Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hier sterft Ananias om bedroch vanden prijs des ackers met Saphira sijnder huysvrouwen, ende de crancken werden ghesont ghemaect vanden Apostelen, ende vanden Ioden worden si berispt welc Gamaliel gheexcuseert hadde

Dat .v. Capittel

1

Ga naar margenoot+DAer was een man geheeten Ananias met sijnder huisvrouwen Saphira vercocht zijn haue,

2

ende behielt wat heymelic vanden gelde, dat zijn huysurouwe wel wiste, ende bracht hem een deel ende leydet totten voeter der Apostelen,

3

Petrus seyde. Anania, waerom heeft die duyuel v hert veruult, also dat ghi den heyligen geest liecht, ende ontrect wat vanden ghelde des ackers?

4

En waer hi niet met v gebleuen also hi was, ende het gelt waer ooc in uwer macht gheweest? Waerom hebdi dat dan in uwer herten voorgenomen? Ghi en hebt den menscen niet gelogen, maer Gode

5

Doen Ananias dese woorden hoorde, viel hi neder, ende gaf den geest ende daer quam een vreese op alle die dit hoorden.

6

Die iongelingen stonden op ende deden hem besiden, ende droeghen hem wt, ende begroeuen hem

7

Ga naar margenoot+Ende het gheuiel ouer een wijle bi drie vren quam daer zijn huysurou inne, ende en wist nyet watter gesciet was

8

Petrus seyde tot haer Segt mi, hebdi den acker so diere vercocht? Si seide, iae, so diere.

9

Petrus seide tot haer, wat sijt ghi dan eens geworden den geest des HEREN te Ga naar margenoota tenteren? Siet, die voeten der geender die uwen man begrauen hebben sijn voor die duere, ende sullen v wt dragen. Ende terstont viel si tot sinen voeten, ende ghaf den geest.

10

Doe quamen die iongelingen ende vondense doot, ende droegense wt, ende begroeuense bi haren man,

11

ende daer quam een grote vreese ouer die geheele vergaderinghe, ende ouer alle die dit hoorden.

12

† Het geschieden vele teekenen ende wonderlicheden inden volcke door die handen der Apostelen, ende si waren alle eenmoedelic in dat poortael. Salomons.

13

Ga naar margenoot+Geen vanden anderen en dorsten geselscap met haer houden oft haer toe voeghen, maer dat volc hielt veel van haer.

14

Die menichte der mannen, ende vrouwen dye daer inden HERE geloofden wert vermeerdert.

15

Also dat si die crancken wt op die straten droegen ende leydense op bedden ende baren, op dat wanneer Petrus quame, dat sine scaduwe haerder somige omschaduwen soude.

16

Daer quamender ooc vele vanden biliggenden steden tot Ierusalem, ende brachten die crancken, ende die van onreyne geesten gepinicht waren, ende si worden alle gesont. *

17

Ga naar margenoot+Die ouertse Priester stont op, ende alle die met hem waren, die welcke die secte der Saduceen is, ende worden vol nidicheyts,

18

ende si sloegen die handen aen die Apostelen, ende worpense in die gemeyne geuanckenisse.

19

Mer die Engel des HEREN dede die dore der geuanckenissen inder nacht op, ende leydese wt, ende seide,

20

gaet henen, ende treet op, ende spreect inden tempel totten volcke alle woorden den leuens.

21

Doen si dat hoorden ghingen si vroech inden tempel, ende leerden.

22

Mer die ouerste Priester quam, ende die met hem waren, ende riepen den raet, ende outste der kinderen van Israel te samen, ende sonden totter geuanckenisse, om haer te halen.

23

Die dienaers quamen daer, ende den kercker open sijnde, en vonden si niemant inden kercker. Sy quamen weder ende vercondichdent, seggende,

24

Wi vonden den kercker met alre neersticheyt gesloten, ende die bewaerders buyten voor die doren staen, Doen wy dien op deden, so en vonden wi niemant daer inne.

25

Doen die opperste priester? ende die vorstheren des tempels, ende ander princen der priesteren dese woorden hoorden, waren si met haer begaen, Ga naar margenoot+ wat doch dat worden woude

26

Doen quam daer een die haer vercondichde. Siet die mannen die ghi in die geuanckenisse geworpen hebt sijn inden tempel, staen ende leeren dat volc.

27

Doen gingen die meesters des tempels met haren dienaren, ende haeldense sonder ghewelt, want si vreesden dat volc, op dat si niet ghesteent en souden werden.

28

Ende als sise brachten, so stelden sise voor den raet.

29

Ende die opperste priester vraechde haer, segghende, En hebben wi v niet met ernste geboden, dat ghi in desen name niet en soudet leeren? Ende siet, ghi hebt Iherusalem veruult met uwer leeringen, ende wilt dat bloet van desen mensche ouer ons leyden.

30

Petrus ende die Apostelen antwoorden ende spraken Men moet God meer ghehoorsaem sijn dan den menscen.

31

God onser vaderen heeft Iesum verwect, den welcken ghi gedoot hebt, ende aen dat hout gehangen,

32

dyen heuet Gods rechter hant verheuen tot eenen hertoge ende salichmaker, om Israel boete ende aflaet der sonden te geuen,

33

Ga naar margenoot+ende wi sijn sine getuygen van desen woorden, ende die heylige geest, den welcken God gegeuen heeft den genen die hem gehoorsaem sijn.

34

Doen si dat hoorden doorsneet haer dat, ende dachtense te dooden

35

Mer doe stont op een Pharizeus, gheheeten Gamaliel een scriftgeleerde, wel gheacht bi alle tvolck inden raet, ende hiet die Apostelen een weynich wech wt den raet doen,

36

Ga naar margenoot+ende seyde tot haer. Ghi mannen van Israel neemt ws selfs waer aen dese menscen wat ghy haer doen sult.

37

Voor dese dagen stont Theudas op, wtgeuende dat hi wat was, ende een getal van mannen omtrent vier hondert hingen hem aen, die is verslaghen, ende alle die hem toeuielen, ende verstroyt ende te nyete gedaen

38

Daer na stont Iudas van Galileen op, inden dage der scattingen, ende maecte veel volcx afuallich nae hem, ende die is ooc vergaen, ende alle die hem toeuielen, sijn verstroyt

39

Ende nv seg ic v, laet af van desen menschen, ende laetse varen. Is dyen raet of dat werc wt den menscen, so salt vergaen,

40

Mer ist wt God, so en cont ghi dat niet te nyeute gedoen, op dat ghi niet gheuonden en wert, die tegen God strijden willen.

41

Doen vielen si hem toe, ende riepen die Apostelen, ende geesseldense, ende geboden haer dat si niedt en souden prediken inden name Iesu, ende lietense gaen

42

Mer si gingen vrolic van des raedts aengesicht om dat si werdich waren om sijns naems wille versmaetheyt te lijden,

43

ende en hielden niet op alle dage inden tempel, ende in alle huysen te leeren, ende hen te prediken dat Euangelium Iesu Cristi.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoota
Tenteren, dats certeyn versmaden exo. xvij a

margenoot+
C vers 13

margenoot+
D vers 17

margenoot+
E vers 25

margenoot+
F vers 33

margenoot+
G vers 36


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken