Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Voortaen van lijden dat lijden Christi tot aen dat eynde.

[pagina *]
[p. *]

Dat .xix. Capittel

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+DOen nam Pilatus Iesum, ende gheesselde hem, Ga naar margenoot+

2

Ende die crijschknechten vlochten een crone van doornen, ende settense op zijn hooft, ende deden hem een purpur cleet aen, ende seyden,

3

Sijt gegroet lieue Coninck der Ioden, ende sloeghen hem int aensicht.

4

Doen ghinc Pilatus weder wt, ende seyde tot haer. Siet, ic brenge hem wt tot v, op dat ghi soudt bekennen, dat ic geen scult aen hem en vinde.

5

Also ghinc Iesus daer wt, ende droech een doornen croone, ende een purpur cleet, ende seyde tot haer, Siet, welc een mensche.

6

Doen hem dye ouerste priesters ende die dienaers sagen, so riepen si, ende spraken, Cruyst hem cruyst hem. Pylatus seyde tot haer, Neemt ghi hem ende cruysten, want ic en vinde gheen schult aen hem.

7

Die Ioden antwoorden hem, Wi hebben een wedt, ende na dye wet sal hi steruen, want hi heeft hem seluen gods sone gemaect.

8

Doen Pylatus dat woort hoorde, vreesde hi noch meer,

9

Ga naar margenoot+Ende hi ghinc weder in dat rechthuys, ende seyde tot Iesum, Van waer sidy?

10

Mer Iesus en gaf hem geen antwoort. Doen seyde Pylatus tot hem, En spreect ghi met mi niet? en weet ghi niet dat ic macht heb v te cruycen, ende de macht heb v los te laten?

11

Iesus antwoorde, Ghi en soudt geen macht ouer mi hebben, en waerse v niet van bouen ghegeuen, Daerom die mi v geleuert heeft, die heeft meerder sonde.

12

Van doen voort, leyder Pylatus op toe, hoe hy hem los mochte laten. Mer die Ioden riepen, seggende, Laet ghi desen los, so en sijt ghi des Keysers vrient niet, Want soo wie hem Coninck maect, die is tegen den Keyser.

[afbeelding]

13

Ga naar margenoot+Doen Pylatus dat woort hoorde, so leyde hi Ihesum wt, ende sadt op den rechterstoel, in die plaetse die daer heet Lichostrotos, Mer int Hebreeusch Gabbatha,

14

Mer het was den derden bereydach des paesschens ontrent die seste vre, ende seide totten Ioden, Siet uwen coninc Ga naar margenoot+

15

Mer si riepen, wech, wech met dien, cruyst hem. Pylatus seide tot haer Sal ic uwen coninc crucen? De ouerste priesters antwoorden, wi en hebben geenen coninc dan den keiser

16

Doen leuerde hi hem ouer, dat hi gecruyst soude worden

[afbeelding]

17

Si namen Ihesum, ende leyden hem wech,

18

ende hi droech zijn cruyce, Ga naar margenoot+ ende ginc wt totter plaetsen, die daer heet Caluaria, dye welcke int Hebreeusche heet Golgatha, Ga naar margenoot+ daer cruysten si hem, ende met hem twee ander op beyde siden, Iesum int midden.

19

Pylatus screef een opscrift, ende sette dat opt cruyce, Ende was gescreuen, Iesus van Nazareth der Ioden Coninc.

20

Dit opscrift lasen veel Ioden, want de plaetse was na bi de stat, daer Iesus gecruyst is, Ende het was gescreuen int Hebreeusche, Griecsce ende latijnsche sprake.

21

Doen seyden die ouerste priesteren tot Pilatum, En scrijft niet der Ioden coninc, mer dat hi geseyt heeft ic ben der Ioden coninck.

22

Pylatus antwoorde, Dat ic gescreuen heb, dat heb ic ghescreuen.

23

Die ruyterknechten, doen si Iesum gecruyst hadden, Ga naar margenoot+ so namen si sijn cleederen ende maecten vier deelen, yegeliken ruyterknecht een deel, daer toe ooc den rock, Ga naar margenoot+ Mer den rock was ongenaeyt van bouen aen, gewracht door en door.

24

Doen seiden si onder malcanderen, Ga naar margenoot+ En laet ons dien niet deylen, mer laet ons daer om loten, wiens dien sijn sal, Op dat die scriftuere veruult soude worden, die daer seyt, Si hebben mijn cleederen onder hen lieden ghedeelt, ende hebben op mijnen rock dat lot geworpen, Dat deden die ruyterknechten.

25

Byden cruyce Iesu stont sijn moeder, ende zijns moeder suster Maria, Cleophas huysurouwe ende Maria Magdalena.

26

Doen nv Iesus sijn moeder sach, ende den discipel daer bi staen dien hi lief hadde, so seyde hi tot sijnder moeder, Wijf siet, dat is v sone.

27

Daer na seide hi tot den discipel, siet, dat is v moeder. Ende van stonden aen namse die discipel tot hem.

28

Daer nae als Ihesus wiste dat al volbracht was, op dat dye scrift veruult soude worden, seyde hi, Ga naar margenoot+ Mi dorst. Ga naar margenoot+

29

Daer stont een vat vol edicx, Si vulden een spongie met edick ende ysope, ende settent op, ende hieldent hem voor den mont.

30

Doen Iesus den edick ghenomen hadde, so seide hi, Het is al volbracht, ende neychde sijn hooft, ende gaf den geest op.

[afbeelding]

31

Die Ioden, want het bereydach was, op dat die lichamen niet aent cruyce bliuen en souden op den saboth (want den seluen saboths dach was groot) baden si Pilatum dat haer beenen souden worden gebroken, ende af souden worden genomen.

32

Doen quamen die crijschknechten ende braken

[pagina *]
[p. *]

den eersten die beenen, ende den anderen die met hem gecruyst was,

33

Mer als si tot Iesum quamen, doen si sagen dat hi al doot was, so en braken si hem die beenen niet,

34

Mer der crijschknechten een, opende sijn side met een speyre ende terstont gincker bloet ende water wt.

35

Ende die dit gesien heeft, die heuet getuycht, ende wy weten dat sijn getuygenis warachtich is, Ga naar margenoot+

36

Ende die selue weet dat hi waer seyt, op dat ghijt ooc geloouen sout, Want sulcx is geschiet, op dat die scrift veruult soude werden, Ghi en sult hem geen been breken.

37

Ende weder seyt een ander scrift Si sullen sien in welcken si ghesteken hebben.

[afbeelding]

Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+

38

Daer na badt Ioseph van Arimathia, die een discipel Iesu was, nochtans heymelijc wt vreesen der Ioden, Pylatum, dat hi dat lichaem Iesu mochte afnemen,

39

ende Pilatus orloofdet. Nicodemus quam ooc die voortijts inder nacht tot Iesum gecomen was, ende bracht myrre ende Aloe onder malcanderen, by hondert pont

40

Doen namen si dat lichaem Iesu, ende bonden hem met lijnen doecken ende met dierbaerder specerijen, also die Ioden plaghen te begrauen.

41

Ende bi die plaetse daer hi ghecruyst wert, Ga naar margenoot+ was een hof, ende inden hof een nieu graf, in welcke noyt yemant geleyt en was,

42

Daer leyden si Ihesum, om der Ioden bereydachs wil, om dattet graf daer bi was. *

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Matth. xxvij.e. mar. xv lu. xxij.

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 13

margenoot+
Matth. xxv.

margenoot+
Matth. xxvij.
margenoot+
D vers 18

margenoot+
E vers 23
margenoot+
lu. xiiij b

margenoot+
psa. xxij

margenoot+
F vers 28
margenoot+
Matth. xxvij.d Marci. xv.d.

margenoot+
ex. xij.g Nu. ix.

margenoot+
G vers 37
margenoot+
zac. xij d mar. xv d

margenoot+
lu. xxiij g


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken