Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die Apostel voorseyt hier een profitelicke vermaninghe ende daer na worden die van Corinthen ghepresen van haer voorleden goeden.

Dat .vij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ALs wi nv alsulcken beloften hebben alder liefste, so laet ons, ons seluen reynigen van alle beuleckinge des vleeschs, ende des Ga naar margenoota geests, ende voortuaren met heilich makinge inder vreesen gods.

2

Verstaet ons wel, wi en hebben nyemant leet gedaen, wi en hebben niemant gehoont,

3

Dit en seg ic niet om v te verdoemen, want ic heb voor geseyt, dat ghi in onse herten sijt, om mede te steruen ende mede te leuen,

4

Ic ben seer vrymoedich tegen v, ende ic beroeme mi vele van v, ick ben veruult met troost, ic ben oueruloedich in vruechden in alle tribulatien,

5

Want doen wi te Macedonien quamen, so en hadde ons vleesch geen ruste, mer wy waren ouer al in groter tribulatien, van buyten strijdt, ende van binnen vreesen.

6

Mer God die die vernederde vertroost, die vertroost ons door die toecoemst Titi.

7

Mer niet alleen door sijn toecoemst, mer oock door den troost daer mede hi ghetroost is in v, Ga naar margenoot+ vercondigende ons v verlanghen, v weenen, ende v sorchfuldige liefde voor mi, alsoo dat ic mi noch meer verblijde.

8

Want dat ic v bedroeft hebbe door den brief, dat en rouwet mi niet, ende oft mi dat beroude als ic sach, dat v den brief licht eenen cleynen tijt lanc bedroefde,

9

so verblijde ic mi nochtans nv, niet om dat, dat ghi bedroeft sijt geworden, mer om dat ghi bedroeft sijt geworden tot berou, want ghi sijt godlic bedroeft geworden, op dat ghi van ons ymmer geen schade ergent in en soudet lijden.

10

Want den godlijcken druc werct tot salicheyt eenen rouwe, die niemant en berout, mer den rouwe die niemant en berout, met den rouwe van deser werelt, werct die doot.

11

Siet dat ghi goddelic bedroeft sijt geworden, welcke vliticheit heeft in v gewrocht, Ga naar margenoot+ daer toe verantwoordinge, onwille, vreese, verlangen, liefde, wrake,

12

Ghi hebt bewesen, dat ghi in allen stucken reyn sijt inder daet Daerom, al ist dat ic v gescreuen hebbbe, so en ist doch niet geschiet, om der genen wille diet gedaen heeft, ooc niet om der ghenen dien lijden aengedaen is, mer om dies wille, om dat onse neersticheyt openbaer soude werden bi v, die wi om v hebben voor God.

13

Daerom sijn wi getroost geworden, om dat ghi getroost sijt, achter na hebben wi ons oueruloediger ende meer verblijt, om die blijscap Titus, want sinen geest is vermaect van v allen.

14

Want wat ic voor hem, van v beroemt hebbe, daer en ben ic niet in bescaemt geworden, mer gelijc alst al waer is, dat ic tot v gesproken hebbe, also is ooc onsen roem voor Titum waer geworden.

15

Ende hem is ouerlike wel tot v, wanneer hi uwer alder gehoorsaemheyt gedenct, hoe dat ghi hem ontfinct, met vreesen ende beuen,

16

Ic verblijde mi dat ic onder v in allen stucken mach stout sijn.

margenoot+
A vers 1
margenoota
geests is hier dat ghepeys der menschen. Ecc. iij.d

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 11


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken