Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Menigherley leeringhen der wijsheyt

Dat .xix. Capittel

1

Ga naar margenoot+EEn werckman die een dronckaert is en sal niet ric werden, ende die cleyne dingen versmaet, die sal allenskens af vallen,

2

Wijn ende die wiuen, doen die wijse af vallen vanden goeden, ende si berispen die wel gesinde,

3

ende die hem bi die hoereerders voecht sal schalc zijn, motten ende wormen sullen dien beeruen, ende hi sal tot eenen meerderen exempel worden ghenomen, ende zijn siele sal vanden getale werden wtgeroeyt.

4

Die haestelic gelooft, die is licht van herten, ende sal ghemindert werden, ende die teghen zijn siele misdoet, sal hier bouen gehaet werden.

5

Die om die ongerechticheyt verblijt, sal gestraft werden, ende die de straffinghe hatet, dien sal zijn leuen werden vermindert, ende die gene die clappinghe hatet, dye bluscht die boosheydt wt.

6

Die tegen zijn siele sondicht, tsal hem berouwen, ende die genuechte heeft in quaetheit, sal gestraft werden

7

En spreect met eenen schalc, een hart woort niet, ende ghi en sult niet vermindert werden. Ga naar margenoot+ Den vrient ende den viant en wilt uwe heymelicheyt nyet vertellen, ende hebt ghi midaet, en wiltse niet ontdecken,

8

Want hi sal v hooren, ende acht op v hebben, ende als die sonde beschermende sal hi v haten, ende also sal hi v altijt by zijn.

9

Hebt ghi een woort teghen uwen naesten ghehoort, latet in v steruen, betrouwende dat het v niet schoren en sal,

10

Een sotte is in arbeyt des woorts, als een wee van eender vrouwen die kint baert, want beyde en mogen zijt niet inhouden,

11

Gelijc eenen pijl geschoten in die dgie des honts, also is dat woort int herte des sotten.

12

Berispt den vrient, oft hijs misschien niet verstaen en hadde, ende segge, Ic en hebs niet gedaen, oft heeft hijt gedaen, dat hijt niet meer en doet,

13

Straft, den naesten, dat hijt misschien niet en heb geseyt, ende heeft hijt geseyt, dat hijt misschien niet en verhale.

14

Berispt den vrient, want dicwils gheschiet misdoeninghe, ende en ghelooft niet elcken woorde,

15

want daer is die valt met zijnder tongen, Ga naar margenoot+ maer niet met wille,

16

want wie is, die niet en heeft misdaen in zijnder tonghen? Berispt den naesten eer ghi dreyget, ende geeft plaetse der vreesen des alderhoochsten,

17

want die vreese Gods is alle wijsheyt, ende in haer is God te vreesen, ende so wie recht wijs is, die hout die wet,

18

Ende die leeringe der scalcheyt, en is geen wijsheyt, Ende die voorsichticheit der sondaeren, en is gheen goede denckinge.

19

Daer is scalcheyt der voorsichticheit,

20

ende in haer is versmadinge. Beter is een simpel ende slecht mensche, die Gods vreese heeft, dan een die veel wijsheyts heeft, ende ouertredet de wet des alderhoochsten

21

Daer is een seker behendicheyt, ende die is onghe-

[pagina *]
[p. *]

recht, ende verkeert met gauen, dat openbaer ende claer recht. Ga naar margenoot+ Ende daer is een die een seker woort wtseyndt vertellende die waerheyt. Ende daer is een die hem scalckelic verootmoedicht, ende zijn binnenste zijn vol bedrochs

22

Ende daer is een rechtuaerdige, die hem te vele tonder gheeft van vele ootmoedicheit.

23

Ende daer is een rechtuaerdige, die zijn aensicht neder neicht, ende veynst hem niet te sien, dat niet geweten en is, ende ist dat hi van crancheyt der crachten verboden wort te sondigen, ist dat hi tijt vint van quaet te doen, hi sal qualic doen.

24

Wt den aensicht wert die man bekent, ende die wijse werdt bekent vanden gemoet des aensichts.

25

Dat gewaet des lichaems, ende dat lachen der tanden, ende den ingack des menscen, vercondigen van hem,

26

In des smeekeliken gramscap is een luegenachtige beteringe, ende daer is een oordeel, dat geproeft wert niet goet te zijn, ende daer is een swijgende, ende hi is voorsichtich.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 15

margenoot+
Psa. ix. Ro. iij. Math. v. vi.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken