Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een leere hoe die kinderen vader ende moeder eeren sullen Hoe die mensche saechtmoedich ende ootmoedich sijn sal

Dat .iij. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe kinderen der wijsheyt, zijn een vergaderinge der gerechtiger, ende haer oeffenisse is gehoorsaemheyt ende liefde

2

O mijn beminde kinderen, hoort mi uwen vader, ende doet also, so wort ghi behouden, want die HERE wil, dat die vader vanden kinderen geeert worde, ende dat oordeel der moedere, sal hi aenden kinderen versoecken.

3

Die sinen vader eert, dyen sullen zijn sonden vergheuen worden,

4

ende die zijn moeder eert, is als een die eenen scat vergadert.

5

Die sinen vader eert, die sal in zijn kinderen verblijt worden, ende hi sal inden dage zijns gebets verhoort worden,

6

die sinen vader eert ende goet doet, dye sal lange leuen, ende die sinen vader gehoorsaem is sal sijn moeder vermaken.

7

Die den HERE vreesen, die eeren haer ouders als den HERE, met woorden ende wercken, op dat v eenen goeden wensche ende gonste van hem come,

8

want des vaders goede gonste, timmert ende vast maect die huysen der kinderen.

9

Ga naar margenoot+ Maer der moeders vloeckinge, wt wortelt die fundamenten.

10

En glorieert niet in ws vaders lachter. Want het en is v eere niet, maer uwe schande.

11

Want tsmenschen glorie, is sijns vaders eere,

12

ende een vader sonder eere, is des kints schande.

13

Kint neemt waer ws vaders outheit, ende en bedroeft hem niet in sinen leuen,

14

ende ist dat hem zijn verstant ontgaet, soe hebt medelijden met hem, ende en versmaet hem niet, in alle uwer cracht.

15

Want die barmherticheyt ende medelijden die ghi aen uwen vader doet, en sal nemmermeer vergeten worden, ende als ghi gebrec hebt, soo salt v vergolden worden. Ende voor uwer moeder sonde, sal v goet weder gegeuen worden,

16

ende het sal v in gerechticheyt werden gesticht, ende men sal ws gedencken inden dach der tribulatien, ende v sonden sullen smilten, gelijc ijs in scoonen heeten wedere,

17

Van hoe quaden geruchte is hi, die sinen vader verlaet, ende hi is veruloect van God die zijn moeder spitich is.

18

Mijn kint volbrenct v wercken in saechtmoedicheyt ende ghi sult bouen ander menschen bemint werden,

19

Ga naar margenoot+Hoe ghi meerder zijt, so veel te meer verootmoediget v, ende ghi sult ghenade voor Gode vinden,

20

Want die groote macht behoort God alleene, Ga naar margenoot+ ende hi wordt gheeert vanden ootmoedigen.

21

En soect geen hoogher dingen dan ghi en zijt, ende en ondersoect geen dingen die stercker sijn dan ghi, mer gedenct altoos die dingen die v God geboden heeft, ende en zijt niet curioos in vele sine wercken.

22

Want v en is van gheenen noode die verborgen dingen te sien, met uwen ooghen.

23

In ouertalligen dingen en wilt niet menichfuldelijc ondersoecken,

24

ende ghi en sult in vele sijnder wercken niet curioos zijn

25

Want vele dingen sijn v getoont bouen der menscen verstant.

26

Want dat vermoeden dier dingen, heefter vele onder die voeten getreden, ende behielt haer verstant in ydelheyt.

27

Eenen harden herte, salt qualic gaen inden wtersten, ende die dat pericule bemint, Ga naar margenoot+ die sal daer inne vergaen.

28

Een herte dat twee wegen in gaet, en sal geenen voortganc hebben, ende die crom van herten is, die sal daer in verargert worden

29

Een scalc hert, sal worden beswaert in smerten, ende die godloose sondaer sal die een sonde op die ander vergaderen.

30

Der houerdigher raet en heeft geen gesontheyt, want die plantinghe der sonden, sal in dyen wt worden gewortelt,

31

Dat herte des wisen sal hoge redenen verstaen, ende een goet oore sal met alder begeerten wijsheit hooren.

32

Een wijs verstandich hert, sal hem onthouden van sonden, ende sal voortganc hebben in die wercken der gerechticheyt.

33

Dat water bluscht bernende vier wt, ende die aelmoese bedect die sonden, ende God is haer aenscouwer der geenre diese dancken sal, Hi gedenct int nacomende ende inden tijt zijns vals sal hi een vast herte vinden

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 19

margenoot+
de. iiij.e ij.tes. v. ro. xij.d

margenoot+
D vers 27


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken