Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die Apostel betoont datmen vastelic aenhangen moet der wet Cristi Iesu. Aengesien dat sijn wet is, een wet des leuens ende een wet des geests. Daer na leert hi dat alle tribulatien niet te achten en sijn bi die glorie die in ons geopenbaert sal worden.

Dat .viij. Capittel

1

Ga naar margenoot+† ALdus en is nv niet verdoemelicx in den ghenen die in Christo sijn, die nae den Ga naar margenoota vleesch niet en wandelen, maer na den geest.

2

Want die wet des geests die leuende maect in Cristo Iesu, heeft mi vry gemaect vander wet der sonden ende der doodt.

3

Want dat der wet onmogelic was (daerom datse ooc doort vleesch gecranct was) dat dede God, ende sant sinen sone in die gedaente des sondichs vleeschs,

4

ende verdoemde die sonde int vleesch, door de Ga naar margenootb sonde, op dat die gerechticheyt geeyscht vander wet, in ons veruult soude worden, die niet en wandelden na den vleessche, mer na den geest.

5

Want die gene die vleescelic sijn, die sijn vleescelic gesint. Mer die geestelic sijn, die sijn geestelic gesint.

6

Mer vleescelic gesint sijn, is die doot, ende geestelic gesint sijn, is leuen ende vrede. *

7

Want vleescelic gesint sijn, is een vyantschap tegen God, om dattet die wet Gods niet onderdanich en is, want ten en vermachs ooc niet.

8

Daerom die vleescelic sijn, en mogen God niet behagen.

9

Mer ghi en sijt niet vleeschelic, maer geestelijc ist anders dat Gods geest in v woont. Wandt wye Gods geest niet en heeft, die en hoort hem niedt toe,

[pagina *]
[p. *]

10

Mer ist dat Christus in v is, so ist lichaem warachtich doot om der sonden wille, mer den gheest is dat leuen, om der gerechticheyt wille.

11

Daerom ist dat den geest des gheens die Iesum verwect heeft in v woont, so sal ooc die selue dye Christum verweckt heeft vander doot, v sterffelic lichaem leuende maken, daerom dat sinen geest in v woont.

12

Ga naar margenoot+† Aldus sijn wi nv sculdenaers lieue broeders niedt den vleessche, dat wy na den vleessche leuen, Want ist dat ghi na den vleessche leeft, so sult ghy moeten Ga naar margenootc steruen,

13

maer ist dat ghi door den geest dye wercken des vleesch doot, so sult ghy leuen.

14

Wandt die den geest Gods drijft, dat sijn Gods kinderen,

15

Want ghi en hebt geenen knechtelijcken geest ontfanghen, dat ghy v wederom vreesen moet, maer ghy hebt eenen kinderlijcken gheest ontfanghen door welcken wi roepen. Abba, lieue vader,

16

Dien seluen gheest versekert onsen geest, des, dat wi Gods kinderen sijn,

17

Sijn wi dan kinderen, so sijn wi ooc erfgenamen, namelijc Gods erfghenamen, ende medeeruen Christi. * Ist dat wi anders medelijden, op dat wi ooc mede totter heerlicheyt verheuen worden.

18

† Want ick houdet daer voor dat dat lijden van deser tijt die heerlicheyt niet weert en is die aen ons geopenbaert sal werden.

19

Want dat eyndelic verwachten vander creatuere, verwacht nae die openbaringe der kinderen Gods.

20

Wandt die creatuer onderworpen is der ydelheydt, sonder haren wille, maer om des geens wille, die haer onderworpen heeft op hope.

21

Ga naar margenoot+Want ooc die creatuere vry werden sal vanden dienste des verganckelicken wesens totter heerliker vryheyt der kinderen Gods,

22

want wi weten dat alle creatuere versucht te samen, ende arbeyt met smerte ende drucke, gelijc een vrouwe die baert tot op die tijt

23

Mer niet alleen si mer ooc wi selue, wi die de eerste vrucht des geests hebben, versuchten bi ons seluen na die kintscap, ende verachten die verlossinge ons lichaems. *

24

Want wi sijn welsalich geworden, nochtans inder hope, mer niet in die hope diemen siet, dat en is geen hope, Ga naar margenoot+ want hoe canmen hopen datmen siet,

25

Mer ist dat wi hopen dat wi niet en sien, so verwachten wi dat door lijdtsaemheyt.

26

Dies gelijc helpt ooc den geest onse crancheydt, Want wi en weten niet, wat wy bidden sullen alsoot behoort, mer die geest voortrect ons machtelic met onsprekelijcken begeerten.

27

Ga naar margenoot+Mer die de herten ondersoect die weet wat den geest begheert, want hi voortreedt voor die heyligen, na dat God behaecht.

28

† Wi weten dat den genen die God liefhebben alle dingen ten besten dienen, die na dat opset geroepen sijn.

29

Want die ghene die hi te voren voorsien hadde. Die heeft hi ooc gheordineert, dat si gelijcformich sijn souden, den beelde sijns soons, op dat die selue, die eerste geboren si onder veel Ga naar margenootd broeders.

30

Mer die hi voor geordineert hadde die heeft hi ooc geroepen, ende die hi geroepen heeft die heeft hi ooc gerechtuerdicht, ende die hi gherechtuerdicht heeft,, die heeft hi ooc heerlic gemaect.

31

Ga naar margenoot+Wat willen wi nv hier toe segghen? Is God voor ons, wie mach tegen ons sijn?

32

Die ooc sinen eygen sone niet gespaert en heeft, maer heeften voor ons allen ouergegeuen, hoe en soude hi ons met hem nyet alle dinc geuen?

33

Wie wil die wtuercoren Goods besculdigen?

34

God is hier die rechtuerdiget. Wye wil verdoemen, Cristus ist die gestoruen is. Ia veel meer die ooc verresen is, ende ter rechter hant Gods is die ons ooc voortreet.

35

Wie wil ons scheyden van die liefde Gods? tribulatie, oft bangicheyt, of veruolch? oft hongher? oft naectheyt? oft perikel, of sweert. Als gescreuen staet. Ga naar margenoot+

36

Om uwen wille worden wi gedoot al den dach, wi sijn gherekent als slachschapen.

37

Maer in alle desen verwinnen wi verre, om des gheens wille, die ons lief ghehadt heeft.

38

Want ic ben seker, dat noch doot, noch leuen noch engel, noch vorstscappe, noch principaten, noch teghenwoordich, noch toecomende,

39

noch hoocheyt, noch diepte, noch geen ander creatuere en mach ons scheyden vander liefde Gods, dye in Cristo Iesu is, onsen HERE.

margenoot+
A vers 1
margenoota
Na den vleessche wandelen is heel te leuen na de wellusten des vleeschs psal. xiij

margenootb
Sonde wordt hier ghenomen voor die offerande ende voldoeninghe door Cristum voor dye sonde. ex. xxiij. esa. liij.d

margenoot+
C vers 12
margenootc
Steruen dats verworpen sijn vanden aenscijn Gods. i.Tim. i.

margenoot+
D vers 21

margenoot+
E vers 24

margenoot+
F vers 27

margenootd
Broeders in vele plaetsen sijn alle dye gene die van eenen gelooue sijn in Christo. matthei xxviij.c. i.co. vi.c. Io. iij. Esa. liij c

margenoot+
G vers 31

margenoot+
psa. xiiij


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken