Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Waer datmen niet en behoort te schamen, wat sorghe ende ancxte die kinderen den vaders aendoen, Hoemen die dochteren opuoeden sal. Van Gods macht ende wijsheyt

Dat .xlij. Capittel

1

Ga naar margenoot+EN segt v redenen niet tweemael, ende dat ghi int heymelic gehoort hebt, en openbaert niet, ende ghi sult warachtelijck sonder beschaemtheyt sijn, ende ghi sult gratie vinden int aenschouwen alre menschen,

2

ende dat ghi in alle dese niet bescaemt en wert, ende en weest geen verkieser der personen, ende dat ghy so sondicht.

3

En scaemt v niet des alderhoochsten wet ende verbont, Ga naar margenoot+ ende vanden oordele,

4

den ongodlijcken rechtueerdich te maken,

5

vanden woorde der gesellen ende der wandelaers ouer den wech, ende vander geuinge der erffenisse der vrienden,

6

vander gelijcheyt der wagen, ende gewichten, vander vercriginghe der veelre, ende der luttelre,

7

Ende vander verderffeliker bedrieginge, des vercoopens ende der cooplieden, ende van vele castidende onderwijsinge der kinderen, ende vanden alder quaetsten knechten een bebloede side. Ouer een schalc wijf, Ga naar margenoot+ is goet een teeken.

8

Daer veel handen sijn daer sluyt toe, ende soo wat dat ghi gheuen sult, dat telt ende weget, ende bescrijft alle wtgheuen ende ontfaen.

9

Van des ontsinningen ende dwasens onderwijsinge, ende vanden oudere, die vanden iongelingen geoordelt werden, ende ghi sult geleert sijn in allen, ende priselic int aenschouwen alre mannen

10

Die dochter des vaders is sijn verborghen wakinghe,

11

ende sijn sorchfuldicheydt, die hi voor haer heeft, neemt sinen slaep wech, op dat si niet misschien een ouerspeeldersse in haer leuen en worde, ende met den man wonende, hatelijc werde, op dat si nyet eenich tijt ontreynicht en worde, in haer maechdelicheyt,

12

ende dat si in haers vaders huys niet swaer geuonden en werde, op dat si misschien metten man wonende, niet ouer en trede, oft ymmer onuruchtbaer werde,

13

ouer een oncuysse dochter beuesticht die hoede, op dat si v den vianden niet in lachter en doe comen, in achterclappinge inder stadt, ende verwerpinge des volcx

14

En wilt allen menschen niet aenmercken in die ghe-daente, ende en wilt niet te midden onder dye wijuen wonen, Want vanden cleederen comt die motte voort ende des mans ongerechticheit vanden wiue.

15

Want des mans ongherechticheyt is beter, dan een weldoende wijf, ende dan een wijf bescamende in lachter

16

Hieromme sal ic der wercken des HEREN gedachtich sijn, ende sijn wercken die ic gesien hebbe, sal ic vercondighen. Inden woorden des HEREN sijn sine wercken.

17

Die verlichtende sonne heeft door alle dingen gesien, Ga naar margenoot+ ende vander glorien des HEREN is alle sijn werck vol,

18

Ga naar margenoot+En dede die HERE die heyligen niet vertellen alle sijn wonderen? welcke die almachtighe HEERE vast staende in sijn glorie, vast ghemaect heeft.

19

Alle dinghen blijuen in sijnder heerlicheyt. Hi heeft den afgront ende der menschen herte ondersocht, ende hi heeft haer loosheyt bekent.

20

Want die HERE bekende alle die kennisse, ende hi aensach int teeken der eewicheyt, bootschappende die dingen die voorby sijn gegaen, ende die ouercomen sullen, openbaerde die sporen der heymelicheden.

21

Hem en gaet geen gedacht voorby, Ga naar margenoot+ ende gheen redene en verbercht haer van hem, Hi heeft die grote daden sijnder wijsheyt verclaert, dye voor dye werelt is, ende totter eewicheyt toe.

22

Ga naar margenoot+Noch daer en is niet toegeworpen, noch en sal niet werden gemindert, ende hi en behoeft nyemants raet. Hoe begeerlic sijn alle sine wercken, ende als een voncke aen te mercken is,

23

Alle dese dingen leuen, Ga naar margenoot+ ende bliuen inder eewicheit, ende in alle noot sijn hem alle dingen gehoorsaem.

24

Alle dingen sijn dubbel, een tegen een, ende hi en deder niet gebreken. Hi sal eens yegelicx goeden beuestigen,

25

Ende wie sal versaet werden, siende sine heerlicheyt?

margenoot+
A vers 1

margenoot+
Eze. iiij. Esaie. i. here. xij

margenoot+
B vers 7

margenoot+
ps. xviij.

margenoot+
C vers 18

margenoot+
iere. xiij iob. xlij esa xxix

margenoot+
D vers 22

margenoot+
psa. viij. xlv. c.iij de. xxxij


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken