Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶Vander openbaringhen ons HEREN aenden meyre Tyberias, Van drierley vraghen Petri, ende van sijnder bekennisse, ende vanden ghetuygenisse Iohannis, der dingen die in desen boeck bescreuen sijn.

Dat .xxi. Capittel

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+† DAer na openbaerde hem Iesus weder aen die zee Tiberias, Hi openbaerde hem alsoo,

2

Symon Petrus ende Thomas die daer hiet Didimus, ende Nathanael van Cana Galilee, ende die sonen Zebedei, ende twee ander discipulen waren bi malcanderen.

3

Symon Petrus seide tot haer, Ic wil gaen visschen, Si seyden tot hem, So willen wi met v gaen. Doen ginghen si wt ende traden in een scip terstont, ende inder seluer nacht en vingen si niet,

4

Mer doent nv morghen was, doen stont Iesus aenden oeuer, mer die discipulen en wisten niet dat Iesus was.

5

Iesus seyde tot haer, Kinderen en hebt ghi niet te ontbijten? Si antwoorden hem, Neen

6

Hi seyde tot haer, Werpt dat net ter rechter siden des schips, so suldi vinden. Doen werpen sijt, ende en consten dat net niet ghetrecken om die menichte der visschen

7

Doen seyde die discipel den welcken Iesus lief hadde tot Petrum, Het is die HERE.

Ga naar margenoot+ Doen Simon Petrus hoorde dattet die HERE was, so werp hi sinen mantel om hem, want hy was naect, ende spranc in die zee,

8

Mer die ander discipulen quamen te schepe, want si en waren niet verre vanden lande, mer bi twee hondert ellen, ende toghen dat net metten visschen.

9

Als si nv gingen opt lant, so sagen si kolen gheleyt, ende eenen visch daer op, ende broot.

10

Ihesus seyde tot haer, Brengt hier vanden visschen die ghi nv gheuangen hebt.

11

Symon Petrus clam daer in, ende tooch dat net opt lant, vol groter visschen, hon-dert ende drienvijftich, Ende hoe wel datter so vele waren, nochtans en schoorde dat net niet.

12

Iesus seyde tot haer, Coemt ende eet, Maer nyemant onder den discipulen en dorste hem vraghen, wie sijt ghi? want si wisten dattet die HERE was.

13

Doen quam Iesus ende nam dat broot ende gaft hen, desghelijck den visch.

14

Dat is nv die derdemael dat Iesus geopenbaert is sinen discipulen, nae dat hy vander doot opgestaen is. *

15

Doen si nv die maeltijt gehouden hadden, † seyde Ihesus tot Symon Petrus, Symon Iohanna, hebt ghi mi lieuer dan my dese hebben? Ga naar margenoot+ Hi seyde tot hem, Ia HERE, ghy weet dat ick v lief hebbe. Hy seyde tot hem, Weyt mijn lammeren.

16

Hy seyde weder ten anderenmale tot hem, Symon Iohanna, hebt ghi mi lief? Hi seyde tot hem, Iae HERE, ghi weet dat ic v lief hebbe, Hi seyde tot hem: Hoet mijn scapen

17

Hi seyde tot hem ten derdenmale, Symon Iohanna hebdi mi lief? Petrus wert bedroeft, dat hi driemael tot hem seyde hebt ghi mi lief? ende seyde tot hem, HERE, ghi weet alle dinck, ghy weet dat ic v lief hebbe Iesus seyde tot hem, Weyt mijn schapen.

18

Ga naar margenoot+Voorwaer voorwaer segge ick v, doen ghi ionger waert, so gorde ghi v seluen, ende wandelde waer ghy woudt, mer als ghi oudt wort, so suldi v handen wtrecken, ende een ander sal v gorden ende leyden, daer ghy niet en wilt,

19

Mer dat seyde hi om te kennen te gheuen met welcken doot hi God prijsen soude. *

Doen hi dat geseyt hadde, † Seyde hy tot haer, Volcht mi na.

20

Petrus keerde hem om, ende sach den discipel volghen, den welcken Ihesus lief hadde, dye ooc inden auontmael op sijn borst lach, ende geseyt hadde, HERE wie ist die v verraet?

21

Doen Petrus desen sach, seyde hi tot Iesum, Mer HERE wat sal dese?

22

Iesus seyde tot hem, Ist dat ick wil dat hi blijue, tot dat ick come, wat gaet v dat aen? volcht ghi mi na. *

23

Doen ghinc een sprake wt onder den broeders, dese discipel en sterft niet, Ende Iesus en seyde niet tot hen, hi en sterft niet, maer ist dat ick wil dat hi blijue tot dat ic come, wat gaetet v aen?

24

Dit is dye discipel die van desen dinghen ghetuyget, ende heeft dit gescreuen, Ende wi weten dat sijn ghetuygenisse warachtich is. *

25

Daer sijn ooc veel ander dinghen die Iesus ghedaen heeft, die welcke, waert dat si deen nae dander ghescreuen worden, ick meyn, die werelt en soude die boecken niet begrijpen, die te scrijuen waren.

¶ Hier eyndet Sinte Iohannes Euangelium.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 15

margenoot+
D vers 18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken