Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe Paulus int reysen na Ephesien prekende die waerheyt des doopsels ende der Euangelien, ende haer wedercoemst na Ierusalem, om des twists wille van dat volc van Ephesien.

Dat .xix. Capittel

1

Ga naar margenoot+MAer het geschiede, doen Apollo tot Corinthen was, dat Paulus die ouerste landen doorwandelende, neder quam, tot Ephesum,

2

ende vant sommige discipulen, ende seyde tot dien. Hebt ghi den heylighen geest ontfanghen na dat ghi geloouich sijt gheweest? Si seyden tot hem. Wi en hebben noch niet gehoort ofter eenige heylige geest si,

3

ende hi seyde. Waer op sidi dan gedoopt? Si seyden op Iohannes doopsel. Paulus seyde,

4

Iohannes heeft gedoopt metten doopsel der boeten, ende seyde den volcke dat si in dien souden ge-

[pagina *]
[p. *]

louen die na hem comen soude, dat is in Iesum dat hi Christus is.

5

Doen si dat hoorden, lieten si hen doopen inden name des HEREN Iesu.

6

Ende doen hen Paulus die handen op leyde, so quam die heylige gheest op hen, ende spraken met tonghen, ende propheteerden.

7

Ende alle der mannen waren by na twaelf.

8

Hi ghinc in die schole, ende sprack vrylic drie maenden lanck, Ga naar margenoot+ leerende ende radende vanden rijcke Gods *

9

Mer doen die sommige verhert werden, ende niet en gheloofden, qualic sprekende vanden wech des HEEREN voor die menichte, track hi van haer ende afscheyde die discipulen, daghelicx disputerende, sprekende, inder scholen eens mans die Tyrannus hiet.

10

Ende dat gheschiede twee iaer lanck, alsoo dat alle dye in Asia woonden, dat woort des HEREN hoorden, beyde Ioden ende Griecken,

11

ende God en wrochte geen cleyn daden door die handen Pauli.

12

Also dat si ooc van sinen lichaem die sweetdoecken ende collieren op dye crancken droeghen, ende dat die siecten van haer ghinghen, ende dat die boose gheesten wt voeren.

13

Sommighe vanden omgaenden Ioden dye daer besweerders waren onderwonden haer den naem des HEREN ouer die ghene te noemen, Ga naar margenoot+ die daer boose gheesten hadden ende seyden, Wi besweren v bi Iesum dien Paulus predict.

14

Het waren seuen sonen eens Ioden Sceue des hoochsten priesters die dat deden.

15

Die bose geest antwoorde ende seyde, Iesum ken ick wel, ende Paulum weet ic wel, mer wie sijt ghi?

16

Ende die mensche daer dye boose geest in was, spranc op haer, ende werdt haerder machtich, ende werpse onder hem, Also dat si naect ende ghewont, wt den seluen huyse ontliepen.

17

Dat selue wert kenlic allen die tot Ephesen woonden, beyde Ioden ende Griecken, ende daer viel een vreese op haer allen, ende den naem des HEREN Iesu wert groot ghemaect.

18

Ga naar margenoot+Daer quamender ooc vele die geloouich waren geworden, ende beleden, ende vercondichden haer wonderlijcke daden.

19

Mer vele dye daer swerte consten hadden bedreuen, brachten die boecken te samen, ende verberndense openbaerlic, ende ouerrekent hebbende haren prijs, vonden si des ghelts vijftich duysent penninghen.

20

Also crachtelijc wies dat woort des HEREN, ende nam douerhant.

21

Dit beschict sijnde, nam Paulus voor hem inden gheest door Macedonien ende Achaien te reysen tot Hierusalem, segghende. Na dien dat ic daer self gheweest ben, moet ick Romen ooc sien,

22

ende sontter twee die hem dienden, Thimotheum ende Erastum in Macedonia, mer hi vertoefde die wijle in Asia.

23

In dye selue tijt geschiede geen cleyn beroeringe van desen wege,

24

want een ghenaemt Demetrius een Goutsmit, Ga naar margenoot+ die Diane silueren tempel maecte, ende ghaf den hantwerckers geen cleyn ghewin,

25

dye vergaderde hi, ende die arbeyders des seluen hantwercx, ende seyde Lieue mannen, ghi weet dat wy ons ghewin van desen hantwerck hebben,

26

ende ghi siet dat dese nyet alleen tot Epheso, mer ooc byna in geheel Asia veel volckx afuallich maect met sinen wijs maken, seggende. Het en sijn geen goden, die welcke met handen gemaect worden

27

Mer het en sal niet alleen onse hantwerc daer toe brenghen dattet niet en ghelde, mer den tempel der grooter Dianen sal ooc voor nyet gheacht worden, ende haer maiesteyt sal daer toe ondergaen, Der welcker nochtans geheel Asia ende die werelt, Gods dienst bewijst.

28

Ga naar margenoot+Dit ghehoort hebbende, worden si vol gramscap, ende riepen, segghende Die Diana der Ephesien is groot,

29

ende die heele stadt wert vol rumoers, ende si maecten eendrachtelic eenen oploop in dye open plaetse, ende grepen Gayum ende Aaristarchum van Macedonien. Paulus gesellen.

30

Doen Paulus onder dat volc woude gaen, en lietens hem dye discipulen niet toe.

31

Die sommighe der ouersten in Asia, die Paulus goede vrienden waren sonden tot hem, vermanende dat hy hem niet en gaue in die open plaetse.

32

Sommige riepen aldus, sommige anders, ende die vergaderinge was verstoort, ende dat meeste deel en wist niet waeromme si te samen ghecomen waren.

33

Dye sommige vanden volcke trocken Alexandrum daer voor, doen hem die Ioden voor stieten, Alexander wencte metter hant, ende woude tvolc verantwoorden

34

Doen si bekenden dat hi een Iode was, so isser een stemme wt allen verheuen, ende riepen by twee vren lanc. Ga naar margenoot+ Groot is die Diana der Ephesien.

35

Doen die scrijuer dat volc gestilt hadde, seyde hi. Ghi mannen van Epheso, welcke mensche is dye nyet en weet, dat die stadt Ephesus een dienersse der groter goddinnen Diane, ende des hemelschen beelts si,

36

Want dat dan onuersprekelick is, so soudt ghi ymmer stille sijn, ende niet onbedachtelic doen,

37

Ghi hebt die menschen hier gheleyt, die noch kerckroouers, noch lasteraers uwer goddinnen en zijn.

38

Mer heeft Demetrius ende die met hem hantwerckers zijn, tot yemanden eenige aensprake, men hout ghemeynen raet, ende daer zijn landt voechden, laetse malcanderen beschuldigen.

39

Mer wildy yet anders, so machment in eender gheoordineerder ghemeynten beschicken,

40

want wi sijn in sorgen, dat wy om desen oploop van heden beclaecht mochten worden, hoe wel daer nochtans nyemant schuldich aen en is, daer wi rekeninge af souden connen ghegheuen van desen oploop. Ende doen hi dit gheseyt hadde, so liet hy die ghemeynte gaen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 13

margenoot+
D vers 18

margenoot+
E vers 24

margenoot+
F vers 28

margenoot+
G vers 34


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken