Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die Apostel recommandeert hem seluen, ende dat door secreten vander Godlicheyt procederende, ende stellet hem seluen boeten teghens der sonden van houaerdicheyt, hem niet aentreckende die duechden die den Corinthen ghedaen ende ghebuert sijn.

Dat .xij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+BEroemen en is mi ymmer geen profijt doch wil ic comen opt gesichte, ende openbaringe ons HEREN,

2

Ic kenne eenen mensche ouer veerthien iaren, is hi wten lichame geweest dat en wete ic nyet, is hi int lichaem geweest dat en weet ick nyet, God die weet,

3

die selue wert opgenomen inden derden hemel, ende ic kenne den seluen mensche, oft hi int lichaem oft wten lichaem geweest is dat en weet ic niet, God die weet, hi wert getrocken tot int Paradijs,

4

ende hoorde onsprekelike woorden, die geen mensche gheseggen en can,

5

Daer af wil ic my beroemen, mer van mi seluen en wil ic mi niet beroemen, dan mijnder crancheyt,

6

Ende al woude ic mi beroemen, soo en dede ick niet sottelijc, want ic wil die waerheyt seggen, mer ic onthoude mi dies, op dat mi nyemant hoogher en achte, Ga naar margenoot+ dan hi aen mi en siet, oft van my en hoort.

7

Ende op dat ic mi niet en verheffe der hoger openbaringe, so is mi gegeuen een gebrec int vleesch dye Ga naar margenoota Engel Sathanas, die mi met vuysten slaet, op dat ic mi niet en verheffe.

8

Daer ick den HERE driemael om gesmeect hebbe, dattet van mi soude gaen, ende hy seyde tot mi,

9

laet v genoegen met mijn genade, want cracht wort door die crancheyt stercker. Daerom wil ic mi alderliefste beroemen van mijnder crancheyt, op dat die cracht Cristi in mi wone.

10

Daerom duncke ic mi goet, in crancheden, in versmaetheden, in noode, in veruolginge, in ancxsten te sine, om Cristus wille, want als ic cranc ben, dan ben ick sterck.

11

Ga naar margenoot+Ik ben een sot geworden mi beroemende, daer toe hebdy mi gedwongen, want ic soude van v gepresen worden, aengesien dat ic niet minder en ben, dan die ander Apostelen en sijn.

12

Hoe wel dat ic niet en ben, so sijn nochtans eens Apostels teekenen onder v geschiet met alder lijdtsaemheit, Ga naar margenoot+ met teekenen, ende wonderen ende daden.

13

Wat ist daer ghi cleynder in sijt, dan die ander kercken, sonder dat ic v selue niet en heb beswaert Vergeeft mi de sonde.

14

Siet, ic ben die derde reyse bereyt tot v te comen, ende ic en wil v niet beswaren, want ic en soecke dat uwe niet, mer v. Want die kinderen en sullen die ouders gheenen schat vergaren, mer dye

[pagina *]
[p. *]

ouders den kinderen.

15

Maer ick wil seer gheerne daer liggen, ende daer geleyt werden voor uwe sielen, ende hoe seer dat ick v meer liefhebbe ende doch luttel gemint werde,

16

maer latet also sijn, dat ic v niet en hebbe beswaert, mer doen ic een scalc was, so heb ic v met behendiger list geuangen,

17

Heb ic ooc yemant verongelijct, door den sommigen die ic tot v gesonden hebbe?

18

Ga naar margenoot+Ick hebbe Titum vermaent, ende met hem ghesonden eenen broeder. Heeft v Titus ooc bedrogen? hebben wi niet in eenen geest ghewandelt? en hebben wi niet eenderley voetstappen gewandelt?

19

laet ghi v wederom duncken dat wi ons verantwoorden? Wi spreken in Cristo voor God.

Mer dat geschiet al, mijn alderliefste, v lieden tot beteringe,

20

Want ic vreese wanneer dat ic come, dat ic v niet vinden en sal, gelijc ick wil, ende dat ghi mi niet vinden en sult, gelijc ghi wilt, dat niet twist, benidinge, gramscap, kiuinge, achterspraec, oorblasen, ende opgeblasentheit, partidingen en si,

21

op dat ic anderwerf niet en come, ende mi God verootmoedige bi v, ende rouwe en hebbe om vele die te voren gesondicht ende geen boet gedaen en hebben, voor die onreynicheyt ende onsuyuerheit, ende weeldicheit, die si gedaen hebben.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 6

margenoota
door den engel satanas verstaetmen alderhande tegenspoet

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 12

margenoot+
E vers 18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken