen leyden, ende weder wt) dat is, die heere vernedert ende benaut somtijden den mensche, ende corts verheft ende vertroost God den mensche weder

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken