Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe dat Petrus veruolcht wert van Herodes, ende hoe Petrus vanden Enghel verlost werdt, ende Herodes ghepunieert was.

Dat .xij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+OP die selue tijt sloech Herodes dye handen aen sommige vander ghemeynten, om die te pijnighen,

2

hi doode Iacobum Ioannis broeder metten sweerde.

3

Ende doen hi sach dat den Ioden behaechde, soo dede hijs te meer, ooc Petrum te vanghen, Het was iuyst paesschen

4

doen hi hem vinck, ende leyde hem in die gheuangenisse, ende leuerde hem vier geuierde crijschknechten ouer te bewaren, ende dacht hem den volcke na paesschen voor te leyden. Ende Petrus wert inden kercker gehouden,

5

Maer dat ghebet ghesciede voor hem tot Gode, sonder ophouden vander ghemeynten.

6

Ende doen Herodes hem voor woude leyden, inder seluer nacht sliep Petrus tusschen twee crijschknechten, gebonden met twee ketenen, ende die bewaerders voor die duere, bewaerden den kercker.

7

Ende siet dye Engel des HEREN quam daer in ende een licht scheen in die wooninge, ende sloech Petrum aen die side, ende wecte hem op, segghende, Ga naar margenoot+ Staet haestelic op, ende die ketenen vielen hem vanden handen, Ende die Engel seyde tot hem, Gort v, ende doet v schoen aen,

8

ende hi dede also. Ende hi seyde tot hem, Neemt uwen mantel omme, ende volcht mi na. Ende wtgaende, volchde hi hem,

9

ende hi en wist niet dattet warachtich was, dat daer ghesciede door den Enghel, mer hem dochte dat hi een visioen sach.

10

Si ghinghen door die eerste ende ander bewaringhe, ende quamen aen die yseren duere, die welcke ter stadt leyde, dye dede haer van selfs open, Ende ghingen wt een strate lanc, ende terstont ghinck die Enghel wech van hem.

11

Ende Petrus tot hem seluen ghecomen sijnde, seyde hi, Nv weet ic warachtelijc dat die HERE sinen Engel gheseynt heeft, ende heeft my verlost wt der hant Herodis, ende van alle verwachtinge des Iootschen volcx. *

12

Ende als hi hem bedacht, so quam hi voor dat

[pagina *]
[p. *]

huys Marie der moeder Ioannis die metten toename Marcus hiet, daerder vele vergadert waren, ende baden.

13

Als Petrus aen die duere vanden poortael clopte, so gincker een maecht voor om te hooren gheheeten Rhode,

14

Ende als si Petrus stemme kende, en dede si dye duere niet op van blijscappen, Ga naar margenoot+ maer liep binnenwaerts, ende vercondichde haer dat Petrus voor die duere stont,

15

Maer si seyden tot haer, ghy sijt ontsinnich, Mer si bleef daer bi dat also ware. Si seyden, het is sinen Engel.

16

Petrus bleef cloppende. Doen si op deden, saghen si hem, ende waren verwondert,

17

Mer hi wencte haer metter hant, dat si swijghen souden, ende hi vertelde haer hoe hem die HERE wt den kercker geleyt hadde, ende seyde, Vercondicht dit Iacobo ende den broeders, ende hi ghinc ende wandelde op een ander plaetse.

18

Doent dach wert so en wasser gheen cleyn turbatie onder die crijschknechten, wat doch van Petro gheschiet mocht sijn,

19

doen Herodes hem versochte, ende niet en vant, die bewaerders ondersocht hebbende, hiet hijse wech leyden, ende hi track van Iudea tot Cesarien, ende hielt aldaer sijn wooninge.

20

Hi was toornich op die van Tiro ende Sidon, Mer si quamen eenmoedelic daer tot hem, ende verwillichden Blaston des conincx camerlinc, ende baden om vrede, om dat haer lant van des conincx lant gheuoet wert,

21

Ga naar margenoot+Mer op eenen ghesetten dach dede Herodes dat coninck cleet aen, ende sadt op den rechterstoel ende vertrack een redene tot hem.

22

Dat volc riep hem toe, dat is een stemme Goods, ende gheens menschen.

23

Terstont sloech hem die Enghel des HEEREN, om dat hi den prijs Gode niet en gaf, ende wert ghegeten vanden wormen, ende ghaf sinen gheest.

24

Mer dat woort Gods wiesch, ende wert vermenichfuldicht.

25

Barnabas ende Paulus quamen weder te Hierusalem, ende leuerden die hantreyckinge ouer, nemende met haer lieden Ioannem metten toename Marcus.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 21


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken