Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Ghelijck die godloose altijt meer ende meer sondighen totten eynde toe, also en ophout ooc niet den thoorne Gods van haer tot dat hijse te niete brenget, ende ghelijck wtroedet. Maer zijn volck voert hy droechs voets doort meyre onghequetst. Hi ghaf haer quackelen te eeten, Van die gene die inder tijt Loths gestraft werden

Dat .xix. Capitte

1

Ga naar margenoot+DIe gramscap sonder ontfermherticheit ouerquam den godloosen totten laetsten toe.

2

Want hi wiste ooc te voren hare toecomende dingen wel, want als sise toegelaten hadden haer seluen wt te leiden, ende sise met groter sorchfuldicheyt voor hadden gesonden, so beroudet hen, Ga naar margenoot+ ende dachten hoe sise veruolgen souden.

3

Want doen si die weeninghe noch onder handen hadden, ende bescreyden aen der dooder graften, so namen si hen een ander gedachte der dwaesheyt aen ende die si biddende verworpen hadden, die veruolchden si als vooruluchtige.

4

Wandt die verdiende noot brachtse tot desen eynde, ende si verloren die gedachtenisse der dingen dye gebuert waren,

5

op dat met straffinge soude veruult worden, Ga naar margenoot+ het gene dat hen aen der straffingen noch gebrac, ende dat v volc wonderlick door soude gaen, ende dat dese eenen nyeuwen doot souden steruen.

6

Want alle creatuere wert van beginne gestelt tot haeren aert, dienende uwen geboden op dat uwe kinderen ongequetst souden worden bewaert.

7

Want die volcken omschaduweden haer heyrlegers, ende dye drooge aerde openbaerde, daer te voren water was ende in die roode zee was eenen wech sonder belette, ende een wijt velt wert wt der diepten der zee,

8

door welcke alle natie ginc, die met uwer hant bedect wert, siende uwe wonderlijcke ende selssame wercken.

9

Want si weyden die spijse af, als peerden, ende si verhuechden als lammeren. O HERE v grootmakende, diese verlost hebt

10

Want si waren noch gedachtich der geender dye geuoert waren int lant haerder vreemtheyt, gelijc die aerde muggen voortbracht, in die plaetse der dieren ende die riuiere wt crielde, menichte der vorsschen, in die plaetse der visschen.

[pagina *]
[p. *]

11

Ga naar margenoot+Maer ten laetsten saghen si een nieu scepsel der quackelen, doen si verleyt, midts begeerlicheit, spisen der weerscappen heyschten.

12

Want inder toesprekinghe der begeerten, quamen hen vander zee quackelen op, ende den sondaers ouerquamen quellagien, niet sonder teekenen die hen te voren geschyet waren door die cracht der stroomen, wandt si leden rechtueerdelijc nae haere schalcheden want si setten oock een mishaechlike onuaste vrijheyt inne.

13

Sommige en ontfingen geen onbekende toecomelingen, maer sommige brochten die vreemde die haer goet deden tot slauernie.

14

Ende niet alleen dese dingen, maer dier was een ander aenscouwen, Ga naar margenoot+ want si ontfingen die buyten lieden onwillichlic.

15

Maer die dese met blijschappen ontfingen, die de selue insettingen gebruyct hadden die mismaecten si met die alder wreetste smerten.

16

Mer si sijn met blintheyt geslagen, gelijc die in des rechtueerdigen dueren, Ga naar margenoot+ als si met onuersienlijcken duysternisten waren bedect.

Een yegelijc socht den doorganck zijnder dueren

17

want als die elementen in hen bekeert werden, ghelijc eenen toon verandert wort in die organen der qualiteyten, waer bi men wt den sekeren gesichte selue scatten mach, Ga naar margenoot+ met versceydenheyt, nochtans alle die ander haren tone behouden, datmen dat lichtelic mach vernemen vanden gesichte der dingen die gesciet zijn.

18

Dat droghe lant wert in een waterachtich verbreyt, ende dat te voren in water swam dat ghinck nv opter drogher aerden.

19

Ga naar margenoot+Dat vier vermocht int water houden zijn crachte, ende dat water vergat der wtblusscender natueren

20

Wederom die vlammen en quelden tvleesch der verderffeliker dieren niet, die met hen wandelden, noch si en smelte die goede spise niet lichtelic dat gelijc ijs wert ghesmelt.

21

In allen dingen maecte ghi HERE v volc groot, ende eerdet, ende ghi en versmades niet, hen in alle tijt, ende in alle plaetse bistaende.

¶ Hier eyndt dat boeck der wijsheyt.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
exo. xvij deu. iiij. xi. xxv.

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 14

margenoot+
Exo. x.

margenoot+
Ex xvij

margenoot+
E vers 19


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken