Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier wort ghestelt den haet der Priesteren tegen die Apostelen, ende die antwoorde Petri met een deuote oratie der geloouigen, ende haer heylige conuersatie

Dat .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALs si totten volcke spraken, so quamen tot haer die Priesteren ende die vorstheren des tempels, ende die Saduceen,

2

dyen verdroot dat si dat volc leerden, ende vercondichden die verrijsenisse vanden dooden aen Ihesu,

3

ende sloegen die handen aen haer ende settense in die gheuanckenisse tot smorgens toe want het was auont,

4

Mer vele onder die gene die dat woort ghehoort hadden, worden gheloouich ende dat getal der mans wert bi vijf duysent.

5

Alst nv dach wert, soo vergaderden die Ouerste ende Ouders, ende Scriftgeleerden te Ierusalem,

6

Annas die ouerste Priester ende Cayphas, ende Iohannes ende Alexander, ende so vele als vanden ouersten Priesters geslachte waren, Ga naar margenoot+ ende settense voor haer, ende vraechden haer

7

wt wat macht, of in wat name hebdi dat gedaen?

8

Petrus vol vanden heyligen geest, seyde tot haer, Ghy ouerste des volcx, ende ghi Ouders van Israel,

9

ist dat wi heden werden geoordeelt van dyer weldaet aen den crancken mensche, door welcke hi gesont is gheworden, Ga naar margenoot+

10

so si v ende alle den volcke van Israel kenlic, dat inden name Iesu Cristi, den welcken ghi gecruyst hebt, dien God vanden dooden verwect heeft, staet dese hier voor v gesont.

11

Dat is den steen van v timmerlieden verworpen, die tot eenen hoecksteen geworden is,

12

ende in geenen anderen en is salicheyt. Den menscen en is ooc gheenen anderen naem onder den hemel gegeuen daer inne wi salich sullen werden.

13

Si sagen die vryheyt Petri ende Iohannis, ende verwonderden haer, want si waren seker dattet ongeleerde lieden ende leeken waren, ende si kendense ooc wel dat si met Iesu geweest waren.

14

Ga naar margenoot+Si sagen den mensce die gesont was gheworden bi haer staen, ende en wisten daer niet tegen te segghen.

15

Doen hieten sise wt den raet gaen, ende spraken met malcanderen, ende seyden,

16

wat willen wi desen menschen doen? want dat teeken is kenlic door haer geschiet, openbaer allen die tot Ierusalem woonen, ende wi en connens niet geloochenen,

17

mer op dattet niet wijder in en breke onder dat volc so laetse ons neerstelic dreygen, dat si nae desen tijt geenen menscen van desen name meer en seggen

18

Ende si riepense ende vercondichden haer, dat si hen geensins en lieten hooren, noch en leerden inden name Iesu.

19

Mer Petrus ende Iohannes antwoorden ende seyden tot haer. Ga naar margenoot+ Oordeelt ghi selue, oft het voor Gode recht si, dat wi v meer gehoors gheuen dan Gode.

20

Wi en connen ymmer nyedt ghelaten, dat wy niet spreken en souden, dat wi gesien ende gehoort hebben

21

Mer si dreychdense, ende lietense gaen, ende si en vonden niet hoe sise souden mogen pinigen, om des volcx wille want si presen alle God, van dyen datter gesciet was,

22

want die mensce was meer dan veertich iaer out, aen welcken dit teeken der gesontheyt geschiet was.

23

Ende alsmense hadde laten gaen, so quamen si tot haren geselscap, Ga naar margenoot+ ende vercondichden haer, wat die ouerste Priesteren ende die Outste tot haer geseyt hadden,

24

doen si dat hoorden, hieuen si haer stemmen op eenmoedelic tot God ende seyden. HERE, ghi die daer sijt dye God die hemel, die aerde, ende die zee, ende alle dat daer inne is gemaect hebt,

25

ghi die door den mont Dauids ws knechts geseyt hebt. Waerom staen die heydenen op ende waerom slaen die volcken onnutte dinghen wt.

26

Die Coningen der aerden sijn te samen getreden, ende die vorsten hebben haer te hoope vergadert, Ga naar margenoot+ teghen haren HERE, ende tegen sinen Cristum oft gesalfden.

27

Inder waerheyt si hebben haer vergadert tegen v kint Iesum, den welcken ghi ghesalft hadt, Herodes ende Poncius Pilatus, metten Heydenen ende volcke van Israel,

28

te doen dat v hant ende uwen raet te voren bedacht hadde, dat gescien soude.

29

Ende nv HERE, aensiet haer dreygen, ende geeft uwen knechten met alre vriheyt, v woort te spreken,

30

v hant reyckende, op dat gesontheyt, teekenen, Ga naar margenoot+ ende wonderlijckheden gheschien door den name ws heylichs kints Ihesu.

31

Ende doen si gebeden hadden, beweechde haer die plaetse daer si vergadert waren, ende worden alle veruult metten heyligen geest, ende spraken dat woort Gods met vrijheyt

32

† Der menichten der geloouigen was een Ga naar margenoota herte ende een siele. Noch niemant en seyde van sinen goede dat sijn was, mer het was haer al gemeyn.

33

Ende die Apostelen ghauen getuygenisse met grooter cracht vander verrisenisse des HEREN Iesu Cristi, Ga naar margenoot+ ende daer was grote ghenade bi haer allen.

34

Daer en was ooc

[pagina *]
[p. *]

nyemant onder haer die ghebrec hadde

35

want hoe vele haerder was, die ackers oft huisen hadden, die vercochten si, ende brachten dat gelt des vercochten goets ende leyden dat voor die voeten der Apostelen,

36

ende men gaf eenen yegeliken dat hem van noode was *

37

Ioses metten toename vanden Apostelen ghenaemt Barnabas, dat heet een soon des troosts, een Leuijt wt Cypren van gheslachte, dye hadde eenen acker ende vercochten, ende bracht dat gelt ende leydet voor die voeten der Apostelen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoot+
Mattei xxi.d mar. xij.a Luc xx.c

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 19

margenoot+
E vers 23

margenoot+
psal. ij

margenoot+
F vers 30

margenoota
Herte dat is wille ende begeerte.

margenoot+
G vers 33


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken