Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe God den mensche ghescapen ende begauet heeft, Hoe hy hem sinen wille ende ghesedt gheopenbaert heeft, ende hoe hi Israel wt alle natien van menschen vercoren heeft.

Dat .xvij. Capittel

1

Ga naar margenoot+GOd schiep den mensche vander aerden, Ga naar margenoot+ ende hi maecte hem na zijn gelijckenisse,

2

Ende hi keerde hem weder in tot aerde, ende na hem seluen, cleede hi hem met duechden,

3

Dat ghetal der dagen gaf hi hem, ende tijt, ende ghaf hem macht der dingen die opter aerden zijn,

4

Hi sette zijn vreese ouer alle vleesch, ende hy heerscapte ouer dye beesten, ende alle vliegende dieren.

5

Hi sciep wt hem een hulpe, hem gelijc, ende hi gaf dyen raet ende tonge, ende oogen, ende ooren, ende herte te dencken,

6

ende hi veruuldese met onderwijsinge der verstandenissen,

6

Hi schiep dien ooc des gheests kennisse, ende hi veruulde haer herte met verstande, ende toonde hen goet ende quaet,

7

hi sette haer ooge bouen haer herten, om hen te thoonen die grote daden uwer wercken,

8

ende dat si tsamen sullen louen den name der heylichmakinghen, ende te glorieren in zijn wonderlicheden, op dat si die groote daden zijnder wercken souden vertellen.

9

Hi deder hen onderwijsinghe toe, ende hi beerfde hen die wet des leuens,

10

ende hi maecte een eewich verbont met hen, ende sijn gherechticheit, Ga naar margenoot+ ende sijn oordeelen thoonde hi hen,

11

Ende haer ooghen sagen sijn groote heerlicheyt, ende haer ooren hoorden die heerlicheyt sijnder stemmen, ende hi seide hen. Wacht v van alle ongerechtige,

12

Ende hi geboot dien eenen yeghelijcken van sinen naesten,

13

Hare weghen sijn altijt voor hem, ende si en sijn niet verborghen van sinen oogen,

14

hi stelde in elcken volcke eenen regeerder,

15

ende dat deel des Gods Israel is openbaer ghemaect,

16

Ende alle haer wercken sijn ghelijc die sonne int aenschouwen Goods, ende sijn ooghen, sijn sonder ophouden aenschouwende op hare weghen,

17

Alle hare ongerechticheden sijn hem openbaer, ende alle haer boosheden, sijn altijt voor hem.

18

Die aelmoese des mans, is als een borsse met hem, ende hi sal des menschen gratie behouden, als den appel sijnder ooghen,

19

ende namaels sal hi weder opstaen, ende sal dien haer loon weder gheuen, elcken in haer hooft ende salse tsamen keeren in die onderste deelen der aerden

20

Mer den ghenen die berou hebben, heeft hi den wech der gherechticheyt gegeuen, Ga naar margenoot+ ende hi beuesticht tot liden den ontbrekenden, ende hi schicte dien dat deel der waerheit toe,

21

Wert totten HERE bekeert, ende laet v sonden,

22

bidt voor dat aensicht des HEREN, ende mindert die boosheyt,

23

keert weder totten HERE, ende wert bekeert van uwer ongerechticheyt, ende hatet te veel seer die vloeckinge,

24

ende bekent die gherechticheden, ende oordeelen Gods, ende staet in dat deel der voorsettinge, ende des ghebets des alderhoochsten Gods.

25

Gaet in die deelen der heyliger werelt, metten leuendigen, ende den ghenen die God belijdinge gheuen, want wie sal den HERE inder hellen louen.

26

En vertoeft niet in die dwalinghe der Godlooser, belijdt voor die doot, Dye belijdinghe vergaet als niet vanden dooden,

27

Ga naar margenoot+Ghi sult leuende belijden, leuendich ende ghesont sult ghi belijden, Ga naar margenoot+ ende sult God louen, ende ghi sult in zijn ontfermherticheden glorieren,

28

Hoe groot is die ontfermherticheyt des HE-

[pagina *]
[p. *]

REN, ende sijn genade den ghenen die tot hem bekeeren,

29

Want alle dinghen en moghen niet inden mensche sijn, want des menschen sone en is niet onsterflick, ende si behaechden in die ydelheit der quaetheit,

30

Wat is claerder dan die sonne? Ende dese sal ontbreken, Oft wat is scalcker, dan dat vleesch ende bloet hebben verdacht, ende dat sal ghestraft werden,

31

Ende die macht des hemels hoocheit sciep hi, ende alle menschen zijn aerde ende asschen.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Ge. i. ij.

margenoot+
B vers 10

margenoot+
Ier. xxx xxxi ecc. xviij

margenoot+
C vers 27
margenoot+
Psa. vi. Esaie. xxxviij


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken