Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe Cristus Petrum, Iacobum, ende Iohannem riep, ende eenen melaetschen mensce reynichde, eenen gichtigen gesont maecte, ende Mattheum den openbaer sondaer begheerde dat hy hem na volgen soude

Dat .v. Capittel

1

Ga naar margenoot+† ENde het geschiede, Ga naar margenoot+ doen hem dat volc oueruiel, om te hooren dat woort Gods ende hi stont aen die zee der stat Genezareth,

2

Ende sach twee schepen aender zee staen, dye visschers waren wtghetreden ende wiesschen haer netten.

3

Doen tradt hy inder scepen een, welcke Symon toebehoorde, ende badt hem dat hy een weynich vanden lande woude steken, ende hi sette ende leerde dat volc vanden schepe.

4

Ga naar margenoot+Ende als hi afliet te spreken, seyde hi tot Symon, Vaert in die diepte, ende worpt v netten wt dat ghi vangen moecht,

5

Ende Simon antwoorde ende seyde tot hem Meester, wi hebben den heelen nacht gearbeyt, ende niet geuangen, mer op v woort wil ic dat net wtworpen.

6

Ende doen si dat deden, vingen si een grote menichte van visschen, ende haer net schoorden,

7

ende wencten haer gesellen, die inden anderen schepen waren, dat si souden comen ende helpen haer, ende si quamen ende vulden beyde de. schepen, also dat si soncken.

8

Ga naar margenoot+Doen dat Simon Petrus sach, viel hi voor Iesum op sijn knien, ende sprac HERE gaet van mi wech, want ic ben een sondich mensche,

9

Want hem was een verscrickinge aengecomen, ende alle die ander die met hem waren, inden vanc der visschen, Ga naar margenoot+ die si te samen gedaen hadden,

10

Ende desgelijc ooc Iacobum ende Ioannem die sonen Zebedei, Simons gesellen. Ende Iesus seyde tot Symon En vreest niet, want van nv voortaen, suldy menscen vangen.

11

Ende si voerden die schepen te lande, ende verlietent alle, ende volchden hem na. *

12

Ende het geschiede, doen hi in eender stadt was, Siet, daer was een man vol melaetsheyt, Doen hy Iesum sach, viel hi op sijn aensicht, ende badt hem ende seyde, HERE, wildy so moechdi mi reynigen,

13

Ende hi stack sijn hant wt, ende roerde hem aen, ende sprac, Ic wilt doen sijt gereynicht, Ende terstont ginc dye melaetsheydt van hem.

14

Ende hi geboot hem, dat hijt nyemant seggen en soude mer gaet ende vertoont v den priester, Ga naar margenoot+ ende offert voor v reyninge, also Moses geboden heeft tot een getuygenisse ouer haer.

15

Ende dit wert doen meer geopenbaert, ende daer quam veel volcx te samen, op dat si hem hooren souden, ende door hem gesont worden van haer crancheden,

16

Hi ginc af, ende onthielt hem in die woestijne, ende badt daer

[afbeelding]

17

† Ende het geschiede op eenen dach, dat hi leerde, ende daer saten Pharizeen ende scriftgeleerden, die gecomen waren wt alle casteelen in Galilea, ende Iudea, ende van Ierusalem, ende die cracht des HEREN ginc van hem, ende halp eenen yegeliken.

18

Ende siet, somige mannen brochten eenen mensce op een bed die was gichtich, ende si sochten hoe si hem mochten in brengen, ende voor hem leggen.

19

Ende doen si om des volcx wille niet en vonden eenige plaetse, daer si hem in hadden mogen brengen, clommen si op dat dac, ende lieten hem doort dack neder met den bedde midden onder haerlieden voor Iesum,

20

ende doen hi haer gelooue sach, seyde hi tot hem, Mensce v sonden sijn v vergeuen,

21

Ende die scriftgeleerden ende pharizeen begonsten te dencken, ende seyden, Wie is dese, dat hi die Gods lasteringe spreect? Wie can sonden vergeuen dan alleen God.

22

Ga naar margenoot+Doen Iesus haer gedachten mercte, antwoorde hi ende sprac tot haer, Wat denct ghi in v herten? Ist lichter te seggen,

23

v sonden sijn v vergeuen, oft te segghen, staet op, ende wandelt,

24

Maer op dat ghi weet, dat des menschen sone macht heeft die sonden te vergeuen, so seyde hi totten gichtigen, Ic segge v, staet op, ende neemt op v bedde, ende gaet in v huys.

25

Ende terstont stont hy op voor haren oogen, ende hief dat bedde op, daer hy op gelegen hadde, ende ginc tot huis, ende prijsde God

26

ende si worden al beuaen met verscrickinge of verwonderinge, ende loofden God. Ende werden vol vresen, ende seyden, Wi hebben heden wonderlijcke dingen gesien. Ga naar margenoot+ *

27

Ga naar margenoot+† Ende daer na ginc hi wt, ende sach eenen tollenare genaemt Leui op den tol sitten, ende seyde tot hem, Volghet mi na,

28

Ende hi verliet al, ende stont op, ende volchde hem na,

29

Ende die Leui maecte een grote weerscap tot sinen huyse, ende veel openbaer sondaren ende ander saten met hem, aender tafelen.

30

Ende die Scriftgeleerden ende Pharizeen murmureerden tegen die iongeren, ende seiden Waerom eet ende drinct ghi metten openbaer sondaren?

31

Ende Iesus antwoorde ende seyde tot haer lieden. Die gesonde en behoeuen den medecijn meester niet, Mer die crancke

32

Ic ben gecomen die sondaren te roepen tot penitencie, ende niet die rechtuerdige. *

33

Ga naar margenoot+Maer si spraken tot hem, Ga naar margenoot+ Waerom vasten Ioannes discipulen so dicwils, ende bidden so vele, des seluen ghelijc die discipulen der Pharizeen, maer dijn discipulen eten ende drincken. Ende hi seyde tot haer,

34

Ghy en moecht die kinderen des brudegoms niet totter vasten drijuen,

35

also lange als die bruydegom bi hen is. Mer den tijt sal comen dat die bruydegom van hen genomen wort, dan sullen si vasten,

36

Ende hi seyde haer een ghelijckenisse, Nyemant en naeyt eenen lap van nyeuwen laken, op een out cleet, want anders so schoort ooc dat nyeuwe, ende den lap vanden nyeuwen en scict hem niet op dat oude,

37

Ende nyemant en vaet den most in oude flesschen, anders so scoort die most die oude flesschen ende wert wtgestort, ende die flesschen worden ghebroken,

38

maer den most salmen in nyeuwe flesschen doen, so worden si beyde behouden,

39

Ende nyemant en is die vanden ouden drinct, ende wil terstont den nyeuwen, Want hi seit die oude is beter.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
mar. iiij a ma. xiij a

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 8

margenoot+
mar. i.b.

margenoot+
D vers 14

margenoot+
E vers 22

margenoot+
mat. ix.d

margenoot+
F vers 27

margenoot+
G vers 33
margenoot+
mat. iij.d.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken