Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vander wijsheyt Gods ende oordinantie sijnre wercken, welcke gheen creatuere begrijpen en mach, want die dagen des menschen cort sijn, so is God lijdtsamich, straft, ende leert, alle die castijdinghe ende leere ontfanghen willen.

Dat .xviij. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe inder eewiheyt leeft, sciep alle die dinghen te gader.

2

God sal alleen gherechtuaerdicht werden,

3

ende blijft onuerwonnen coninck inder eewicheit, Wie sal genoech sijn, zijn wercken te vertellen?

4

Wie sal sijn groote daden ondersoecken?

5

Maer wye sal die cracht sijnder grootheyt vercondigen?

6

oft wie sal toe doen sijn ontfermherticheit wt te spreken? Ga naar margenoot+ Het en is niet te minderen noch toe te doen, noch ten is niet te vinden die groote daden Gods. Als die mensche als hi meynt rust te hebben, dan sal hi wercken,

7

Wat is die mensche, ende welc is sijn gratie, oft wat is sijn goet, oft wat is sijn scalcheyt.

8

Dat ghetal der dagen der menschen, is ten meesten hondert iaer, si sijn geacht als waterdruppelen der zee, Ende ghelijc dat keselincsken des zants, also sijn cleyn die iaren tegen die daghen der eewicheyt.

9

Ga naar margenoot+Hierom is die HERE lijdtsaem met hen, ende hi sal zijn ontfermherticheit ouer hen wtstorten,

10

Hi sach die vermetentheit haerder herten, dat si quaet is, ende hi bekende haer verderuinge, dat si scalc is,

11

Daerom veruulde hi sijn ghenadicheyt in dyen, ende thoonde hen den wech der gherechticheyt,

12

Des menschen ontferminge is tot sinen naesten, mer die ontfermherticheyt Gods, is ouer alle vleesch, Die ontfermherticheydt heeft, die leert, ende onderwijst, als een herder zijn cudde, Hi ontferme, ontfangende die leeringe der ontfermingen, ende die sine oordeel vreesen, dien ontfermt hi.

13

Mijn kint in goeden dinghen en claecht niet, ende in alle ghiften en gheeft gheen droefheit des quaden woorts.

14

En sal den dauwe die hitte niet vercoelen? Also sal ooc een woort bat dan die ghifte.

15

Siet, en is dat woort niet bouen die goede gaue? Mer beyde sijn si met eenen gherechtuaerdichden mensche.

16

Ga naar margenoot+Een sot sal scherpelic verwijten, ende die gaue eens onbeleefden menschen, doet die ooghen etteren, Voor dat oordeel bereydt v gherechticheyt,

17

ende eer ghi spreect, so leeret, Voor de quale doet medecine daer toe,

18

ende voor dat oordeel vraecht v seluen, ende in dat aenschouwen Gods sult ghi ghenadicheyt vinden.

19

Voor die quale verootmoedicht v, ende inden tijt der crancheyt thoont v conuersacien,

20

En wert niet belet altoos te bidden, ende en ontsiet v niet totter doot toe gherechtueerdicht te werden, want Gods loon blijft inder eewicheyt. Voor dat ghebet bereyt v siele, ende en wilt niet wesen als een mensch die God tenteert

21

Ghedenct der gramscappen, inden dagen der voleyndingen, ende ghi sult den tijt der betalingen maken inder conuersatien.

22

Inden tijt der oueruloedicheyt so denct der armoeden, ende den noot der armoeden, Ga naar margenoot+ inden daghe der armoeden.

23

Van smorgens totten auont, werdt den tijt verandert, ende alle dese dinghen zijn snel in Gods ooghen

24

Een wijs mensch vreest God in allen dingen, ende in die dagen der misdaden, sal hi hem wachten van traechheyt.

25

Alle cloecke bekent wijsheidt, ende diese vindet sal si belijdinghe gheuen,

26

Die wijsen in woorden hebben ooc selue wijslijc ghedaen, ende si hebben die waerheyt, ende die gherechticheyt bekent, ende si hebben die byspraken ende oordeelen ghesocht.

27

En gaet niet na uwe begheerlicheden, ende keert v van uwen wille,

28

Ist dat ghi uwer sielen haer begeerlicheden geeft, so sal si v, uwen vianden tot blijscappen gheuen,

29

En verlustiget v niet in grooter wellusten ende en laetse v niet te gemeyn zijn, Want haer misdoeninge is gestadich, En wilt niet te veel weerscappen vanden ghenen dat ghi met woecker ghewonnen hebt,

30

op dat ghi so arm wort, ende niet en behoudt in dijnen buydel.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
Esa. xl.f Iere. x.a Psalm. c.xliiij.

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 16

margenoot+
D vers 22


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken