Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Dat ghebet Iesu Sirachs sone.

Die wijsheyt roept den onuerstandigen tot haer.

Dat .li. Capittel

1

Ga naar margenoot+IC sal v beliden HERE coninc, ende ic sal v tsamen louen God mijnen salichmaker. Ga naar margenoot+ Ic sal uwen name belijden.

2

Want ghi sijt mi een hulper, ende een bescermer gheworden, ende ghi verlostede mijn lichaem vander verderffenisse, vanden stricke der verraderscher tongen, ende vanden lippen werckende luegenen,

3

ende ghi zijt mi een hulper geworden, tegen die ghene die mi omcingelden. Ende ghi hebt mi verlost na die menichfuldicheyt der ontfermherticheyt ws naems.

4

Vanden brullenden die bereyt waren om mi te verslinden, ende vanden handen der geenre die mijn siele sochten.

5

Ende vanden poorten der tribulatien, dye mi omuaen hadden,

6

ende int midden des viers en ben ic niet verbernt.

7

Vander diepten der hellen, ende vander besmetter tongen, ende vanden woorden der luegenen,

8

vanden ongerechtigen coninc, ende van die onrechtueerdige tonge hebdi my bescermt

9

Ga naar margenoot+Mijn siele sal den HERE louen totter doot toe want mijn leuen was wakende nederwaerts ter hellen.

10

Si hebben mi van allen siden omringt, ende daer en was niemant die mi mochte helpen Ick was siende totter mensce hulpe, ende siet, si en was niet.

11

O HERE doe gedacht ic uwer ontfermherticheit, ende uwer mede werckingen, die van beginne zijn,

12

want HERE ghi verlost die ghene dye v ontbeyden, ende verlostse vander heydenen handen

13

† Ic heb mijn gebet vander aerden op laten gaen,

[pagina *]
[p. *]

ende ic heb die doot met woorden afgebeden.

14

Ic aenriep den HERE mijnen vader, dat hi mi niet sonder hulpe en soude verlaten, inden dage der tribulatien ende inden tijt der houerdigher.

15

Ic sal uwen name gestadelic louen, ende ic sal dyen mede louen, inder belijdinge, ende mijn gebet is verhoort.

16

Ende ghi verloste my vander ongerechtiger tijt.

17

Ga naar margenoot+Daerom sal ic belijden, ende ic sal v lof seggen, ende ic sal des HEREN name groot maken.

18

Als ic noch ionc was, ende eer ic verdwaelde, so socht ic openbaerlic wijsheyt in mijnen gebede.

19

Daer om quam ick voor den tempel, ende sochtse totten laetsten toe

20

Doen bloeydese mi, gelijc een vroech ripende druyue *

21

Mijn herte verblide in haer ende mijnen voet wandelde eenen rechten wech, van mijnder ioncheit ondersocht icse,

22

ic buychde mijn oore een weynich, ende ic ontfincse Ic heb in mi seluen vele wijsheyts geuonden,

23

ende ic ginc daer seer in voort. Die mi wijsheyt geeft, dyen sal ic eere geuen.

24

Want ic ben beraden dat icse doen soude, ic heb tgoet ernstelic gemint ende ic en sal niet bescaemt werden.

25

Mijn siele heeft daer inne gheworstelt,

26

ende in haer te doen, ben ic vast gemaect.

27

Ic slae mijn handen wt int hooge, ende mijn onwetenheyt bekende ic, ende si verlichtede mijn onwetenheden. Ic stierde mijn siele tot haerwaert, ende in reynicheydt vantse icse.

28

Van begin aen heb ic mijn herte met haer becommert.

29

Ga naar margenoot+Daer om en sal ic niet gelaten werden. Mijnen buyc is gestoort, haer soeckende.

30

Daerom sal ic een goede besittinge vercrigen. Want die HERE heeft mi die tonge gegeuen tot sinen loue, ende met haer sal ic hem louen

31

Coemt tot mi ghi ongeleerde, ende vergadert v in dat huys der onderwisinghe.

32

Wat vertoeft ghi noch, ende wat segt ghi in desen V sielen dorsten anxtelijken seere.

33

Ic dede mijnen mont open, ende sprac. Coemt ende coopt v wijsheyt sonder siluer,

34

ende worpt uwen hals onder haer ioc, ende v siele ontfange wijsheit Want si is na bi ende laet haer vinden

35

Siet met uwen oogen, dat ic een weynich gearbeit hebbe, ende ic hebbe my veel rusten geuonden.

36

Ontfanct die wijsheyt, so sult ghi veel siluers ende gouts besitten.

37

V siele verblijde in sijn ontfermherticheyt, ende en schaemt v zijns loofs niet,

38

werckt zijn werc in tijts, ende hi sal v uwen loon geuen in zijnder tijt.

¶ Hier eyndet dat boeck Ecclesiasticus.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Ghebet

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 17

margenoot+
D vers 29


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken